vrijdag 14 december 2012

Een kijkje in de klas

“Wekelijks geven wij voorlichtingen over het politiewerk. Om alle informatie goed over te kunnen brengen nemen wij regelmatig een kijkje in de keuken in de opleiding en in het korps.

Vorige week liepen we een dag mee met studenten die een half jaar in de opleiding zitten. Het onderwijs werkt aan de hand van casussen. In die casussen komen praktijk en theorie samen. ’s Ochtends draaiden we mee met de kerntaak handhaving, onderdeel verkeerscontrole en ’s middags met het theoriegedeelte daarvan.

We begonnen met een briefing waarin de taken verdeeld werden. Een deel van de klas kreeg de taak om een ‘burger’ te spelen en de rest was agent. Wij gingen mee met de ‘burgers’ in de auto en werden staande gehouden door de agenten in verband met een algehele verkeerscontrole. De ene keer hadden we geen rijbewijs bij ons en de andere keer geen gordel om. De studenten moesten juist handelen en correct blijven. Heel leuk om te zien dat ze na elke casus elkaar feedback geven en hier heel serieus mee omgegaan. Er komt zoveel meer bij kijken dan dat wij in eerste instantie dachten. Toen mochten wij achter het stuur kruipen, in de huid van een acteur. Astrid was een gepikeerde gekwetste vrouw die het nergens mee eens was en Annelieke was een vrouw die met 2 dronken mannen in de auto zat en zelf gebrek aan suiker had (diabetes). Erg grappig om te doen en het verschil is dan duidelijk tussen de studenten!

’s Middags liepen we mee met een theoretische casus over een algemene verkeerscontrole. De casus ging over het feit dat ze de gegevens van een bestuurder gingen controleren bij de meldkamer en erachter kwamen dat de bestuurder gesignaleerd staat in het kader van de Wet Mulder. Aan de hand daarvan moesten ze in groepen het doel beschrijven, de risico’s vermelden. Dan aangeven wat ze mogen en kunnen en als laatste beschrijven hoe ze het aan gaan pakken. Alle wetboeken kwamen op tafel en er werd druk gebladerd. Nu merk je dat het belangrijk is dat je verder kijkt dan alleen de casus. Je moet gaan nadenken over ‘stel nou dat’ en ‘wat als’.

Het was een hele leerzame dag, wij weten nu wat artikel 160 WVW inhoudt maar ook dat het tijdens de opleiding belangrijk is dat je samenwerkt, zelfstandig kan werken, initiatief toont, feedback kan geven en kan incasseren. Het is een hele praktische opleiding waar veel van de student zelf verwacht wordt.”

Astrid en Annelieke werken als projectmedewerkers op de wervingsafdeling van de politie.

maandag 19 november 2012

Van laborant naar recherchekundige

“Via Twitter kom je nog eens in contact met de meest leuke mensen en krijg je soms bijzondere verzoeken. “@Kombijdepolitie volgt je”... Vervolgens een persoonlijk berichtje met het verzoek om @Kombijdepolitie te gaan volgen zodat ze contact met mij kunnen opnemen. En al snel volgt een berichtje om een keer te mailen om zo wat over mijn ervaringen als recherchekundige te vertellen! De ervaringen van een recherchekundige, van een groentje binnen de politie, van een collega die nog geen broek heeft versleten, ervaringen van een oud radiotherapeutisch laborant die een carrièreswitch heeft gemaakt, ervaringen van mij dus…

Waar te beginnen dan? Misschien maar bij de carrièreswitch. Het plan was er, de mogelijkheden ook. Dus gaan voor iets nieuws en onbekends? Ja! Vroeger speelde ik met mijn broer altijd ‘FBI-tje’. En toch ben ik pas op mijn 32e bij de politie gegaan. Ik heb eerder nooit de stap durven zetten. Bovendien wist ik ook dat ik bij de recherche wilde en dat ik wilde speuren en zoeken. Die kans kwam dus op mijn 32e. Ik had een prima baan als radiotherapeutisch laborant en vond het ook verschrikkelijk ‘mooi’ werk. Oké er is weinig moois aan een dagelijkse confrontatie met (hele zieke) oncologiepatiënten, maar het is wel mooi dat je wat voor de mensen kan doen. Dat iedereen zo ziek is, verdwijnt langzamerhand op de achtergrond. Je hebt met mensen te maken en die mensen probeer je beter te maken of een meer dragelijke rest van hun leven te geven. Over beroepsdeformatie gesproken: toen leek het wel eens alsof iedereen kanker had, nu lijkt het wel eens of iedereen zich bezighoudt met criminele zaken… Voor beide professies geldt wel: it’s a dirty job, but somebody’s got to do it!

Dus van een wit uniform naar een blauwe. Het grootste verschil? Ik heb werkelijk geen flauw idee wat de dag mij zal brengen als ik het bureau binnenstap en ik vind sommige zaken gewoon echt spannend. Spannend of we hem wel kunnen pakken, spannend of het slachtoffer het gaat redden, spannend omdat we misschien een heel interessant aanknopingspunt vinden, spannend of die ene getuige zich komt melden.

Hoewel ik nog geen broek versleten heb (wat voornamelijk komt omdat ik gewoon bijna nooit in uniform loop) ben ik wel volledig gegrepen door het politiewerk en alles wat daarbij hoort. Ik hoop dan ook nog heel wat spreekwoordelijke broeken te kunnen verslijten bij deze baas.”

Harriët (36) is sinds mei 2012 afgestudeerd als Recherchekundige. Ze is werkzaam bij het korps Groningen.

vrijdag 9 november 2012

Rijden met toeters en bellen


Ik zal beginnen met mezelf even voor te stellen.
Ik ben Joyce, 22 jaar, werkzaam in het korps Brabant Zuid-Oost en volg de opleiding tot agent. Op dit moment zit ik bijna 1,5 jaar in de opleiding en mag dus nog 1,5 jaar tot ik mijn 3 strepen (dat staat voor agent) mag ontvangen!

Enige tijd geleden is mij gevraagd om te gaan bloggen. Dit leek mij ontzettend leuk! Om op deze manier de leuke, maar misschien ook iets minder leuke dingen te kunnen delen met jullie. Geïnteresseerden die misschien twijfelen om bij de politie te komen of juist ervaren collega's die hetzelfde mee hebben gemaakt als ik nu mee maak.

Zo stuit je alweer op het einde van kwartiel 5. Om precies te zijn nog 2 weken. Waarvan de laatste week bestaat uit BROA. Dit krijgt elke agent ergens in zijn opleiding. Hierin leren we rijden met optische en geluidssignalen. Ook leren we hoe een kruispunt over te steken, dit kan je natuurlijk niet met 60 km/p uur doen, dit is natuurlijk gevaarlijk voor zowel ons maar ook de burger. Door dit met gepaste snelheid te doen is het voor iedereen veilig.

Tijdens onze opleidingsweek gaan we 1 dag naar Lelystad, waar we op een circuit en op een slipbaan oefeningen moeten doen. Denk daarbij aan een slipcursus, parkeren, een parcours op tijd rijden.  Na de dag in Lelystad vervolgen we onze opleiding in Eindhoven. Hier beginnen met we met theorie, dat hoort er nou eenmaal ook bij. Vervolgens mogen we in de middag de weg op. Dit in koppels van twee en een instructeur.  Hier leren we onder meer in te halen zonder onze ‘toeters en bellen’ te gebruiken.

Ik heb onwijs veel zin om terug de praktijk in te gaan. Alle informatie en nieuwe dingen die we de afgelopen  maanden geleerd hebben in de praktijk brengen. Ben erg benieuwd wat de komende maanden mij en mijn 2 medestudenten, gaan brengen in DAS (Deurne Asten Sommeren).

Joyce (22) volgt de opleiding tot Politiemedewerker. Ze is werkzaam bij het korps Brabant-Zuid-Oost.

donderdag 1 november 2012

Zomaar een werkdag


Na een kort nachtje gaat mijn wekker om 04.30 uur. Direct stap ik uit bed, neem een douche, eet snel wat en stap in de auto. Ook al is het pas 05.45 uur, het is al druk op het politiebureau. De aanhoudingseenheid maakt zich klaar voor een aanhouding. Ik pak mijn burgerholster waar ik mijn wapen in stop, mijn pepperspray, handboeien, portofoon en mijn veiligheidsvest. Langzaam maar zeker druppelen alle andere collega’s ook binnen. Niet alleen collega’s van de recherche en de uniformdienst zijn deze ochtend zo vroeg aanwezig, ook een parketsecretaris, officier van justitie en een rechtercommissaris zijn er. Vanochtend in alle vroegte zal een verdachte worden aangehouden door de aanhoudingseenheid. De collega’s van de uniformdienst zullen vervolgens het betreffende terrein afzetten en iedereen die het terrein op wil zullen ze tegenhouden. Mijn collega’s van de recherche en ik zullen de woning doorzoeken, op zoek naar bewijs. We worden gebrieft door de coördinator en ieder krijgt een taak. Ik ben koppel 1 en zal samen met mijn collega als eerste naar binnen gaan. Wij zullen bij nog de aanwezige bewoners blijven, zodat de andere collega’s rustig hun werk kunnen doen. Nadat we gebrieft zijn, stappen we met z’n allen in de auto en rijden we in een lange rij van ongeveer 15 auto’s naar de betreffende woning. De verdachte is al afgevoerd op het moment dat wij bij de woning aankomen. Een aantal leden van de aanhoudingseenheid is nog aanwezig en dragen de situatie aan ons over. De rechtercommissaris neemt de leiding in de woning en stelt zich voor aan de nog aanwezige bewoners. Ze legt uit wat we komen doen. Nadat de rechtercommissaris de doorzoeking officieel heeft geopend, gaan de collega’s van de recherche aan de slag. Terwijl het hele huis wordt doorzocht, blijven mijn collega en ik bij de bewoners in de woonkamer. Beetje bij beetje komen de bewoners bij van de schrik van een team politiemensen die de woning binnen zijn gedrongen voor de aanhouding van de verdachte. Ze krijgen alleen niet de kans om bij te komen, aangezien er minstens 15 mensen in de woning bezig zijn met een doorzoeking. Na ongeveer 2 uur is de gehele woning doorzocht. De rechtercommissaris sluit vervolgens de doorzoeking. Alle in beslag genomen spullen worden naar de auto’s gedragen en we verlaten het terrein. De bewoners in verbijstering achterlatend… En ik? Weer een ervaring rijker... 

