donderdag 26 december 2013

Kerstgedachte



Kerst is toch altijd een bijzondere tijd. Voor christenen betekent kerst de geboorte van Jezus. Voor degenen die dit niet geloven betekent kerst lekker vrij zijn, etentjes en cadeautjes onder de kerstboom. Maar er zijn ook mensen die ‘gewoon’ moeten werken met de kerstdagen. En er zijn mensen die oorlog met elkaar krijgen…

Met kerstavond wordt er altijd een kerstmaaltijd voor de werkende collega’s geregeld. We proberen dan gezamenlijk de maaltijd te nuttigen op het bureau, een nabijgelegen district neemt dan meestal waar. Zo hebben we dit jaar afgesproken dat wij om 02:00 uur een half uur gaan eten en district 9 om 02:30 uur. Waarschijnlijk leeft de kerstgedachte bij twee families niet zo, want voordat we de maaltijd kunnen gebruiken rijden we met spoed naar een schietpartij. Er is iemand neergeschoten en de dader verschuilt zich in een nabijgelegen woning. Omdat er zoveel tijd in de melding en de afhandeling gaat zitten, zijn we uiteindelijk om 06:00 uur terug op het bureau. En daar staat onze maaltijd, de koud geworden saté, de waxinelichtjes en keurig gedekte tafel. Niemand heeft op dit tijdstip nog zin om eten naar binnen te gaan werken. Eigenlijk baalt iedereen als een stekker, je merkt dat de stemming er niet vrolijk van geworden is.

De overvloed aan eten en drinken dreigt weggegooid te gaan worden en ik sta te verzinnen wie ik nou eens blij zou kunnen maken. Het wonderlijke is dat er altijd wel een oplossing voor zoiets komt, want in de wachtcommandantruimte zie ik via camerabeelden dat een bekende zwerver op busstation Zuidplein de vuilnisbakken aan het leeghalen is om te kijken of er nog wat eetbaars te halen valt. Snel pak ik een doos en stop daar diverse lekkernijen in. Ik roep naar de wachtcommandant dat hij cameratoezicht moet bellen om te zorgen dat ze de zwerver in beeld houden. Ook neem ik nog een kerstmuts mee. Ik ren met de doos naar de auto, spring erin en race naar het busstation. Ik hoor van de wachtcommandant dat de man zojuist richting de van Swietenlaan is gelopen, buiten het zicht van de camera’s.

Op dat moment rij ik de van Swietenlaan in en zie de man inderdaad lopen. Ik stop aan het begin van de van de laan en roep dat hij even naar mij toe moet komen, want ik wil vooral in het zicht van de camera’s hem de doos geven. Hij heeft dit natuurlijk niet door, dus de hilariteit op het bureau is groot als hij onder de camera de doos met heerlijke belegde broodjes, een slaatje, een pakje melk, fruit enz. krijgt en er verlekkerd inkijkt. Het is geweldig om te zien hoe dankbaar hij is. Ik loop met hem mee naar een bankje en zeg dat hij daar maar moet gaan zitten eten, uiteraard in het zicht van de camera’s, en na afloop alles op moet ruimen en in de vuilnisbak moet doen. Ik pak de kerstmuts uit mijn zak en zeg dat hij deze wel op moet zetten, omdat het tenslotte wel kerst is. Lachend pakt hij de muts aan en zet hem op.

Als ik terug op het bureau kom hebben we de zwerver op grote beelden bij de wachtcommandant in het zicht. Ondanks dat we zelf niet van een kerstmaaltijd genoten hebben, nemen deze beelden alle chagrijnigheid bij de collega’s weer weg. Als een koning zit de man met zijn rood/witte puntmuts op het bankje aan zijn koningsmaaltijd. Hierna hebben we het opvangtehuis “de Hille” gebeld en gevraagd of ze de overige dozen met eten en drinken wilden hebben, wat ze graag wilden. We hebben hierop de bus volgeladen en alles naar het opvangtehuis gebracht.

Zo kwam alles toch nog op een goede bestemming en niet in de vuilnisbak. De kerstgedachte kwam op deze manier toch tot zijn recht en met een vette glimlach verliet ik het bureau Zuidplein op weg naar mijn bed.

woensdag 18 december 2013

Een ‘rustige’ vroege dienst...

Om 5:45 uur ging mijn wekker. Het eerste wat ik dacht was: “het zal wel weer zo’n rustige dienst worden als gister”. Aan het einde van de dag zou ik daar toch iets anders op terug kijken.

