woensdag 29 februari 2012

Laatste blog

“Nadat ik de eerste 5 periodes bij het Klpd heb gewerkt, ben ik overgestapt naar de politie Flevoland. Het werkaanbod bij het Klpd is erg specialistisch (red. bijvoorbeeld spoorweg- of waterpolitie). Maar voor mij te beperkt. Ik wilde graag het échte politiewerk op straat doen. Dus de overstap naar Flevoland gemaakt en ik ben geplaatst in Almere.

In Almere is het gebruikelijk dat in kwartiel 6 de studenten een recherchestage van twee weken doen. In deze stage heb ik veel geleerd, maar het leukste vond ik het doen van een huiszoeking. Omdat er spoed bij zat en er verder niet veel collega’s beschikbaar waren, ging ik mee. Van te voren werden we kort ingelicht waar er naar gezocht werd en wie we in de woning konden aantreffen. De instructie was 1 keer aanbellen en als er dan niet werd opengedaan, de deur open rammen. Dit om te voorkomen dat er bewijsmateriaal vernietigd zou worden. Ik werd gevraagd om samen met een ervaren collega de deur dan open te rammen. Daarvoor gebruiken we bij de politie in spoedgevallen een zware metalen buis. Tja, daar sta je dan. Mijn eerste huiszoeking en direct al met die deurram in handen. Eenmaal bij het huis aangekomen werd er aangebeld en gewoon opengedaan. Best jammer, ik had graag in actie willen komen… De persoon in de woning werd naar het politiebureau gebracht omdat wij vermoedden dat hij illegaal was. Toen aan het zoeken gegaan en dat vond ik heel bijzonder. Dan worden alle lades opgetrokken, matrassen opgetild, alles wordt bekeken. Een bizar gevoel om zo in iemands privéleven te duiken. Uiteindelijk niets aangetroffen, alles weer achtergelaten zoals we het hebben aangetroffen en de deur weer achter ons dichtgetrokken. Uit onderzoek bleek trouwens dat de persoon in de woning niet illegaal was. Hij werd weer netjes thuisgebracht.

Natuurlijk heb ik nog veel meer beleefd. Ik heb geen seconde spijt gehad van de overstap. Ik kan Flevoland aanraden om te werken. En er zijn nog veel vacatures die dit jaar opgevuld moeten worden.
Dit was mijn laatste blog. Ik hoop dat ik jullie wat wijzer heb gemaakt over de politieopleiding en het werk van de politie. Als jullie willen solliciteren of al bezig zijn, veel succes ermee en wellicht tot ziens!”

Rob zit in het tweede jaar van de politieopleiding op de Politieacademie in Apeldoorn. Hij werkte bij het Korps Landelijke Politiediensten en is sinds kort overgestapt naar korps Flevoland.

dinsdag 14 februari 2012

Babbeltruc

“Ze schaamt zich en durfde bijna niet te bellen. Gelukkig heeft ze de moed opgevat en 0900-8844 gebeld. Haar telefoontje komt bij mij, op het Politie Service Center, binnen. Ze is op leeftijd en weduwe, ze woont alleen. Vanmiddag ging de deurbel en stonden er twee nette jongedames aan de deur. Van de bejaardenzorg, zeiden ze, en ze hielden haar een klembord met officieel uitziende papieren voor. Of ze even bij mevrouw binnen mochten komen om een praatje met haar te maken?

Van de weeromstuit heeft ze beide vrouwen binnengelaten en aan de eettafel kwam het tot een gesprek. De jongste van de twee vroeg haar beleefd of ze even gebruik mocht maken van het toilet? Ze heeft de jongedame het toilet gewezen en tijdens die plaspauze heeft de oudste van de twee het gesprek met mijn meldster afgerond. Na gedane zaken hebben de twee vrouwen afscheid genomen, de een met een nog wat nattig aanvoelend handje. Argwaan heeft ze geen moment gehad.