Lisette volgt de opleiding tot Recherchekundige en werkt bij politie Noord- en Oost-Gelderland.

maandag 15 oktober 2012

Op straat is geen dag hetzelfde!

Vraag een politieman of –vrouw naar de redenen waarom hij of zij bij de politie gegaan is en je zal overspoeld worden met clichés: het gevoel dat je krijgt als je een boef vangt, je weet nooit wat je een minuut later aan het doen bent, de verschrikkelijk leuke collega’s en het feit dat geen dag hetzelfde is. Ik ben er achter gekomen, na twee maanden op straat te hebben gelopen, dat al deze clichés waar zijn. Maar dat geen dag hetzelfde is, is voor mij het belangrijkst. Elke dag maak je wel weer wat leuks, moois of ontroerends mee.

Zoals een aantal weken geleden. Ik hield samen met een collega voetsurveillance in een parkeergarage in de Zaanstreek waar regelmatig overlast van hangjongeren is. Het miezerde een beetje, en toen we bijna het bovenste (onoverdekte) parkeerdek op wilden gaan, twijfelden we allebei of het wel nodig was om daar te gaan kijken. Toch gingen we naar buiten en tot onze verbazing stond er een auto met draaiende motor (wie zet z’n auto nou op het bovenste parkeerdek neer als het beneden bijna leeg is?).

Ondanks die draaiende motor zagen we niemand voorin zitten. Mijn collega hield afstand en ik liep richting de auto. Toen ik de auto dichtbij genaderd was en goed keek, zag ik twee mensen op de achterbank liggen die hoogstwaarschijnlijk elkaar net hadden laten zien hoe lief ze elkaar vonden. Ze hadden mij ook al gezien, want ik heb nog nooit zo snel twee mensen liggend hun kleren aan zien trekken. Na een minuut stapte een man uit en beschaamd legde hij uit dat hij en de jongedame (en ik citeer) ‘‘aan het chillen waren’’. We hebben de identiteit van de man en vrouw gecontroleerd, hen dringend geadviseerd voortaan een hotelkamer te boeken en hen verteld dat ze de garage moesten verlaten. Mijn collega en ik liepen weer terug, maar toen we na 5 minuten realiseerden dat de auto ons nog steeds niet gepasseerd was, wisten we al hoe laat het was. We liepen terug en we zagen dat de man en de vrouw gewoon weer opnieuw begonnen waren. Hierop heb ik hen zeer duidelijk uitgelegd dat we hier niet van gediend zijn en ze onmiddellijk weg moesten gaan. Deze boodschap kwam duidelijk aan en de twee tortelduifjes reden meteen weg.

Koopavond in Purmerend. Ik surveilleerde met een collega door het stadje toen ik een man zonder licht zag fietsen in het voetgangersgebied. We hebben hem hierop laten stoppen en hem verteld dat we gezien hadden dat hij zich schuldig maakte aan deze twee strafbare feiten. De man was erg aardig, zei wel dertig keer sorry en was erg behulpzaam totdat we zeiden dat hij een waarschuwing kreeg voor het fietsen door het voetgangersgebied, maar een bekeuring voor het niet voeren van verlichting. Trouwens, hij had wel verlichting maar was deze vergeten aan te zetten. Slim…

Zijn vriendelijke bui sloeg om toen hij dit hoorde en hij ging uit zijn plaat: “Ik ga een klacht indienen!”, “Ga eens boeven vangen!”, “Ben je nu trots op jezelf?” en meer van dat soort clichés passeerden de revue. Meneer werd nog bozer toen hij zag dat hij mij niet van m’n stuk bracht en vroeg mijn naam en dienstnummer om daadwerkelijk een klacht in te dienen. Hij leek licht teleurgesteld toen hij zag dat ik dit gaf en ik dit geen probleem vond, en even later liep hij boos weg.

Een paar dagen later overkwam me het volgende. Ik kreeg een oproep van de meldkamer om naar een supermarkt in de Zaanstreek te gaan omdat daar een winkeldief zou zijn betrapt door personeel. Toen ik samen met nog 3 collega’s (waaronder 2 andere studenten) arriveerde, werden we al opgewacht door personeel van de winkel. Toen we binnenstapten zagen we meteen wie de pineut was: een jongen van in de 20, ik noem hem X, keek ons ontdaan aan. Twee collega’s gingen de camerabeelden bekijken, een andere collega en ik gingen het verhoor doen met de verdachte. Allereerst wees ik X op het recht om te zwijgen en het recht op een advocaat, maar X bekende meteen de diefstal. Toen ik zijn gegevens opvroeg bij de meldkamer nadat ik hij mij zijn legitimatiebewijs gegeven had, hoorde ik dat hij de code ‘vuurwapengevaarlijk’ had. Bij mij gingen alle alarmbellen rinkelen toen ik dat hoorde, en was ik extra scherp op verdachte bewegingen. Ik informeerde mijn collega’s en we hebben X vrij snel afgevoerd naar het cellencomplex. Hij bleek gelukkig geen wapen bij zich te dragen.

Ik had niet gedacht dat ik al zoveel leuke en spannende dingen zou meemaken tijdens de eerste twee maanden op straat. Ik heb vaak in een situatie gestaan die ik nog nooit had geoefend op de academie, maar de kunst is dan om naar eigen inzicht juist te handelen. Gelukkig is er altijd een ervaren diender in de buurt, de praktijkcoach, aan wie je altijd hulp kan vragen. Al met al heb ik het enorm naar m’n zin op straat, maar heb ik ook zin om over een paar weken weer naar school te gaan. En trouwens, die klacht van die man? Nooit meer iets van gehoord…

Tom volgt de opleiding tot Allround politiemedewerker (hoofdagent) en werkt bij politie Zaanstreek-Waterland.

dinsdag 11 september 2012

Koffie en een krakeling!


“Een jonge vrouw komt in paniek aan het bureau. Zij vertelt mij dat haar oma thuis op de bank zit en nergens op reageert. De televisie staat aan en doordat de ketting op de deur zit kan de vrouw het huis niet in. Oma reageert niet op het aanbellen en . De vrouw denkt dat oma is overleden en is ontroostbaar.

Met regelmaat vinden wij ouderen in hun woning die een natuurlijke dood zijn gestorven en ik ga er vanuit dat dit weer zo'n geval is. Samen met een collega gaan we met de jonge vrouw mee naar de woning van haar oma.

Aangekomen bij de woning zien en horen wij dat de televisie aan staat, het volume staat op 10. We kunnen nog net twee benen van een vrouw zien. We besluiten de deur netjes open te maken in plaats van met mijn maat 42. Na even priegelen weten we de ketting los te krijgen. We vragen de jonge vrouw buiten te wachten en betreden de woning.

Op de bank zit, onderuit gezakt, een oude vrouw, ik schat haar een jaar of 80. Haar mond staat open en haar hoofd hangt schuin naar links. Om er toch zeker van te zijn dat mevrouw echt overleden is leg ik mijn wijs en middelvinger op de slagader in de hals van de vrouw. Het moment dat mijn vingers de nek van de oude vrouw raken komt zij met een schok en een gil overeind. Met wijd opengesperde ogen kijkt de vrouw mij doodsbang aan. Ook ik schrik me rot van de reactie van de vrouw. Ik val bijna achterover en wordt nog net opgevangen door mijn collega.

De vrouw blijkt zeer slechthorend te zijn en had haar gehoorapparaten na het eten even uitgedaan, om toch nog iets van de televisie mee te krijgen stond het geluid op 10. Tijdens het kijken van het journaal was de vrouw op de bank in slaap gevallen.

Onder het genot van een ouderwets sterke bak koffie en een krakeling zijn oma en ik bekomen van de schrik.”

Jacco is werkzaam als Agent.

woensdag 15 augustus 2012

En dan ga je de straat op...