Rond 6:30 uur kwam ik aan op het bureau. Een van de eerste meldingen was een woninginbraak. Omstreeks 10:15 uur hoorden wij via de portofoon dat er elders in het gebied een sterke gaslucht uit een woning kwam. Omdat we net klaar waren met de woninginbraak hebben we aangeboden om mee te rijden op die melding, al was het alleen om het verkeer te regelen. Op dat moment was nog niets duidelijk dus wie weet konden ze wel wat extra handjes gebruiken.  

De brandweer was inmiddels in kennis gesteld en niet veel later kwam deze ook ter plaatse. Er werd besloten dat de brandweer de deur open zou maken en beneden zou gaan luchten. Dat wil zeggen de sterke gaslucht uit huis blazen, zodat het zonder perslucht ook een werkbare ruimte zou worden. Nadat de brandweer de benedenverdieping had gelucht, begonnen ze met de bovenverdieping. Na een tijdje kwamen ze weer beneden met de informatie dat de ramen open waren gezet maar dat ze één kamer niet in konden omdat deze op slot zat en/of gebarricadeerd was.

Na een tijdje kregen we van de brandweer het sein dat het ‘veilig’ was. Daarop besloten dat wij toch naar binnen te gaan, op basis van artikel 3, om hulp te verlenen. De bewoner zou ergens in het pand moeten zitten. Natuurlijk eerst een plan van aanpak maken; hoe gaan we het doen? Twee koppels, mijn maatje en ik koppel 1 en de twee andere collega’s koppel 2. We kregen een ram mee van de brandweer om op de eerste verdieping de deur die op slot zat/gebarricadeerd was te openen. In de kamers die open stonden even snel een blik naar binnen geworpen, daar was niemand. Natuurlijk hebben we ons kenbaar gemaakt als politie, misschien zou de bewoner daarop reageren en dan toch te voorschijn komen. Dan blijft er op de eerste verdieping nog een kamer over. De kamer die op slot zat. Uiteindelijk besloten om de ram te gebruiken om de deur te openen. In films lukt dit natuurlijk in een keer, mijn collega heeft zeker zes keer moeten rammen om de deur op z’n 20cm open te krijgen. Achteraf bleek dat er een hoop spullen achter de deur stonden. Door die 20cm opening konden wij zien dat het in de kamer pikkedonker was. Op een gegeven moment horen we een stem: “De politie moet opflikkeren, anders steek ik de boel in de fik”.

Een paar seconden waren we stil. Nog geen 3 seconden later doet de bewoner wat hij zegt. Er komt ons een enorme vuurbal tegemoet… Op dat moment gaan je hoofd en lichaam over op overleven. Wat ik me kan herinneren is dat er overal vuur om ons heen was. En het volgende moment dat ik op de onderste treden van de trap lag. Een ding weet ik zeker; ik heb niet alle treden geraakt op mijn stunt naar beneden.

Dat is dan iets wat je niet verwacht. Hoe vaak wordt er niet gezegd “de politie moet dit, anders doe ik dat..” 99 van de 100 keer wordt er gebluft. Dit keer was het geen bluf… maar er is ons ook niet de mogelijkheid geboden om te vertrekken. Op het moment dat ik alleen beneden kwam ging er maar één ding door me heen: ‘waar zijn mijn drie collega’s?!’ We waren toch echt met z’n vieren boven! Enkele minuten (of secondes die minuten leken?) later kwam ik buiten en zag ik dat mijn drie collega’s naar omstandigheden allemaal goed buiten waren gekomen.  Dat was misschien wel het fijnste gevoel van heel die dag.  

Uiteindelijk kom je dan op het bureau... op school had je wel eens gehoord tijdens de lessen dat er bij grote incidenten een grote de-briefing komt. Die grote de-briefing kwam ook, alle betrokken collega’s, brandweer, TCO (team collegiale ondersteuning), meldkamer, externe partners, etc. waren aanwezig. Z’n grote de-briefing had ik nog nooit mee gemaakt.  

Zo verandert een ‘rustige’ vroege dienst in een dienst waarop je opeens om 19:30 uur je voordeur binnenstapt. Mij zul je niet snel meer horen zeggen “het zal wel weer een rustige vroege dienst worden”.  

Joyce (23) volgt de opleiding tot agent op de Politieacademie in Eindhoven. Ze is in dienst bij de Eenheid Oost-Brabant.