Niets is wat het lijkt
Nu, twee uur later, staat ze op het punt een vriendin een bezoekje te brengen en bij het aantrekken van haar jas mist ze haar portemonnee. Ze heeft overal al gezocht, al wist ze eigenlijk heel zeker dat ze haar portemonnee in die jaszak opgeborgen had. Ook de ringen, die ze op haar nachtkastje had neergelegd, blijken te zijn verdwenen. Ze begint te snikken, haar trouwring lag daar tussen, die is wat te groot geworden voor haar oude vingers.
De vogels zijn gevlogen en eigenlijk moet ik mevrouw verwijzen voor het doen van aangifte. De oude mevrouw is echter zo over haar toeren, dat ik toch besluit de Politiemeldkamer te vragen collega's van de Noodhulp bij haar langs te sturen. Een beetje opgelucht belooft ze me niemand zo maar meer binnen te laten en altijd even naar een legitimatie te vragen. Ik druk haar op het hart zo met mijn collega's te beginnen, want oefening baart kunst.”

Eveline werkt op het Service Center van de politie. Hier komen alle telefoontjes naar 0900 – 8844 binnen.

maandag 6 februari 2012

Sporttest

“Solliciteren bij de politie kan best lang duren. Gesprekken, rollenspel, intelligentietest. Elke keer is het weer spannend of je een onderdeel gehaald hebt. Soms heb je het idee dat je bij ‘the Voice’ zit. Zingen kan ik niet maar rennen des te beter.

Voorheen was ik nooit zo sportief maar als je boeven wilt vangen moet je af en toe een sprint trekken. Dus als voorbereiding op de sporttest ging ik elke dag hardlopen. Ipodje op en gaan. Na een tijdje begon ik het echt leuk te vinden en ging ik steeds verder (en harder). Tip voor je test: train op interval, dat wil zeggen, wissel wandelen en sprinten af.

Een week voor de sporttest kreeg ik verschrikkelijke griep, hoge koorts en alles wat daarbij hoort. Nou lekker is dat, al die maanden getraind voor nop. Ik ging wel naar de Politieacademie in Amsterdam want ik wilde nu eenmaal per se agent worden. Natuurlijk was ik zo stoer niks te vertellen over mijn griep en een beetje bleek en zweterig begon ik.

Als een malle rennen, over de kast, over de banken, snel linksom, kar beetpakken, oefenballen verplaatsen. Na de langste 3.19 minuten van mijn leven was ik over de finish. Een seconde later en ik kon uitkijken naar een andere baan. Als advies kreeg ik: ”Kijk of je wat aan je conditie kan werken want je hebt het net aan gehaald!” Nou ja, de buit was binnen en ik kon op naar de volgende ronde.

Deze sporttest doe je elk half jaar dus ik heb gelukkig al een paar keer laten zien dat mijn training niet voor niets was. Goed voorbereid naar je test? Kijk op www.kombijdepolitie.nl

Jan Martijn is inmiddels aangenomen als agent bij korps Noord Holland-Noord.

donderdag 2 februari 2012

Dat verklaar en beloof ik

“Het is een mooi gezicht; bijna veertig politieagenten-in-de-dop in twee rijen schouder aan schouder. Zwarte jasjes met gouden knopen, iedereen op zijn best. Op het hoofdbureau zijn we bij elkaar gekomen voor de beëdiging voor de praktijkstage. Plaatsvervangend korpschef Martine Vis neemt bij ons de eed of belofte af, waarmee we beloven te allen tijde integer te zijn. Ze komt voor me staan, kijkt me in de ogen, mijn naam wordt genoemd en dan zeg ik het: 'Dat verklaar en beloof ik.’

Ik ben eigenlijk een beetje aan de late kant. Er staan al heel veel mensen in uniform in de zaal, klaar om te oefenen. Snel omkleden en aansluiten maar. Twee begeleiders schieten te hulp en maken mijn uniform nog even compleet, want ik bleek de metalen strepen voor op mijn schouders en het brevet met het politielogo te missen.