Het was zover: samen met 7 andere medestudenten stonden we in een rij te luisteren naar de speech van de korpschef. Op deze heugelijke dag ben ik beëdigd. Bij veel beroepen is de beëdiging slechts een formaliteit, maar bij de politie is het erg belangrijk om deze te hebben gedaan voordat je de straat op gaat: pas na deze bijeenkomst mag je gebruik maken van de bevoegdheden. Elke politieambtenaar moet 2 verschillende ‘eden’ of beloftes afleggen: de eed van zuivering en van trouw. Omdat ik niet gelovig ben, heb ik de belofte (‘Dat verklaar en beloof ik’) en niet de eed (‘Zo waarlijk helpe mij God almachtig’) afgelegd. Even was ik bang dat ik de slappe lach zou krijgen toen ik mijn zegje moest doen, maar gelukkig kon ik nog net op tijd serieus doen. Daarna werd het volkslied gespeeld en zongen ik en nog een paar collega’s uit volle borst mee.

Twee dagen later gingen we 3 dagen op kamp met alle nieuwe studenten en een aantal begeleiders. Ik ga hier niet al te veel over vertellen omdat deze drie dagen voor alle nieuwe collega’s één groot mysterie moeten blijven, maar wat ik wel kan zeggen is dat ik, na die drie dagen, het complete leven geheel opnieuw ben gaan herwaarderen. En dan met name mijn kachel, douche en bed.

Ik loop nu een aantal weken op straat en het bevalt beter dan ik had verwacht. Waar ik het meest aan moest wennen tijdens het lopen over straat in uniform, is dat ie-der-een je aankijkt. Daarbij merk ik dat ik steeds anders naar ‘de straat’ begin te kijken. Vroeger keek ik, als ik door een winkelstraat liep, naar aanbiedingen in winkels. Nu probeer ik, als ik werk, oogcontact met winkeliers te maken om te kijken of alles op orde is. Vroeger liep ik hoofdschuddend langs fietsen die rommelig stonden geparkeerd. Nu kijk ik naar de sloten of er misschien een gestolen fiets tussen zit, en dit doe ik onbewust ook als ik niet werk. Tijdens de schoolperiode heb ik veel geleerd, maar nu in de praktijk zie ik hoe alles ‘in het echt’ gaat.

Een paar weken terug was er een grote brand in Zaandam, en was het alle hens aan dek: mijn twee praktijkcoaches, twee collega-studenten en ik moesten helpen met een weg afzetten. Automobilisten mochten niet rechtdoor, maar moesten weer richting de snelweg rijden. Niet lastig, zou je denken, maar veel automobilisten reden toch even naar ons toe om te kijken of er voor hen echt geen uitzondering gemaakt kon worden. Daarbij waren er ook slimmeriken die het handig vonden om te gaan spookrijden, om zo de wegblokkade te omzeilen. Het blijft altijd opletten, werken bij de politie!

Tom volgt de opleiding tot Allround politiemedewerker (hoofdagent) en werkt bij politie Zaanstreek-Waterland.

dinsdag 31 juli 2012

Mensen helpen tegen hun wil in


“Mijn werk is het leukste werk van de wereld, al zijn er wat dingen die minder leuk zijn of ingewikkeld. Veel mensen zeggen dat ze bij de politie willen om mensen te helpen, en dat is nu net waar ik soms moeite mee heb. Bij een verkeersongeval of een mishandeling is het mooi en dankbaar om mensen op te lappen of te troosten maar soms moet je mensen helpen terwijl zij het zelf niet willen. 

In de streek waar ik werk zijn een aantal GGZ-instellingen, oftewel psychiatrische inrichtingen. Geregeld wordt de politie erbij gehaald om cliënten te separeren. Dat wil zeggen dat mensen zo door het lint gaan of waanbeelden hebben dat zij een gevaar voor zichzelf of anderen zijn. Het beste is dan om iemand in een isoleercel tot rust te laten komen, maar geregeld gaat dat niet vrijwillig.

Voor de begeleiders is dit zwaar vanwege de dingen die ze (soms letterlijk) naar hun hoofd gesmeten krijgen, voor de patiënt die best in paniek is, en soms ook voor de politie. Met vier man sterk staan we hulp te verlenen door iemand met een schild tegen de muur te drukken en in een klem te houden voor een injectie. Behoorlijk dubbel dus, en ‘dankjewel’ hoef je niet te verwachten, maar uiteindelijk is het toch het beste, ook voor medepatiënten die veel van de onrust op de afdeling meekrijgen. 

Eerst proberen we het met praten, en als dat niet helpt moet ik altijd even diep ademhalen om de ‘strijd’ aan te gaan. Zo min mogelijk geweld gebruiken is het beste en daar worden we in opgeleid maar soms is het niet te vermijden. Ook dit hoort bij politiewerk, en als ik de opluchting zie bij de begeleiders weet ik dat het niet voor niets is.”

Jan-Martijn (32) volgt de opleiding tot Politiemedewerker. Hij werkt bij korps Noord-Holland Noord.

maandag 16 juli 2012

Straatterreur


Al weken komen de meldingen binnen: "Hij is er weer en is zeer agressief". Niemand is veilig voor zijn agressie. Kinderen worden binnen geroepen als hij weer in aantocht is. Ouderen lopen een blokje om. Honden en katten worden aangevallen en lopen met regelmaat letsel op. Hij is slim of heeft ieder keer geluk dat hij na een melding in het niets lijkt te zijn opgegaan. Ik stap alleen in een dienstauto en ga onderweg naar de laatst genoemde locatie. Ik hoop van harte dat ik hem deze keer tegen het lijf loop, er moet nu eens een einde komen aan zijn voortdurende straatterreur.

Deze keer heb ik geluk, ik zie hem nog net een steeg in lopen. Ik stap uit en loop behoedzaam de steeg in. Weer lijkt hij in het niets te zijn opgegaan. Plots hoor ik iets boven mijn hoofd. Vanaf het dak van een schuurtje kijkt hij op mij neer. Er gaat een rilling door mij heen nu ik oog in oog met hem sta. In een reflex grijp ik hem vast en trek hem van het schuurtje. Ik duik vervolgens boven op hem en ben vastberaden hem niet meer los te laten. Hij is sterk en met moeite kan ik hem in bedwang houden. Een buurtbewoner komt op zijn gegil af en reikt mij een groot kleed aan. Nadat ik het kleed om hem heen heb gewikkeld kalmeert hij en geeft zich gewonnen.

De buurt slaakt een zucht van verlichting nu iedereen weer veilig over straat kan. Hij, een uit de kluiten gewassen pauw is door de dierenambulance opgehaald en verbannen naar een boerderij met veel ruimte en vrouwelijke metgezellen.”

Jacco is werkzaam als Agent

dinsdag 12 juni 2012

Mijn 'zelfervaring pepperspray'

Al tijdens een van de eerste AZ-trainingen is ons verteld dat we een intieme ontmoeting zouden krijgen met een van onze meest heftige geweldsmiddelen: de pepperspray, of, zoals ik hem noem: de peperspuit. Eindelijk was het dan zover. Bewapend met minimaal twee handdoeken, vier plantenspuiten en extra kleding liepen mijn klas en ik naar buiten richting de ruimtes waarin speciale wasbakken stonden. Een paar dagen ervoor hadden we al bij een andere klas gezien hoe heftig de reacties op pepperspray konden zijn maar ondanks die spookbeelden in ons achterhoofd bleef iedereen kalm en rustig.

Eerst een uitgebreide uitleg over de zelfervaring. Iedereen moest een ‘buddy’ zoeken die voor je zou zorgen als je gesprayd was. Hij of zij moest de blinde klasgenoot richting de wasbakken leiden en verder voor hem of haar zorgen. Er werd gezegd dat je vooral op je ademhaling moest letten tijdens het uitspoelen van de ogen omdat er anders kans was op hyperventilatie. Daarbij kon het lijken alsof je geen adem kreeg als je boven die wasbakken stond. De enkeling die nog niet zenuwachtig was (of zoals een klasgenoot het eens mooi heeft verwoord: extra waakzaam, iets minder dienstbaar) werd dat wel door dit verhaal…

We liepen weer terug naar de parkeerplaats waar het ging gebeuren. Het eerste ‘slachtoffer’ liep naar voren. Het idee was dat, als je ‘gepepperd’ was, je of moest proberen te trappen en stoten op een stootkussen, of een verdachte te boeien. De eerste klasgenoot koos voor de eerste optie: de stootkussens. Hij stond bijna tegen een muur aan met zijn ogen dicht. Toen de leraar hem de volle mep gaf in zijn gezicht, opende hij zijn ogen waarna deze net zo snel weer dichtgingen. Compleet gedesoriënteerd begon hij te trappen en stoten waarna hij op de grond ging zitten. Dit was het teken voor de buddy om hem mee te nemen naar de wasbakken.

Als een van de laatste was ik... Ik ging bij de muur staan met mijn ogen dicht. Kort nadat de leraar vroeg of ik klaar was en ik twijfelend ‘mmm’ mompelde, voelde ik een harde straal over mijn voorhoofd en ogen. Ik opende mijn ogen voor zover dat kon. Meteen moest ik ze sluiten, rook ik een soort scherpe peper/sambalgeur en begon de pijn. Het voelde alsof iemand een fles met de heetste sambal oelek met een druk van 50 bar in mijn gezicht had gespoten. Mijn ogen openen ging absoluut niet. Ik had ervoor gekozen om bij iemand de handboeien aan te leggen. Ondanks de verschrikkelijke pijn in mijn ogen en mond (ik was zo slim geweest mijn mond open te houden toen de pepperspray gespoten werd) ging het aanleggen nog vrij gemakkelijk. Hierna moest ik een soort van hurken zodat ik door mijn buddy opgehaald kon worden.