 

maandag 9 december 2013

Bloedtransfusie

“Ik ben met mijn klasgenoten al drie maanden onderweg in de opleiding en we beginnen al aardig blauw bloed te krijgen. Nee, we zijn niet verloofd met iemand van het koninklijk huis en we werken ook niet bij de Albert Hein. We krijgen zo langzamerhand blauw politiebloed geïnjecteerd.

Dit gaat vanzelf tijdens de opleiding. Door onze docenten zijn we hier al op gewezen. We zouden gaan ‘veranderen’ en onze omgeving zou dit gaan merken. Het klinkt nu wellicht wel alsof we worden gehersenspoeld, maar daar is niets van waar. Onze grijze massa gaat anders denken en dat doen we uit onszelf.

We zullen tijdens ons vak voor moeilijke situaties en keuzes komen te staan. Je leest vaak genoeg op van andere bloggers wat voor situaties ze meemaken. We kunnen nu niet meer alleen maar van een onderbuikgevoel uitgaan, maar we moeten het ook nog gaan onderbouwen. Bijvoorbeeld door wetten,  regels en procedures toe te passen. Dat is nu het verschil tussen iemand die het goed bedoelt en een professional. Het is mooi om te zien dat al mijn collega’s in de klas zich hier van bewust zijn!

Ikzelf merk het al als ik in de auto zit en meer dan alleen op mijn eigen verkeerssituatie let. Ik zie andere bestuurders bumperkleven. Gisteren zag ik in een ooghoek op de A2 een man in het donker op de vluchtstrook staan. Ik scan nu al mijn omgeving af en kijk verder dan mijn neus lang is. Ook koppel ik aan elke overtreding en misdrijf al artikelnummers uit bijvoorbeeld het wetboek van strafrecht. Thuis bespreek ik dit tot vervelens aan toe. Ik heb wel het geluk dat mijn vriendin ook werkzaam is bij de politie. We spreken soms met heel veel afkortingen in zinnen. Afkortingen gebruiken…dat is politie-eigen. 
We zijn nu begonnen aan de maand december en we hebben dan nog maar een krappe maand te gaan voordat we een maand gaan stagelopen in onze eenheid. ‘Stage’ in de volksmond…volgens de Politieacademie ‘beeldvorming beroep’, maar volgens de collega’s in het hele land ‘de blauwe maand’. Het lijkt daarom bijna geen toeval dat we ons juist na drie maanden bewust worden van onze bloedtransfusie…we zijn er klaar voor en hebben er zin in! De volgende keer zal ik dan ook schrijven over mijn ervaringen van ‘de blauwe maand’!”
Sander (32) heeft na een aantal jaar in het bedrijfsleven gewerkt te hebben, de overstap gemaakt naar het politievak. Vandaag vertelt hij over zijn eerste drie maanden in de opleiding.

vrijdag 29 november 2013

Melding huiselijk geweld

Het was ongeveer 8 uur ‘s avonds toen mijn collega en ik aangewezen werden voor een voetsurveillance. Buiten was het miezerig weer en vrij koud. Vrijwel meteen kregen we onze eerste melding binnen. “Meldkamer voor de 14-01, over”. “Hier de 14-01, over.” “Meldkamer voor de 14-01, we hebben een melding binnengekregen van een vrouw die overstuur is. Ze heeft ruzie met haar man, dus zouden jullie even een kijkje kunnen nemen bij de X straat nummer 53, over.” “14-01 voor de meldkamer, dat is begrepen en we gaan ter plaatse.” Omdat mijn collega en ik dichtbij waren duurde het niet lang voordat we ter plaatse waren.

