maandag 15 oktober 2012

Op straat is geen dag hetzelfde!

Vraag een politieman of –vrouw naar de redenen waarom hij of zij bij de politie gegaan is en je zal overspoeld worden met clichés: het gevoel dat je krijgt als je een boef vangt, je weet nooit wat je een minuut later aan het doen bent, de verschrikkelijk leuke collega’s en het feit dat geen dag hetzelfde is. Ik ben er achter gekomen, na twee maanden op straat te hebben gelopen, dat al deze clichés waar zijn. Maar dat geen dag hetzelfde is, is voor mij het belangrijkst. Elke dag maak je wel weer wat leuks, moois of ontroerends mee.

Zoals een aantal weken geleden. Ik hield samen met een collega voetsurveillance in een parkeergarage in de Zaanstreek waar regelmatig overlast van hangjongeren is. Het miezerde een beetje, en toen we bijna het bovenste (onoverdekte) parkeerdek op wilden gaan, twijfelden we allebei of het wel nodig was om daar te gaan kijken. Toch gingen we naar buiten en tot onze verbazing stond er een auto met draaiende motor (wie zet z’n auto nou op het bovenste parkeerdek neer als het beneden bijna leeg is?).

Ondanks die draaiende motor zagen we niemand voorin zitten. Mijn collega hield afstand en ik liep richting de auto. Toen ik de auto dichtbij genaderd was en goed keek, zag ik twee mensen op de achterbank liggen die hoogstwaarschijnlijk elkaar net hadden laten zien hoe lief ze elkaar vonden. Ze hadden mij ook al gezien, want ik heb nog nooit zo snel twee mensen liggend hun kleren aan zien trekken. Na een minuut stapte een man uit en beschaamd legde hij uit dat hij en de jongedame (en ik citeer) ‘‘aan het chillen waren’’. We hebben de identiteit van de man en vrouw gecontroleerd, hen dringend geadviseerd voortaan een hotelkamer te boeken en hen verteld dat ze de garage moesten verlaten. Mijn collega en ik liepen weer terug, maar toen we na 5 minuten realiseerden dat de auto ons nog steeds niet gepasseerd was, wisten we al hoe laat het was. We liepen terug en we zagen dat de man en de vrouw gewoon weer opnieuw begonnen waren. Hierop heb ik hen zeer duidelijk uitgelegd dat we hier niet van gediend zijn en ze onmiddellijk weg moesten gaan. Deze boodschap kwam duidelijk aan en de twee tortelduifjes reden meteen weg.

Koopavond in Purmerend. Ik surveilleerde met een collega door het stadje toen ik een man zonder licht zag fietsen in het voetgangersgebied. We hebben hem hierop laten stoppen en hem verteld dat we gezien hadden dat hij zich schuldig maakte aan deze twee strafbare feiten. De man was erg aardig, zei wel dertig keer sorry en was erg behulpzaam totdat we zeiden dat hij een waarschuwing kreeg voor het fietsen door het voetgangersgebied, maar een bekeuring voor het niet voeren van verlichting. Trouwens, hij had wel verlichting maar was deze vergeten aan te zetten. Slim…

Zijn vriendelijke bui sloeg om toen hij dit hoorde en hij ging uit zijn plaat: “Ik ga een klacht indienen!”, “Ga eens boeven vangen!”, “Ben je nu trots op jezelf?” en meer van dat soort clichés passeerden de revue. Meneer werd nog bozer toen hij zag dat hij mij niet van m’n stuk bracht en vroeg mijn naam en dienstnummer om daadwerkelijk een klacht in te dienen. Hij leek licht teleurgesteld toen hij zag dat ik dit gaf en ik dit geen probleem vond, en even later liep hij boos weg.

Een paar dagen later overkwam me het volgende. Ik kreeg een oproep van de meldkamer om naar een supermarkt in de Zaanstreek te gaan omdat daar een winkeldief zou zijn betrapt door personeel. Toen ik samen met nog 3 collega’s (waaronder 2 andere studenten) arriveerde, werden we al opgewacht door personeel van de winkel. Toen we binnenstapten zagen we meteen wie de pineut was: een jongen van in de 20, ik noem hem X, keek ons ontdaan aan. Twee collega’s gingen de camerabeelden bekijken, een andere collega en ik gingen het verhoor doen met de verdachte. Allereerst wees ik X op het recht om te zwijgen en het recht op een advocaat, maar X bekende meteen de diefstal. Toen ik zijn gegevens opvroeg bij de meldkamer nadat ik hij mij zijn legitimatiebewijs gegeven had, hoorde ik dat hij de code ‘vuurwapengevaarlijk’ had. Bij mij gingen alle alarmbellen rinkelen toen ik dat hoorde, en was ik extra scherp op verdachte bewegingen. Ik informeerde mijn collega’s en we hebben X vrij snel afgevoerd naar het cellencomplex. Hij bleek gelukkig geen wapen bij zich te dragen.

Ik had niet gedacht dat ik al zoveel leuke en spannende dingen zou meemaken tijdens de eerste twee maanden op straat. Ik heb vaak in een situatie gestaan die ik nog nooit had geoefend op de academie, maar de kunst is dan om naar eigen inzicht juist te handelen. Gelukkig is er altijd een ervaren diender in de buurt, de praktijkcoach, aan wie je altijd hulp kan vragen. Al met al heb ik het enorm naar m’n zin op straat, maar heb ik ook zin om over een paar weken weer naar school te gaan. En trouwens, die klacht van die man? Nooit meer iets van gehoord…

Tom volgt de opleiding tot Allround politiemedewerker (hoofdagent) en werkt bij politie Zaanstreek-Waterland.