Aangekomen bij de speciale wasbak, waarbij water van onderen wordt gespoten, kreeg ik na ongeveer 5 minuten spoelen heel even mijn ogen open. Na een minuut of 10 kreeg ik mijn kijkers helemaal open en werd het branden steeds minder. In plaats van pijn in m’n ogen, begon nu mijn huid enorm te branden. Die pijn was te vergelijken met de hele dag in de brandende zon zonnebaden en daarna niet insmeren met aftersun, maar met citroensap. Dit gevoel werd gelukkig steeds minder en nadat ik gedoucht had leek het alsof er niks gebeurd was.

Nu ik er op terug kijk was het echt kicken! Nuttig was het absoluut ook: ik weet nu wat ik moet doen en hoe ik reageer als een collega straks in de praktijk per ongeluk pepperspray in mijn gezicht spuit (*afkloppen*). Daarbij heb ik besloten om niet bij ieder wissewasje ‘de peperspuit te hanteren’. Helemaal als ik bedenk dat een ‘gepepperde’ verdachte eerst nog eens een rit naar het bureau moet overleven voordat hij zijn ogen kan spoelen. Alleen gebruiken bij noodgevallen dus…

Tom volgt de opleiding tot Allround politiemedewerker (hoofdagent) en werkt bij politie Zaanstreek-Waterland.

woensdag 23 mei 2012

Automatische piloot


“Op een dag had ik een zelf in te vullen dienst. Samen met een klasgenoot besloten we om samen naar buiten te gaan. Om te surveilleren in ons gebied en te oefenen voor het examen verkeersongevallen wat er aan zat te komen. Een niet al te drukke dag zou je verwachten.

Die middag zal ik niet snel meer vergeten, misschien wel nooit meer. Ik weet niet meer precies hoe laat het was, maar de melding kan ik me nog goed herinneren. REANIMATIE!! De meldkamer stuurde onmiddellijk de beschikbare eenheden aan, waaronder ons. Terwijl we onderweg waren kon de meldkamer via de GPS zien waar de verschillende auto's zich bevonden. Naar aanleiding hiervan vertelde hij ons dat wij als eerste auto ter plaatse zouden zijn. Bonk bonk, een brok in mijn keel en gierende zenuwen. Ik begon mezelf af te vragen, hoe moest het ook alweer? Wat komt er eerst? Wat kan ik verwachten? Wat voor slachtoffer zou het zijn? Maar vooral...dit wordt mijn eerste echte reanimatie.

Toen we bijna ter plaatse waren nam de automatische piloot het over. We maakten direct onderling afspraken. Mijn collega parkeert de auto en omdat het slachtoffer aan zijn kant ligt zal hij er meteen naartoe gaan. Ik pak de AED en ik zal me bezig houden met het beademen als dat kan. We vliegen beide de auto uit en beginnen. Niet nadenken maar gewoon doen. Er staan een hoop mensen bij het slachtoffer en we zien dat er al mensen bezig zijn met reanimeren. Snel zorgen we ervoor dat we de reanimatie overnemen van de aanwezige.

Na wat 10 minuten lijkt te zijn, komt de ambulance en neemt het over. Alles wat we nu nog kunnen doen is toekijken hoe zij vechten voor het leven van deze nog redelijk jonge vrouw. De vrouw wordt meegenomen en uiteindelijk krijgen we later die dag de uitslag. Helaas, de vrouw heeft het niet gered en bleek een zware hersenbloeding te hebben gehad. Dat valt tegen maar je weet dat je gedaan hebt wat je kon.

Die dag krijgen we veel complimentjes van de collega's over hoe we gehandeld hebben. Maar ook vragen veel collega's hoe het met ons gaat. En dat is erg fijn. Je wil het er toch over hebben, je verhaal kwijt. Door de collega's kun je het een plek geven. Dat is nodig, want er komen nog veel meer dingen die je zult moeten kunnen verwerken. Dat is nu eenmaal het werk.”

Ilona volgt de opleiding tot agent op de Politieacademie in Eindhoven.

vrijdag 11 mei 2012

Hé Jacco, weet je nog?


Al voor de derde keer die avond probeer ik met mijn dienstauto een bromfietser staande te houden. De jongen die het wrak bestuurt, rijdt met hoge snelheid, zonder helm, verlichting en verzekeringsplaatje door de smalle straatjes van de dorpskern. Twee keer was de jongen mij te slim af en wist via smalle poortjes te ontkomen.

Deze keer ben ik vastbesloten de jongen zijn dollemansrit te beëindigen voordat er onschuldige burgers worden aangereden. De jongen rijdt via een smalle straat een doorgaande weg op. Ik ruik mijn kans, want ik weet dat de weg verderop een scherpe bocht naar links maakt. Als ik nu naast de brommer kan gaan rijden, kan ik hem de mogelijkheid ontnemen naar links te sturen en zal de jongen zijn bromfiets moeten stoppen. Aangekomen bij de bocht zie ik de jongen, niet zoals verwacht afremmen, maar vol gas het trottoirs oprijden en rechtdoor het gras oprijden. Wat de jongen even vergeten was is dat de gemeente hier jaren terug een hele mooie grote vijver heeft aangelegd. Met een grote plons belandt de jongen samen met zijn bromfiets in het water.

Verschrikt zet ik mijn dienstauto stil en loop naar de rand van de vijver, met het idee achter de jongen aan te moeten springen om hem te moeten redden. Ik zie de jongen de kant op klimmen en druipend van het water is het eerste wat hij tegen mij zegt: "Ik hoop dat mijn telefoon het nog doet!". Het enige wat ik door de schrik de jongen kan toesnauwen is: "Hier die telefoon en terug het water in. Haal je bromfiets eruit of je krijgt ook nog eens een milieuverbaal." Zonder te verblikken of verblozen duikt de jongen, tot mijn grote verbazing, de plomp weer in en haalt zijn bromfiets uit het water.

De jongen deed afstand van zijn verzopen bromfiets en daar heb ik het bij gelaten. Nu, jaren later kom ik de jongen nog wel eens tegen. Het eerste wat hij dan schaterlachend tegen mij zegt is: Hé Jacco, weet je nog hoe ik de vijver inreed? Ik lach als een boer met kiespijn, omdat ik weet dat het ook anders had kunnen aflopen…

Jacco is werkzaam als Agent.

woensdag 25 april 2012

De AZ-training

Inmiddels is de opleiding begonnen en zit ik in een klas met 14 mede-studenten. Vanaf het begin was er al een soort positieve competitieve strijd, wat ook mooi zichtbaar werd tijdens onze eerste aanhoudings- en zelfverdedigingstraining (AZ-training) op dinsdag. We begonnen natuurlijk met een warming-up, die Spartaans aandeed, waarna we gingen oefenen met ‘boeien’ en zelfverdediging. De meesten, waaronder ik, hadden al meteen spierpijn maar veel tijd om fysiek uit te rusten was er niet: de dag erop hadden we teambuildingsdag in IJmuiden. We moesten onder andere klimmen in een 22-meter hoge toren en 2,5 kilometer sjouwen met twee balken waar ook nog eens iemand bovenop zat. Ondanks de zware inspanningen was het een mooie dag.

Na heel wat wetsteksten doorgeworsteld te hebben, een teennagel verloren te hebben tijdens de AZ-training en vooral veel gelachen te hebben met klasgenoten, zit ik nu bijna twee maanden in de opleiding. Over ruim een maand ga ik voor het eerst de straat op: ik heb dan mijn eerste ‘korpskwartiel’: drie maanden stage. Maar zo ver is het nog niet: ik zal eerst nog heel wat tijd moeten doorbrengen in de schoolbanken en de vier proeven van bekwaamheid af moet leggen. Nog even flink aan de bak dus! En elke keer als ik zenuwachtig uitziende jongens en meiden met rode sleutelkoorden de selectieafdeling op school in zie lopen, denk ik terug aan 7 januari . En hoop ik dat ik ze over een paar maanden als collega’s bij de kluisjes mag begroeten.

Tom volgt de opleiding tot Allround politiemedewerker (hoofdagent) en werkt bij politie Zaanstreek-Waterland.

woensdag 4 april 2012

Eén lijntje pepper

“We zitten elkaar al een week gek te maken. Vanavond IBT-les met pepperspray. We zullen er aan moeten geloven, de pepperspray wordt daadwerkelijk in onze ogen gespoten. Logisch, want als het voor het eerst op straat gebeurd door een verkeerde windrichting bijvoorbeeld, dan reageer je als agent misschien wel heel anders dan van te voren gedacht. Mijn collega’s op mijn andere werk leven met me mee, mijn vriend lacht me uit en kennissen die reeds agent zijn zeggen dat ik me niet moet aanstellen. Hoe dan ook, een tikkeltje nerveus ben ik wel.