Onderweg naar het adres hebben we een plan van aanpak gemaakt. Wat zouden we kunnen verwachten en hoe gaan we het aanpakken? Omdat elke situatie weer anders is, hebben we een paar algemene aannames gedaan. Mijn collega zou zich bezig houden met de man, en ik zou me ontfermen over de vrouw die de melding heeft gedaan. Belangrijk is dat we ze meteen apart zouden nemen om de verhalen apart van elkaar te kunnen horen en om erger kwaad te kunnen voorkomen. “14-01 voor de meldkamer, we zijn ter plaatse, over.”
Aangekomen bij het adres konden we de woordenwisseling al horen. Nadat we aangebeld hadden kwam er een man naar de deur, die in eerste instantie de deur niet open wilde doen. Wij bleven rustig en zeiden dat we even rustig met de meneer wilde praten. Uiteindelijk deed hij open en vroegen we of we binnen mochten komen. Binnen troffen we een puinhoop aan. Stoelen lagen verspreid over de vloer, naast de gesneuvelde bloempotten. De tv stond hard aan en het stel zat samen op de bank, waarvan de vrouw huilend in de hoek zat en de man een agressieve indruk maakte.
Zoals afgesproken heeft mijn collega de man apart genomen in de hal en ik ben verhaal gaan houden bij de vrouw. In eerste instantie was ze redelijk gesloten, maar heb uiteindelijk te horen gekregen dat de man haar meerdere malen heeft geslagen. Het was nog niet zeker of ze aangifte wilde doen, maar ze bleek uiteindelijk daar wel toe bereid. We wilden de man aanhouden voor mishandeling en gaven dit door aan de meldkamer. “Meldkamer hier de 14-01, betreft huiselijk geweld, meneer heeft zijn vrouw meerdere malen geslagen dus we hebben hem aangehouden, over.” We hebben de melding afgehandeld en al snel kregen we een nieuwe melding, hangjongeren die overlast veroorzaken. Even later kregen we van de meldkamer te horen: “Meldkamer voor alle eenheden, einde oefening.”
Om zo goed mogelijk voorbereid te zijn op de praktijk is het van belang dat we realistisch oefenen. Hier hoort ook portofoongebruik bij. Het is namelijk belangrijk dat we goed kunnen communiceren met de meldkamer en onze collega’s. In dit geval waren de man en vrouw in kwestie onze klasgenoten. De rollen werden de ronde erna omgedraaid, waardoor wij nu mochten acteren.
Koen volgt de opleiding tot politievrijwilliger.

donderdag 28 november 2013

Bakkie troost


“De deur staat wagenwijd open en in de woonkamer ligt het slachtoffer dat gereanimeerd moet worden. Het ziet er eerlijk gezegd niet goed uit. De vrouw van het slachtoffer is in alle staten. Ze weet met de hele situatie geen raad.

Om ons volledig te kunnen concentreren op het reanimeren, vragen we voor haar extra collega’s erbij. We beginnen met handelen, geen pretje met een nuchtere maag. Er was bij het begin van deze ochtenddienst geen tijd voor een boterhammetje. We stapten meteen de auto in op weg naar deze melding en probeerden ons onderweg voor te stellen welke situatie we zouden aantreffen.

Mijn maatje en ik kijken elkaar aan tijdens het reanimeren en weten het: deze man is al enige tijd overleden. We kunnen niets meer voor hem doen. Inmiddels staat het ambulancepersoneel naast ons. Ook zij constateren hetzelfde.

Dan komt er een moment waarop je even niet meer hoeft te handelen. Hoe lang ze er al staat, weet ik niet, maar ik zie haar nu pas voor het eerst. Een meisje in haar pyjama, net zo oud als mijn dochter, staat vanaf de trap naar ons te kijken. Ze wil papa goedemorgen zeggen, want ze is net wakker. Ik hoor haar moeder die het meisje probeert uit te leggen wat er gaande is. De sfeer in huis, de moeder met haar dochter, de foto's in de kamer van een gezin en een slachtoffer net zou oud als ik, het raakt me. Het wordt me plotseling even teveel en ik loop snel naar buiten. Mijn maatje merkt het en loopt met me mee. Tranen rollen over mijn wangen. Ik zie mijn eigen dochter voor me en hoe die afscheid zou nemen van mij. Mijn collega vangt me op, maar ik zie in zijn ogen dat ook bij hem de waterlanders opkomen. Samen staan we daar op straat zomaar te huilen. We worden opgevangen door onze chefs die ook naar de woning zijn gekomen.

Uiteraard bespreken we deze melding met een bakje koffie. 'Bij de politie drinken ze de hele dag koffie,' wordt vaak gezegd. We drinken inderdaad koffie, nu even letterlijk een bakkie troost. Nadat we ook een boterhammetje op hebben, horen we de collega's van de meldkamer weer: 'Wilt u gaan naar...' En daar gaan we weer.”


Dirk-Jan (34) werkt als hoofdagent in Dordrecht. Hij rijdt veel 112-meldingen.

donderdag 14 november 2013

FILM VS. REALITEIT

“De politie is een populair en veelgebruikt onderwerp in films en series. We kennen allemaal de scène wel dat een agent bijvoorbeeld een deur intrapt, een kind redt en dan de held is van het politiebureau. Maar is dat wel de realiteit?