Wij als vrijwilligers zijn maar een klein deel van de groep politiestudenten die de praktijkstage gaat beginnen. We staan op volgorde van achternaam, maar ook gesorteerd naar wie de eed of belofte wil doen. Ik hoef alleen maar te zeggen 'Dat verklaar en beloof ik' en later nog een keer 'Dat beloof ik', maar toch repeteer ik het in mijn hoofd een paar keer en luister ik goed of degenen die voor mij komen het ook precies zo zeggen. Ik wil nu niet dat het fout gaat. En gelukkig gaat het goed. En belangrijker; terwijl ik het zeg, meen ik het ook.

Met de beëdiging heb ik de bevoegdheden gekregen die nodig zijn om mijn functie te kunnen uitoefenen. Ik kan nu meelopen en oefenen in de praktijk, ik ga stage lopen. Als vrijwilliger zal dat in mijn geval niet elke week zijn, maar wel zeker twee keer per maand. Dat is ook de minimale inzet die van de politievrijwilliger wordt verwacht. Ik heb er zin in, ik ga snel wat dagen inplannen.”

Sanne werkt als vrijwilliger bij de politie Rotterdam-Rijnmond.

Het verschil tussen leven en dood

“Precies vier weken na het einde van de opleiding tot politievrijwilliger, breng ik weer twee avonden door met mijn medestudenten. Deze keer voor de cursus Levensreddend Handelen.

Een ervaren ambulancechauffeur laat ons zien wat we kunnen doen in de tijd dat de ambulance er nog niet is. De politie is immers vaak als eerste ter plaatse en in die tijd kun je het verschil maken tussen leven en dood.

Zelf oefenen
Ambulancechauffeur Peter wisselt theorie af met foto's, filmpjes, levensecht uitbeelden en dingen die we zelf kunnen oefenen. Vooral de geluidsfragmenten van de meldkamer zijn indrukwekkend. Je hoort een vrouw in paniek bellen dat haar man geen adem meer haalt. De man aan de telefoon begeleidt haar minutenlang bij de reanimatie. En het mooie is dat de man uiteindelijk echt weer begint te ademen.

Pratend apparaat
Ik heb een pop tot leven gewekt met een AED, dat schokapparaatje dat je tegenwoordig op veel stations ziet. Het is makkelijker dan ik dacht, het apparaat begint gewoon te praten en je volgt de instructies op. Het voelt goed dat ik nu ook een keer heb gereanimeerd, ook al was het maar op een pop. Je moet harder op de borst drukken dan je denkt en je mond moet ver open om de lucht echt goed in te blazen.

Eigen veiligheid staat voorop
Ook weet ik nu hoe je iemand beetpakt als je hem op de grond wil leggen of wegdragen, hoe je iemand van zijn buik op zijn rug rolt en hoe je vervolgens de helm van iemands hoofd haalt als je nekletsel vermoedt. Ik heb meer geleerd over brandwonden, stikken, het hart, de bloedcirculatie, tekenen van hersenletsel of inwendige verwondingen, noem maar op. En niet onbelangrijk; dat we eerst zelf veilig moeten zijn om te kunnen helpen. De filmpjes van ambulancepersoneel dat door voorbijrazend verkeer wordt geschept zijn confronterend.

Jij kan het verschil maken
Alles is nieuw voor mij en het is veel informatie in één keer. Maar het eerste wat ik denk is: dat ik nooit eerder zo'n cursus heb gedaan! Als ik wegga heb ik het gevoel dat ik voortaan zelf kan ingrijpen als dat nodig is. Niet alleen als politievrijwilliger op straat, maar ook onderweg, bij familie of op het werk. Overal kan iemand plotseling neervallen en dan kan ik degene zijn die het verschil maakt tussen leven en dood.”

Sanne werkt als vrijwilliger bij de politie Rotterdam-Rijnmond.