Na afloop ben ik blij dat het achter de rug is.  We moesten eerst in een hokje binnentreden waar pepperspray in was gespoten. Dit sloeg gelijk op mijn longen, kokhalzend kwam ik naar buiten. Daarna kregen we buiten, een rechte lijn van pepperspray over onze gesloten ogen gespoten en moesten we hierna onze ogen openen. Het branderige gevoel op mijn gezicht vond ik niet zo erg. Wel heb ik een ware strijd met de oogdouche gevoerd over de substantie die niet uit mijn ogen wilde en mijn ademhaling die niet normaal wilde worden. Resultaat; veel boeren, neus ongegeneerd snuiten, rode opgezwollen ogen en een “nieuwe” angst voor water waarvan ik niet wist dat ik deze had. Drie van mijn klasgenoten hadden niet zoveel last. Bij hen was het na 5 minuten alweer volledig uitgewerkt. Zij zijn vrijwillig nog een keer gepepperd. Ondertussen spray ik nog maar een keertje water in mijn gezicht met de plantenspuit ter verkoeling. 

Aan het einde van de avond evalueren we onze spraysessie. Alhoewel ik van te voren wel 10 redenen had kunnen bedenken om niet te gaan en mijn avond te besteden voor de TV met een glas wijn in mijn hand en desnoods een bord pittig eten, was het een leerzame avond waar ik mijn klasgenoten nog beter heb leren kennen. Grappig om te zien hoe zoveel verschillende type persoonlijkheden met uiteenlopende banen toch praktisch allemaal hetzelfde reageren op “1 lijntje pepper.”

Jill (29 jaar) is eventmanager bij de ANWB. In haar vrije tijd volgt ze de opleiding tot politievrijwilliger bij de regio Haaglanden.

maandag 26 maart 2012

“Bont, blauw, voldaan en genoten”

Mijn achtste schoolweek van dit kwartiel zit er weer op. In deze blog neem ik jullie mee naar een training zoals je deze in je laatste kwartielen op school kunt krijgen.

De meeste lessen in het laatste jaar zijn voor de kernopgave Dreigende Escalatie. We worden klaargestoomd om op te treden bij evenementen met een dreiging dat het uit de hand kan lopen. Door zeven agenten wordt een aanhouding verricht in een grote groep. Deze ochtend stond in het teken van samenwerking en fysieke training, hiervoor gingen we naar de stormbaan bij de marechaussee.

We startten met de standaard warming-up. Bij onze docent is dat twee rondjes hardlopen op de sintelbaan. Tijdens het tweede rondje worden op iedere hoek diverse krachtoefeningen uitgevoerd zoals opdrukken, buikspieroefeningen en kniebuigingen.

Na de warming-up werd de groep in vier teams opgesplitst. De eerste ronde stormbaan was op basis van samenwerking en techniek. De docent gaf ons tips en aanwijzingen en we herhaalden de hindernissen meerdere malen om de verschillende technieken onder de knie te krijgen. Als team help je elkaar hierbij zowel op fysiek als mentaal vlak. Je helpt elkaar dus om bijvoorbeeld een muur over te klimmen, maar ondersteunt elkaar ook mentaal. Sommige hindernissen zijn op hoogte en brengen de nodige spanningen met zich mee.

Na deze ronde volgde er nog een. Dit keer gingen we werken op tempo met de technieken die zojuist waren aangeleerd. Ook nu was je als team aan het werk en bleef je nauw met elkaar samenwerken. De samenwerking verliep soepel en al snel waren alle teams de baan weer over. Met een korte evaluatie sloten we de training af.

Wat is er nou lekkerder dan gezellig met zijn allen fysiek aan de slag en heerlijk weer erbij?
Onze conclusie: Bont, blauw, voldaan en genoten!!

Lindy volgt de opleiding tot Allround politiemedewerker (hoofdagent) in Apeldoorn. Ze werkt bij korps Utrecht.

dinsdag 13 maart 2012

Begin van een hopelijk lange carrière...

Daar zat ik dan rond half 9 ’s morgens op de Politieacademie Amsterdam op 7 januari 2011. Na een positief intakegesprek mocht ik selectiedag A gaan ondergaan. Deze ronde bestond uit een taal-, intelligentie- en sporttest. Nadat ik kennis gemaakt had met mijn ‘collega-selectiekandidaten’ begon de taaltest, die naar mijn mening redelijk makkelijk was. We moesten woorden invullen, teksten lezen en daar vragen over beantwoorden en een aantal formele en informele brieven schrijven. Na een lichte lunch tussen de geüniformeerde studenten in de kantine stond de sporttest op het programma: een paar rondjes op een parcours met een strakke tijdslimiet. Over een kast springen, ballen van een aantal kilo verplaatsen en een zware kar duwen en trekken. Dat was niet voor iedereen even makkelijk: een jongen rende kokhalzend naar het toilet nadat hij het parcours afgelegd had terwijl een andere kandidaat na het parcours erbij liep alsof hij nog een marathon kon lopen. Het leek alsof mijn longen in de fik stonden toen ik het parcours gelopen had maar ik had het gehaald. Na de sporttest kregen we nog een intelligentietest. Deze bestond vooral uit cijfercombinaties. Ik zag daar niet zo tegenop, maar het werd toch nog flink zweten. Hoe meer antwoorden je namelijk goed hebt, hoe moeilijker de opdrachten worden. Na deze toets moesten we een uurtje wachten waarna de uitslag bekend gemaakt zou worden. Twee van de acht kandidaten waren geslaagd, waaronder ik!

Twee weken later. Selectiedag B. Eerst had ik een gesprek van ongeveer anderhalf uur met een psycholoog. Met welke normen en waarden was ik opgevoed? Hoe heeft mijn omgeving gereageerd op het feit dat ik bij de politie wil? Of ik ooit met de politie in aanraking ben gekomen? Ik gaf zo eerlijk mogelijk antwoord. Veel tijd om bij te komen was er niet: na een korte pauze begon het volgende onderdeel: het rollenspel. Hoe ga je om met iemand die woest op je is? En hoe houd je iemand in een kamer als hij of zij eruit wil? Tot slot moest ik op de computer ongeveer 350 vragen beantwoorden over mijn karakter. Hierna kon ik naar huis gaan: ik zou het psychologisch rapport vanzelf thuis ontvangen. Ik ging met een rotgevoel naar huis: had ik het wel goed aangepakt met dat rollenspel? En had ik mijn antwoorden wel goed geformuleerd bij het psychologisch gesprek? Na ruim een week in zak en as te hebben gezeten kreeg ik mijn selectierapport thuisgestuurd. De uitslag was zeer positief, en nadat ik deze had ingestuurd naar mijn korps, Zaanstreek-Waterland, kreeg ik vrijwel direct een uitnodiging voor het korpsgesprek.

Bij het korpsgesprek werd er vrolijk op mijn psychologisch rapport voortgeborduurd. Hoe zat het met mijn integriteit? Hoe zou ik reageren als ik een chirurg op weg naar een spoedoperatie zou betrappen die met een flinke slok op achter het stuur zat? En wat zou ik doen als ik een vriend door rood zag lopen? Dit gesprek ging voor mijn gevoel erg goed en terwijl ik nog in de trein zat naar huis, werd ik al gebeld dat ik in principe was aangenomen! De laatste hobbels die ik nog moest nemen waren het medisch onderzoek en het geschiktheids- en betrouwbaarheidsonderzoek. Bij het bezoek aan de bedrijfsarts werd (letterlijk en figuurlijk) het hemd van mijn lijf gevraagd en werden onder andere mijn longen, ogen, gewrichten en reflexen getest. Bij het huisbezoek, dat onderdeel uitmaakt van het geschiktheids- en betrouwbaarheidsonderzoek, werd mijn persoonlijke leven binnenstebuiten gekeerd. Een rechercheur kwam bij mij thuis en stelde allemaal persoonlijke vragen over onder andere mijn jeugd, seksleven en alcoholconsumptie. Een heftige ervaring, die mij eerder het gevoel gaf een crimineel te zijn dan een aanstaande collega… Eén voordeel: ik weet nu hoe een verdachte zich voelt tijdens een verhoor. Maar het was allemaal niet voor niets geweest. Een week later kwam de uitslag: beide onderzoeken waren positief en ik kon mijn contract komen tekenen. Mijn jeugddroom was uitgekomen: ik was aangenomen bij de politie!

Tom volgt de opleiding tot Allround politiemedewerker (hoofdagent) en werkt bij politie Zaanstreek-Waterland.

woensdag 29 februari 2012

Laatste blog

“Nadat ik de eerste 5 periodes bij het Klpd heb gewerkt, ben ik overgestapt naar de politie Flevoland. Het werkaanbod bij het Klpd is erg specialistisch (red. bijvoorbeeld spoorweg- of waterpolitie). Maar voor mij te beperkt. Ik wilde graag het échte politiewerk op straat doen. Dus de overstap naar Flevoland gemaakt en ik ben geplaatst in Almere.