Een vergelijking. Ik reed twee weken geleden met mijn vaste collega door Zaandam. We kregen de melding dat een man al een aantal dagen niks meer van zich had laten horen, terwijl hij iedere dag langs zijn moeder ging. Ook zij had niks van hem gehoord. In de film: de agenten zetten hun zwaailicht en sirene aan en racen naar het adres. Realiteit: mijn collega en ik krijgen geen toestemming van de meldkamer om zwaailicht en sirene te gebruiken.

We komen ter plaatse bij de desbetreffende flat en gaan omhoog. De 'bonk' nemen we voor de zekerheid mee. We kloppen aan. In de film: de agenten kloppen aan en als er niet binnen drie seconden iemand open doet, trapt de agent met één trap de deur open. Realiteit: We kloppen aan. En nog eens. En nog eens. We bellen bij alle buren aan of iemand een reservesleutel heeft. Niemand blijkt deze te hebben. We kijken of we via het balkon van iemand anders naar binnen kunnen klimmen. Ook dit blijkt niet zo te zijn. We bellen met de hulpofficier van Justitie, en we krijgen toestemming om de deur eruit te bonken. Mijn collega vroeg of ik de deur wilde bonken. De 'bonk' is een soort stalen stormram, waarmee je een deur eruit kan rammen. Uiteraard wilde ik dit wel! In de film: de agenten lukt het in een keer. Realiteit: mijn collega en ik hebben er zes keer voor nodig voordat de deur eruit is. De deur ligt eruit. We zijn binnen. In de film: de agenten treffen een bloederig plaats delict aan met verborgen aanwijzingen naar de dader. Realiteit: de woning is leeg.

Nadat we de hele woning doorzocht hebben, blijkt dat de man ook niet thuis is. In de film: de agenten krijgen een volgende spannende melding. Realiteit: mijn collega en ik hebben twee uur staan wachten op een slotenmaker, totdat de deur weer afgedicht was. De sleutel van het nieuwe slot nemen wij mee naar het bureau en we plakken een briefje op de deur dat de eigenaar de sleutel bij ons kan afhalen. De eigenaar neemt contact met ons op. In de film: de agenten zijn de helden van het bureau en de stad, en krijgen misschien zelfs een medaille voor hun doortastend optreden. Realiteit: de huisbewoner dient een klacht in, omdat hij het allemaal overdreven vond. Daarbovenop zijn mijn collega en ik ruim een uur bezig met verschillende formulieren invullen.

Doe mij dan toch maar de film...”


Tom is in 2011 geslaagd voor het atheneum op het Jan van Egmond Lyceum en zit nu in de opleiding tot allround politiemedewerker op de Politieacademie. Hij wordt opgeleid voor Eenheid Noord-Holland.

maandag 28 oktober 2013

Eerste fouillering…

“Tijdens een van mijn stagedagen ben ik op pad met mijn coach. Op zich een rustige dienst die vooral in het teken staat van het gebied verkennen omdat ik door omstandigheden gevraagd heb om overplaatsing.

Het nieuwe teamgebied is een mooie stad, waar natuurlijk ook veel meer gebeurt dan in het dorp waar ik eerst werkzaam was. We zaten net te genieten van een welverdiend kopje koffie op het bureau, toen de melding kwam van een collega dat ze een ‘vonnisklantje’ hadden opgepikt.

Eerder was het bikersteam in het kader van het project bike in de wijk langs gegaan bij een van de woonwagens op een klein woonwagenkampje en had een veroordeelde gespot, dat wil zeggen, z’n elleboog…Hij lag verscholen achter de bank, maar kwam toch nog een klein stukje boven het raam uit. Helaas voor hem zijn onze collega’s niet van gisteren en werd hij vakkundig aangehouden. Hij had ‘voor de sier’ nog wat hennepplanten in z’n tuin staan, deze mocht hij nog even uit de grond trekken voordat hij achterin onze auto stapte. Hij had blijkbaar al een vermoeden dat het niet lang goed zou blijven gaan, z’n tassen stonden al gepakt en hij ging rustig mee. Ik ging naast hem zitten om hem in de gaten te houden tijdens de rit, vergezeld door drie grote tassen en een gigantische hennepgeur. Hij was rustig in de auto en niet erg spraakzaam. Aangekomen op het cellencomplex stond z’n moeder bij de poort te wachten om afscheid te nemen. 