Het belangrijkste wapen is toch je mond

Hoe goed je ook kunt omgaan met verschillende wapens, het beste wapen is toch je mond. Dat erkent zelfs de docent Geweldsbeheersing. Tijdens het vak Beroepscommunicatie leren we waarom. Hoe je iemand aanspreekt en te woord staat als politieman of -vrouw kan heel bepalend zijn voor het vervolg van de situatie. De acteurs waarmee we oefenen drukken ons met de neus op de feiten.

In het dagelijks leven weet ik meestal heel goed wat ik moet zeggen en laat ik het  ook weten als ik het niet met je eens ben. In uniform in een klaslokaal, met zeven medestudenten, een acteur en docent die op je letten, is het andere koek. Bijna iedereen blijkt ook best zenuwachtig te zijn. Dat helpt niet echt mee en het gaat dan ook lang niet altijd meteen goed. Maar daar leren we juist van.

Weerspiegeling
De reactie van de acteur op jouw gedrag is een directe weerspiegeling van zijn indruk van je optreden.
Sta je hem vriendelijk te woord en benoem je objectief wat je ziet of opvalt, dan haalt dat al een hoop spanning weg. Lijkt het of je vooroordelen hebt, je onnodig bemoeit met dingen of ongeduldig bent? Dan zul je dat merken ook.

We beginnen met personages die klagen over overlast of zich ergens zorgen over maken. Die moet je eerst maar gewoon hun verhaal laten doen en vervolgens proberen gerust te stellen. En soms ook wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid. Niet meteen aan het begin van het gesprek, maar pas later, als de persoon zijn verhaal heeft kunnen doen. Allemaal tips die in de praktijk van pas gaan komen.

Niet in de verdediging
Al vrij snel zijn we klaar om een stapje verder te gaan, met een acteur die bewust vervelend gaat doen en beledigende opmerkingen maakt. We leren dat we het expliciet moeten benoemen als iemand te ver gaat. Doe je dat niet, dan loopt hij keihard over je heen. Op straat gaan we allemaal wel eens iemand tegenkomen die je zal intimideren om bijvoorbeeld onder een bekeuring uit te komen. Dan moet je op je strepen staan, maar toch op een professionele manier een einde maken aan het gedrag. En belangrijk: niet in de verdediging schieten. Dat gaat niet vanzelf. Als iemand mij beledigt, heb ik de neiging zo bijdehand mogelijk te antwoorden. Je wil het niet op je laten zitten en gaat zelf net zo lullig terugdoen. Politiemensen kunnen het niet zover laten komen. Dat is echt iets wat je moet leren. Aan de acteur merken we dat het werkt als je iemand resoluut en direct wijst op zijn onacceptabele gedrag en op de eventuele gevolgen. Je persoonlijke boosheid moet je dus maar even onderdrukken.

Sanne werkt als vrijwilliger bij de politie Rotterdam-Rijnmond.

Niet zonder slag of stoot

“Met de knokkels nog rood van de vorige keer gaan we verder waar we gebleven waren met de aanhouding- en zelfverdedigingtechnieken. Het is weer bikkelen in de gymzaal, maar aan het eind van de dag weten we hoe we pepperspray moeten gebruiken, hebben we verschillende manieren geleerd om een verdachte aan te houden en kennen we nog meer stoten en trappen. Best stoer eigenlijk!

We beginnen de dag met wat theorie. De docent laat het ons nog eens opdreunen. Wanneer mag je pepperspray gebruiken? Wat is de definitie van geweld? Onder welke voorwaarden mag je een veiligheidsfouillering uitvoeren?

Boeien
Vorige week hebben we vooral leren stoten en trappen. Dat zit er bij iedereen nu redelijk in. Met al die handelingen en ook de woorden die bij het boeien horen, gaat het echter nog niet altijd even soepel en snel. Je moet ook op zoveel dingen letten! Het lastigste is nog om de boeien zonder al te veel geklungel weer los te krijgen. Maar dat gaat vast allemaal wennen.