In Almere is het gebruikelijk dat in kwartiel 6 de studenten een recherchestage van twee weken doen. In deze stage heb ik veel geleerd, maar het leukste vond ik het doen van een huiszoeking. Omdat er spoed bij zat en er verder niet veel collega’s beschikbaar waren, ging ik mee. Van te voren werden we kort ingelicht waar er naar gezocht werd en wie we in de woning konden aantreffen. De instructie was 1 keer aanbellen en als er dan niet werd opengedaan, de deur open rammen. Dit om te voorkomen dat er bewijsmateriaal vernietigd zou worden. Ik werd gevraagd om samen met een ervaren collega de deur dan open te rammen. Daarvoor gebruiken we bij de politie in spoedgevallen een zware metalen buis. Tja, daar sta je dan. Mijn eerste huiszoeking en direct al met die deurram in handen. Eenmaal bij het huis aangekomen werd er aangebeld en gewoon opengedaan. Best jammer, ik had graag in actie willen komen… De persoon in de woning werd naar het politiebureau gebracht omdat wij vermoedden dat hij illegaal was. Toen aan het zoeken gegaan en dat vond ik heel bijzonder. Dan worden alle lades opgetrokken, matrassen opgetild, alles wordt bekeken. Een bizar gevoel om zo in iemands privéleven te duiken. Uiteindelijk niets aangetroffen, alles weer achtergelaten zoals we het hebben aangetroffen en de deur weer achter ons dichtgetrokken. Uit onderzoek bleek trouwens dat de persoon in de woning niet illegaal was. Hij werd weer netjes thuisgebracht.

Natuurlijk heb ik nog veel meer beleefd. Ik heb geen seconde spijt gehad van de overstap. Ik kan Flevoland aanraden om te werken. En er zijn nog veel vacatures die dit jaar opgevuld moeten worden.
Dit was mijn laatste blog. Ik hoop dat ik jullie wat wijzer heb gemaakt over de politieopleiding en het werk van de politie. Als jullie willen solliciteren of al bezig zijn, veel succes ermee en wellicht tot ziens!”

Rob zit in het tweede jaar van de politieopleiding op de Politieacademie in Apeldoorn. Hij werkte bij het Korps Landelijke Politiediensten en is sinds kort overgestapt naar korps Flevoland.

dinsdag 14 februari 2012

Babbeltruc

“Ze schaamt zich en durfde bijna niet te bellen. Gelukkig heeft ze de moed opgevat en 0900-8844 gebeld. Haar telefoontje komt bij mij, op het Politie Service Center, binnen. Ze is op leeftijd en weduwe, ze woont alleen. Vanmiddag ging de deurbel en stonden er twee nette jongedames aan de deur. Van de bejaardenzorg, zeiden ze, en ze hielden haar een klembord met officieel uitziende papieren voor. Of ze even bij mevrouw binnen mochten komen om een praatje met haar te maken?

Van de weeromstuit heeft ze beide vrouwen binnengelaten en aan de eettafel kwam het tot een gesprek. De jongste van de twee vroeg haar beleefd of ze even gebruik mocht maken van het toilet? Ze heeft de jongedame het toilet gewezen en tijdens die plaspauze heeft de oudste van de twee het gesprek met mijn meldster afgerond. Na gedane zaken hebben de twee vrouwen afscheid genomen, de een met een nog wat nattig aanvoelend handje. Argwaan heeft ze geen moment gehad.

Niets is wat het lijkt
Nu, twee uur later, staat ze op het punt een vriendin een bezoekje te brengen en bij het aantrekken van haar jas mist ze haar portemonnee. Ze heeft overal al gezocht, al wist ze eigenlijk heel zeker dat ze haar portemonnee in die jaszak opgeborgen had. Ook de ringen, die ze op haar nachtkastje had neergelegd, blijken te zijn verdwenen. Ze begint te snikken, haar trouwring lag daar tussen, die is wat te groot geworden voor haar oude vingers.
De vogels zijn gevlogen en eigenlijk moet ik mevrouw verwijzen voor het doen van aangifte. De oude mevrouw is echter zo over haar toeren, dat ik toch besluit de Politiemeldkamer te vragen collega's van de Noodhulp bij haar langs te sturen. Een beetje opgelucht belooft ze me niemand zo maar meer binnen te laten en altijd even naar een legitimatie te vragen. Ik druk haar op het hart zo met mijn collega's te beginnen, want oefening baart kunst.”

Eveline werkt op het Service Center van de politie. Hier komen alle telefoontjes naar 0900 – 8844 binnen.

maandag 6 februari 2012

Sporttest

“Solliciteren bij de politie kan best lang duren. Gesprekken, rollenspel, intelligentietest. Elke keer is het weer spannend of je een onderdeel gehaald hebt. Soms heb je het idee dat je bij ‘the Voice’ zit. Zingen kan ik niet maar rennen des te beter.

Voorheen was ik nooit zo sportief maar als je boeven wilt vangen moet je af en toe een sprint trekken. Dus als voorbereiding op de sporttest ging ik elke dag hardlopen. Ipodje op en gaan. Na een tijdje begon ik het echt leuk te vinden en ging ik steeds verder (en harder). Tip voor je test: train op interval, dat wil zeggen, wissel wandelen en sprinten af.

Een week voor de sporttest kreeg ik verschrikkelijke griep, hoge koorts en alles wat daarbij hoort. Nou lekker is dat, al die maanden getraind voor nop. Ik ging wel naar de Politieacademie in Amsterdam want ik wilde nu eenmaal per se agent worden. Natuurlijk was ik zo stoer niks te vertellen over mijn griep en een beetje bleek en zweterig begon ik.

Als een malle rennen, over de kast, over de banken, snel linksom, kar beetpakken, oefenballen verplaatsen. Na de langste 3.19 minuten van mijn leven was ik over de finish. Een seconde later en ik kon uitkijken naar een andere baan. Als advies kreeg ik: ”Kijk of je wat aan je conditie kan werken want je hebt het net aan gehaald!” Nou ja, de buit was binnen en ik kon op naar de volgende ronde.

Deze sporttest doe je elk half jaar dus ik heb gelukkig al een paar keer laten zien dat mijn training niet voor niets was. Goed voorbereid naar je test? Kijk op www.kombijdepolitie.nl

Jan Martijn is inmiddels aangenomen als agent bij korps Noord Holland-Noord.

donderdag 2 februari 2012

Dat verklaar en beloof ik

“Het is een mooi gezicht; bijna veertig politieagenten-in-de-dop in twee rijen schouder aan schouder. Zwarte jasjes met gouden knopen, iedereen op zijn best. Op het hoofdbureau zijn we bij elkaar gekomen voor de beëdiging voor de praktijkstage. Plaatsvervangend korpschef Martine Vis neemt bij ons de eed of belofte af, waarmee we beloven te allen tijde integer te zijn. Ze komt voor me staan, kijkt me in de ogen, mijn naam wordt genoemd en dan zeg ik het: 'Dat verklaar en beloof ik.’

Ik ben eigenlijk een beetje aan de late kant. Er staan al heel veel mensen in uniform in de zaal, klaar om te oefenen. Snel omkleden en aansluiten maar. Twee begeleiders schieten te hulp en maken mijn uniform nog even compleet, want ik bleek de metalen strepen voor op mijn schouders en het brevet met het politielogo te missen.

Wij als vrijwilligers zijn maar een klein deel van de groep politiestudenten die de praktijkstage gaat beginnen. We staan op volgorde van achternaam, maar ook gesorteerd naar wie de eed of belofte wil doen. Ik hoef alleen maar te zeggen 'Dat verklaar en beloof ik' en later nog een keer 'Dat beloof ik', maar toch repeteer ik het in mijn hoofd een paar keer en luister ik goed of degenen die voor mij komen het ook precies zo zeggen. Ik wil nu niet dat het fout gaat. En gelukkig gaat het goed. En belangrijker; terwijl ik het zeg, meen ik het ook.

Met de beëdiging heb ik de bevoegdheden gekregen die nodig zijn om mijn functie te kunnen uitoefenen. Ik kan nu meelopen en oefenen in de praktijk, ik ga stage lopen. Als vrijwilliger zal dat in mijn geval niet elke week zijn, maar wel zeker twee keer per maand. Dat is ook de minimale inzet die van de politievrijwilliger wordt verwacht. Ik heb er zin in, ik ga snel wat dagen inplannen.”

Sanne werkt als vrijwilliger bij de politie Rotterdam-Rijnmond.

Het verschil tussen leven en dood

“Precies vier weken na het einde van de opleiding tot politievrijwilliger, breng ik weer twee avonden door met mijn medestudenten. Deze keer voor de cursus Levensreddend Handelen.

Een ervaren ambulancechauffeur laat ons zien wat we kunnen doen in de tijd dat de ambulance er nog niet is. De politie is immers vaak als eerste ter plaatse en in die tijd kun je het verschil maken tussen leven en dood.

Zelf oefenen
Ambulancechauffeur Peter wisselt theorie af met foto's, filmpjes, levensecht uitbeelden en dingen die we zelf kunnen oefenen. Vooral de geluidsfragmenten van de meldkamer zijn indrukwekkend. Je hoort een vrouw in paniek bellen dat haar man geen adem meer haalt. De man aan de telefoon begeleidt haar minutenlang bij de reanimatie. En het mooie is dat de man uiteindelijk echt weer begint te ademen.

Pratend apparaat
Ik heb een pop tot leven gewekt met een AED, dat schokapparaatje dat je tegenwoordig op veel stations ziet. Het is makkelijker dan ik dacht, het apparaat begint gewoon te praten en je volgt de instructies op. Het voelt goed dat ik nu ook een keer heb gereanimeerd, ook al was het maar op een pop. Je moet harder op de borst drukken dan je denkt en je mond moet ver open om de lucht echt goed in te blazen.

Eigen veiligheid staat voorop
Ook weet ik nu hoe je iemand beetpakt als je hem op de grond wil leggen of wegdragen, hoe je iemand van zijn buik op zijn rug rolt en hoe je vervolgens de helm van iemands hoofd haalt als je nekletsel vermoedt. Ik heb meer geleerd over brandwonden, stikken, het hart, de bloedcirculatie, tekenen van hersenletsel of inwendige verwondingen, noem maar op. En niet onbelangrijk; dat we eerst zelf veilig moeten zijn om te kunnen helpen. De filmpjes van ambulancepersoneel dat door voorbijrazend verkeer wordt geschept zijn confronterend.

Jij kan het verschil maken
Alles is nieuw voor mij en het is veel informatie in één keer. Maar het eerste wat ik denk is: dat ik nooit eerder zo'n cursus heb gedaan! Als ik wegga heb ik het gevoel dat ik voortaan zelf kan ingrijpen als dat nodig is. Niet alleen als politievrijwilliger op straat, maar ook onderweg, bij familie of op het werk. Overal kan iemand plotseling neervallen en dan kan ik degene zijn die het verschil maakt tussen leven en dood.”

Sanne werkt als vrijwilliger bij de politie Rotterdam-Rijnmond.

Het belangrijkste wapen is toch je mond

Hoe goed je ook kunt omgaan met verschillende wapens, het beste wapen is toch je mond. Dat erkent zelfs de docent Geweldsbeheersing. Tijdens het vak Beroepscommunicatie leren we waarom. Hoe je iemand aanspreekt en te woord staat als politieman of -vrouw kan heel bepalend zijn voor het vervolg van de situatie. De acteurs waarmee we oefenen drukken ons met de neus op de feiten.

In het dagelijks leven weet ik meestal heel goed wat ik moet zeggen en laat ik het  ook weten als ik het niet met je eens ben. In uniform in een klaslokaal, met zeven medestudenten, een acteur en docent die op je letten, is het andere koek. Bijna iedereen blijkt ook best zenuwachtig te zijn. Dat helpt niet echt mee en het gaat dan ook lang niet altijd meteen goed. Maar daar leren we juist van.

Weerspiegeling
De reactie van de acteur op jouw gedrag is een directe weerspiegeling van zijn indruk van je optreden.
Sta je hem vriendelijk te woord en benoem je objectief wat je ziet of opvalt, dan haalt dat al een hoop spanning weg. Lijkt het of je vooroordelen hebt, je onnodig bemoeit met dingen of ongeduldig bent? Dan zul je dat merken ook.

We beginnen met personages die klagen over overlast of zich ergens zorgen over maken. Die moet je eerst maar gewoon hun verhaal laten doen en vervolgens proberen gerust te stellen. En soms ook wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid. Niet meteen aan het begin van het gesprek, maar pas later, als de persoon zijn verhaal heeft kunnen doen. Allemaal tips die in de praktijk van pas gaan komen.

Niet in de verdediging
Al vrij snel zijn we klaar om een stapje verder te gaan, met een acteur die bewust vervelend gaat doen en beledigende opmerkingen maakt. We leren dat we het expliciet moeten benoemen als iemand te ver gaat. Doe je dat niet, dan loopt hij keihard over je heen. Op straat gaan we allemaal wel eens iemand tegenkomen die je zal intimideren om bijvoorbeeld onder een bekeuring uit te komen. Dan moet je op je strepen staan, maar toch op een professionele manier een einde maken aan het gedrag. En belangrijk: niet in de verdediging schieten. Dat gaat niet vanzelf. Als iemand mij beledigt, heb ik de neiging zo bijdehand mogelijk te antwoorden. Je wil het niet op je laten zitten en gaat zelf net zo lullig terugdoen. Politiemensen kunnen het niet zover laten komen. Dat is echt iets wat je moet leren. Aan de acteur merken we dat het werkt als je iemand resoluut en direct wijst op zijn onacceptabele gedrag en op de eventuele gevolgen. Je persoonlijke boosheid moet je dus maar even onderdrukken.

Sanne werkt als vrijwilliger bij de politie Rotterdam-Rijnmond.

Niet zonder slag of stoot

“Met de knokkels nog rood van de vorige keer gaan we verder waar we gebleven waren met de aanhouding- en zelfverdedigingtechnieken. Het is weer bikkelen in de gymzaal, maar aan het eind van de dag weten we hoe we pepperspray moeten gebruiken, hebben we verschillende manieren geleerd om een verdachte aan te houden en kennen we nog meer stoten en trappen. Best stoer eigenlijk!

We beginnen de dag met wat theorie. De docent laat het ons nog eens opdreunen. Wanneer mag je pepperspray gebruiken? Wat is de definitie van geweld? Onder welke voorwaarden mag je een veiligheidsfouillering uitvoeren?

Boeien
Vorige week hebben we vooral leren stoten en trappen. Dat zit er bij iedereen nu redelijk in. Met al die handelingen en ook de woorden die bij het boeien horen, gaat het echter nog niet altijd even soepel en snel. Je moet ook op zoveel dingen letten! Het lastigste is nog om de boeien zonder al te veel geklungel weer los te krijgen. Maar dat gaat vast allemaal wennen.

Klemmen
Helemaal nieuw waren de verschillende manieren om iemand aan te houden die niet meewerkt. Door de arm in een klem te zetten kan ook met weinig kracht iemand naar de grond gewerkt worden. Gelukkig maar, want met mijn 1.60m moet ik het niet van mijn spierbundels hebben.

Waterstraal
We oefenden het gebruik van de pepperspray met water, anders zou iedereen de hele dag op zijn knieën zitten van de pijn. Ook hierbij komen weer best wat dingen kijken; goed richten is daarvan de belangrijkste. Niet altijd raakt de waterstraal het gezicht. Ik kan me voorstellen dat dat in een echte situatie op straat nog veel moeilijker is. Dan staat de belager niet stil en heb je te maken met stress en adrenaline.

Als ik het zo allemaal opsom is het niet niks wat een politieman of -vrouw allemaal voor zijn kiezen krijgt op straat. Op elk moment kan je in een situatie komen waarin je dit geweld echt moet toepassen. En dan gaat het niet zo gecontroleerd als in de gymzaal. Toch heeft de hele groep er volgens mij vertrouwen in dat ook wij straks zulke situaties de baas kunnen.”

Sanne werkt als vrijwilliger bij de politie Rotterdam-Rijnmond.

Straks loop ik ook in uniform

"Jullie hebben de leukste hobby gekozen die je maar kunt bedenken." Dat wordt ons op het hart gedrukt door vrijwilliger Richard, een week voor de start van de opleiding tot politievrijwilliger. Naast een hobby is het vooral ook een vak. En ik ga dat vak leren!

Vrijwilliger
Het klinkt wel erg leuk: een nieuwe hobby. En Richard heeft ook gelijk. De acht mensen die dit jaar alles op alles gaan zetten om beëdigd te worden als vrijwillig politieambtenaar doen dit omdat ze het leuk vinden. Leuk om naast de fulltime baan of zelfs de studie een nieuwe uitdaging aan te gaan, zich in te zetten voor de maatschappij en te werken aan zichzelf. En ook om in de praktijk mee te maken waarover we allemaal dagelijks lezen in de krant.

Extra handen
Tijdens mijn studie Criminilogie heb ik veel geleerd over criminaliteit, maar dat is de theorie. Als vrijwilliger bij de politie ga ik ook de praktijk meemaken. Ik ga mensen aanhouden, maar ook de weg wijzen, handboeien gebruiken, eerste hulp verlenen, toezicht houden, het verkeer regelen. Deze spannende en minder spannende dingen zijn voor mij de perfecte aanvulling. Het kan voor mij in de toekomst bovendien een voordeel zijn als ik weet hoe het er bij de politie aan toe gaat. Wie weet wordt het nog ooit mijn echte werkgever, want er zijn zoveel mooie banen binnen de organisatie. Daar komt bij dat de politie wel een paar extra handen kan gebruiken.

De komende tijd kan iedereen hier lezen hoe het mij - en ook de rest van de groep - vergaat tijdens en na de opleiding.

Wennen
We hebben als politievrijwilligers in de dop al ontzettend veel informatie gekregen. Wat gaan we leren, wat mogen we straks allemaal, wat wordt onze wijk? Ik weet inmiddels dat ik naar het bureau op de Walenburgerweg ga, waar ik al een beetje wegwijs ben gemaakt.

Voor het eerst in uniform
Voor deze blog ben ik op de foto gezet, compleet in uniform. Het was de eerste keer en ik ben benieuwd wanneer het gaat wennen. Want verschillende mensen bij de politie vertelden me al dat het niet niks is om in dat opvallende wit en blauw over straat te lopen. Het is een vak apart. Een vak dat gelukkig ook ik ga leren.”