Klemmen
Helemaal nieuw waren de verschillende manieren om iemand aan te houden die niet meewerkt. Door de arm in een klem te zetten kan ook met weinig kracht iemand naar de grond gewerkt worden. Gelukkig maar, want met mijn 1.60m moet ik het niet van mijn spierbundels hebben.

Waterstraal
We oefenden het gebruik van de pepperspray met water, anders zou iedereen de hele dag op zijn knieën zitten van de pijn. Ook hierbij komen weer best wat dingen kijken; goed richten is daarvan de belangrijkste. Niet altijd raakt de waterstraal het gezicht. Ik kan me voorstellen dat dat in een echte situatie op straat nog veel moeilijker is. Dan staat de belager niet stil en heb je te maken met stress en adrenaline.

Als ik het zo allemaal opsom is het niet niks wat een politieman of -vrouw allemaal voor zijn kiezen krijgt op straat. Op elk moment kan je in een situatie komen waarin je dit geweld echt moet toepassen. En dan gaat het niet zo gecontroleerd als in de gymzaal. Toch heeft de hele groep er volgens mij vertrouwen in dat ook wij straks zulke situaties de baas kunnen.”

Sanne werkt als vrijwilliger bij de politie Rotterdam-Rijnmond.

Straks loop ik ook in uniform

"Jullie hebben de leukste hobby gekozen die je maar kunt bedenken." Dat wordt ons op het hart gedrukt door vrijwilliger Richard, een week voor de start van de opleiding tot politievrijwilliger. Naast een hobby is het vooral ook een vak. En ik ga dat vak leren!

Vrijwilliger
Het klinkt wel erg leuk: een nieuwe hobby. En Richard heeft ook gelijk. De acht mensen die dit jaar alles op alles gaan zetten om beëdigd te worden als vrijwillig politieambtenaar doen dit omdat ze het leuk vinden. Leuk om naast de fulltime baan of zelfs de studie een nieuwe uitdaging aan te gaan, zich in te zetten voor de maatschappij en te werken aan zichzelf. En ook om in de praktijk mee te maken waarover we allemaal dagelijks lezen in de krant.

Extra handen
Tijdens mijn studie Criminilogie heb ik veel geleerd over criminaliteit, maar dat is de theorie. Als vrijwilliger bij de politie ga ik ook de praktijk meemaken. Ik ga mensen aanhouden, maar ook de weg wijzen, handboeien gebruiken, eerste hulp verlenen, toezicht houden, het verkeer regelen. Deze spannende en minder spannende dingen zijn voor mij de perfecte aanvulling. Het kan voor mij in de toekomst bovendien een voordeel zijn als ik weet hoe het er bij de politie aan toe gaat. Wie weet wordt het nog ooit mijn echte werkgever, want er zijn zoveel mooie banen binnen de organisatie. Daar komt bij dat de politie wel een paar extra handen kan gebruiken.

De komende tijd kan iedereen hier lezen hoe het mij - en ook de rest van de groep - vergaat tijdens en na de opleiding.

Wennen
We hebben als politievrijwilligers in de dop al ontzettend veel informatie gekregen. Wat gaan we leren, wat mogen we straks allemaal, wat wordt onze wijk? Ik weet inmiddels dat ik naar het bureau op de Walenburgerweg ga, waar ik al een beetje wegwijs ben gemaakt.

Voor het eerst in uniform
Voor deze blog ben ik op de foto gezet, compleet in uniform. Het was de eerste keer en ik ben benieuwd wanneer het gaat wennen. Want verschillende mensen bij de politie vertelden me al dat het niet niks is om in dat opvallende wit en blauw over straat te lopen. Het is een vak apart. Een vak dat gelukkig ook ik ga leren.”

Sanne is 25 jaar en volgt de opleiding tot politievrijwilliger bij de regio Rotterdam-Rijnmond.