Sanne is 25 jaar en volgt de opleiding tot politievrijwilliger bij de regio Rotterdam-Rijnmond.

maandag 30 januari 2012

Spannend maar ook veilig werk

“Hoi allemaal!

Het heeft helaas een tijdje geduurd voordat ik weer wat kon schrijven. Het afgelopen korpskwartiel was enorm gaaf. Ik heb veel (spannende) dingen gedaan en ook al heel veel geleerd. Vandaag was de laatste dag dus ga ik nu weer naar school.

Het korpskwartiel begon vrij rustig en op een leuke manier. We maakten kennis met de verschillende afdelingen en verschillende bureaus binnen mijn korps. Daarnaast mochten we een ochtend kijken bij de meldkamer en gingen we een dagje kijken bij de brandweer. Erg leuk allemaal maar ik wilde ook erg graag de straat op.

Na 2 weken gingen we dan eindelijk de straat op. Best een raar idee om in uniform op straat te lopen. Gelukkig was er op het begin wel altijd een coach bij. Hoe verder je in het kwartiel komt, hoe meer je mag. Op een gegeven moment gingen we stoptekens oefenen en deden we een verkeerscontrole. Verder liepen we vooral veel surveillance in het centrum van de stad waar ik werk.

Natuurlijk gebeurt er redelijk wat in zo’n centrum. Het leuke aan dit werk is dat het zo onvoorspelbaar is wat er op zo’n dag kan gebeuren. Zo stond ik samen met een collega ergens op de hoek van de straat uit te kijken naar automobilisten die geen gordel om hadden. Toen we daar net 5 minuten stonden kwam er ineens een man, al schreeuwend op ons af rennen. Hij maakte een verwarde indruk en was, nadat hij was gevallen, erg wild in het rond aan het schoppen. We hebben uiteindelijk met drie agenten bovenop hem gelegen om hem onder controle te krijgen. Er waren toen ook al vrij snel 5 politieauto’s met toeters en bellen ter plaatse! Het geeft een ontzettend veilig gevoel dat je weet, dat als er wat aan de hand is, collega’s ook zo ter plaatse zijn. Dat maakt dat het werk leuk is, spannend is, maar ook veilig!

Binnenkort weer meer verhalen, want er is nog veel meer gebeurd tijdens het stagekwartiel. We gaan komend kwartiel nu eerst weer nieuwe dingen leren, waaronder het schieten met de Walter P5! Ben benieuwd.

Groetjes,
Niels”

Niels werkt bij de politie Flevoland. Hij heeft net zijn eerste korpskwartiel erop zitten en gaat weer terug naar de Politieacademie.

maandag 23 januari 2012

Onvoorspelbare dag

“Enige tijd geleden heb ik meegewerkt aan de Police Experience Day op de Politieacademie in Eindhoven. Een uitgelezen mogelijkheid voor jongeren om kennis te maken met het echte werk van de politie. Niet alleen door er naar te kijken maar door zelf te doen. Zelf oefenen met het omdoen van handboeien bij een verdachte en zelf bedenken wat ze zouden doen bij bijvoorbeeld een verkeersongeval. Het was een leuke dag met veel vragen van enthousiaste jongeren. Na deze dag werd mij gevraagd of ik misschien een blog wilde schrijven om een duidelijk en goed beeld te geven aan toekomstige studenten.

Laat ik me tijdens mijn eerste blog maar eens kort voorstellen. Ik ben Ilona, 28 jaar oud en werk voor het korps Brabant Zuid-Oost. Ik doe de opleiding tot agent en zit op dit moment in kwartiel 10. Ik ben sinds deze periode vast geplaatst op de afdeling Helmond. Een grote en drukke afdeling met een toch wel stads werkgebied met de daarbij behorende problematiek.

Op 29 december rond 17.45 uur loop ik samen met een collega de frietzaak uit met in mijn handen eten voor meerdere collega's. We zijn die dag om 13.30 uur begonnen als ondersteuning van de noodhulpauto's. Als we naar buiten lopen zien we de brandweer voorbij komen met zwaailicht en sirene. Eerst dachten we nog dat deze naar een groot ongeluk op de snelweg gingen, waar net andere collega's naartoe gestuurd waren. Maar na het zien van de rookpluim ineens midden in de stad, wisten we dat we de friet wel konden vergeten. Snel deden we navraag bij de meldkamer die ons net wilde aansturen zo bleek. Brand bij het theater het Speelhuis was de melding. Snel hebben we ons er naartoe begeven, de straat afgezet en kijkers op veilige afstand gehouden.
Eindresultaat koude friet op de achterbank, om 22.30 uur pas een broodje kunnen eten en om 02.30 uur pas naar huis terwijl je al vroeg bent begonnen. Maar geen gewonden, de brandweer heeft zijn werk kunnen doen en een aantal omliggende woningen zijn gered. Je kunt als politieagent bij zulke meldingen alleen maar ondersteuning bieden aan de brandweer maar deze samenwerking is regelmatig van levensbelang.
Al met al goed gewerkt konden we zeggen, want dit hoort er ook bij. Je weet nooit wat je dienst die dag zal brengen wat het werk zo leuk maakt en steeds weer een uitdaging biedt.”

dinsdag 17 januari 2012

Druk middagje noodhulp

“Na de rustige ochtend waar ik vorige week over vertelde, volgden er in de middag wel een paar 112-meldingen. Al snel na de lunch volgde een oproep van de meldkamer; een slingerende vrachtwagen gesignaleerd op de A2. Deze moest met spoed aan de kant worden gezet. Dus toen konden de sirene en zwaailichten aan.

In het begin vond ik het eng om met hoge snelheid tussen het andere verkeer door te rijden. We moesten eerst nog een stuk door de bebouwde kom voordat we bij de snelweg kwamen. Ik hield me goed vast achterin de auto, maar na een tijdje kon ik wel ontspannen. De agenten reden hard, maar wel verantwoord. Ik voelde me wel veilig. Ze rijden ook echt met z’n tweeën. De bijrijder geeft steeds aanwijzingen; ‘fietser links, ja, rechts is vrij enz.’. Uiteindelijk was een andere politieauto al eerder bij de slingerende vrachtwagen en konden wij weer terugkeren naar het werkgebied.

Terwijl we op de terugweg waren, kwam de volgende 112-melding binnen; auto tegen boom, vrouw met letsel. Dus hup, weer ‘met toeters en bellen’ erheen. Vanuit de meldkamer wordt al automatisch de juiste route in het navigatiesysteem geprogrammeerd dus daar hoeven de agenten niet op te letten en kunnen ze zich alleen met het verkeer bezighouden. Verbazend is wel om te zien hoe andere weggebruikers reageren op een politieauto. Sommige gaan juist heel langzaam rijden (niet doen!) andere gaan –met gevaar voor eigen leven- acuut de berm in…

Door de meldkamer werden we tijdens het rijden op de hoogte gehouden van het ongeval. Inmiddels was de ambulance al gearriveerd en bleek het letsel gelukkig mee te vallen. Eenmaal aangekomen op de plaats van het ongeval hoefde er niet veel meer te gebeuren.

Voor mij was me het dagje wel, al was het alleen maar het rondrijden met toeters en bellen. Dat vond ik al spannend genoeg!”

Kim werkt op de afdeling arbeidsmarktcommunicatie en om beter voorlichting te kunnen geven over het politiewerk heeft ze een dag meegelopen op de noodhulp.

vrijdag 6 januari 2012

Rustig ochtendje noodhulp

“Als collega van de afdeling arbeidsmarktcommunicatie ging ik een ochtendje mee met twee agenten op de noodhulp. Zo kon ik een goed beeld krijgen van het politiewerk en dan dus ook beter voorlichting hierover geven.

Dus op een donderdagochtend reed ik naar Gemert om daar achterin een politieauto te stappen met agenten Glenn en Rens. Glenn is in opleiding voor politiekundige bachelor, Rens is een ervaren hoofdagent.

Van te voren dacht ik al ‘daar in Brabant gebeurt natuurlijk helemaal niks op donderdagochtend…’. Dat bleek ook zo te zijn. Zelfs de meldkamer zei al dat ‘dit wel een héél rustig ochtendje was’.

Maar denk maar niet dat de agenten zich vervelen in de auto hoor. Als er geen meldingen zijn, zijn ze continue bezig met kentekens checken op APK en verzekering. Aandachtspunten in de buurt controleren (bijvoorbeeld hangjongerenplekken of personen die verdacht worden van criminele activiteiten). En zo werd het, ondanks dat er geen 112-meldingen waren, toch een druk ochtendje. Regelmatig begon het systeem te piepen als er weer een auto met verlopen APK of verzekering opdook. Snel werd dan het stuur omgegooid om de betreffende auto achterna te gaan.

Wat me vooral opviel, was dat Glenn en Rens álles zien wat er om hen heen gebeurt. Gevaarlijke situaties op de weg, remlichten die kapot zijn, auto’s die er ‘verdacht’ uitzien, aanhangwagens die verkeerd beladen zijn, trekhaken die het zich op de kentekenplaat blokkeren, alles. Ik vond het maar knap.

Na een broodje te hebben gegeten tussen de middag was het tijd voor een drukker middagje mét 112-meldingen. Maar daar vertel ik volgende keer over!”