In het cellencomplex aangekomen werd hij ingesloten en moest hij gefouilleerd worden. Het bleek dat alle collega’s van het cellencomplex, inclusief mijn coach, dames waren. Ik voelde de bui al hangen. Het protocol zegt namelijk dat, indien mogelijk, een fouillering moet worden gedaan door iemand van hetzelfde geslacht. Uiteraard hebben we tijdens de opleiding wel op elkaar geoefend in de fouilleringsprocedure, maar als je er dan voor staat is het toch ineens anders! “Gaat u maar even daar staan, benen uit elkaar en handen tegen de muur” hoorde ik mezelf zeggen, gevolgd door “heeft u scherpe voorwerpen bij waaraan ik me kan bezeren?” Hij zei dat dit niet het geval was en ik begon, volgens aangeleerde methode, de fouillering. Boven de gordel geen probleem, het was voor mij de eerste keer dat ik bij iemand van hetzelfde geslacht met mijn handen op plaatsen kwam waar ik liever niet kom, maar het moet nou eenmaal. 

Tips en tops van de coach: “Je moet toch wat beter op de minder leuke plekken voelen…” Gelukkig hebben we die avond nog drie verdachten inzake Opiumwet aangetroffen, alle drie eveneens mannen, waardoor ik meteen nog drie keer heb kunnen oefenen…” 

Freddy is accountmanager en volgt in zijn vrije tijd de opleiding tot politievrijwilliger surveillance en handhaving. Hij werkt bij Eenheid Zeeland-West-Brabant.

 

maandag 21 oktober 2013

Brugsmurf?

Sander (32) heeft na een aantal jaar in het bedrijfsleven gewerkt te hebben, de overstap gemaakt naar het politievak. Hij vertelt over zijn eerste schoolweek.
“Na een lange selectie ben ik in oktober begonnen aan de politieopleiding niveau 4 in Eindhoven.
De term ‘brugsmurf’ lijkt erg toepasselijk voor iemand die begint aan zijn opleiding aan de Politieacademie, want de favoriete kleur van de smurfen is immers blauw.
Eigenlijk voel ik mij ook zo nadat ik een jaar of 12 in het bedrijfsleven heb gezeten. Tot aan de voordeur van de academie ervaar ik weer alle positieve spanning van ‘vroeger’. Ik slaap slecht, want wie zouden mijn klasgenoten zijn? Wat smeer ik op mijn brood en neem ik mijn boterhamtrommel mee? Schooltas… rugzak? Hoe laat moet ik vertrekken? De ‘eerste schooldag stress’ begint toe te slaan.
Eenmaal door die voordeur weet je al heel snel ‘nee…dit heeft niets met mijn vroegere scholen te maken’. De faciliteiten ogen modern, fris en rustig. Dat staat in schril contrast met mijn oude middelbare school. Daar krioelden mensenmassa’s door een grijze aula en kille gangenstelsels. Op de academie is er rust en discipline.
De eerste week is een intensieve kennismaking met de academie, je eenheid, je werkgebied en je klasgenoten. De klas bestaat uit 20 personen die sterk van elkaar verschillen in leeftijd, achtergrond en levenservaring. Je stelt je voor aan de hand van een metafoor. Hierdoor is iedereen open en eerlijk en voelt het contact direct goed. Dat goede gevoel zullen we dan ook hard nodig hebben tijdens deze eerste week.
Op woensdag en donderdag moeten we tijgeren door het zand, hardlopen, hindernissen nemen, navigeren, reddingszwemmen met overall aan maar bovenal samenwerken! Dit is alles behalve een schoolreisje! Keihard werken, maar wel moe en voldaan.
De laatste dag van de week hebben we gebruikt om kennis te maken op het bureau waar we komen te werken. Even snel kennis maken met de toekomstige collega’s en snel een indruk krijgen van het werk achter de schermen!
Aan het einde van de week lachen we erom. Voor de een was het veel informatie en voor de ander een grote lichamelijke inspanning.
Over één ding zijn we het denk ik allemaal wel eens… dit heeft niets meer te maken met je middelbare schooltijd. De zenuwen zijn weg, de kop is eraf, het ijs is gebroken en we gaan op naar de rest van de opleiding!
Brugsmurf? NEE…wij zijn aspiranten aan de Politieacademie en daar zijn we trots op!”

maandag 7 oktober 2013

Huiszoeking naar vuurwapen

“Vanochtend begonnen we al om 06:30 met een korte briefing over de huiszoeking waar ik samen met medestudenten en nog meer collega’s bij aanwezig mocht zijn. Het doel van de huiszoeking was om een vuurwapen te vinden.

 

Per onopvallende auto en 1 politiebusje vertrokken we rond 07:00 naar de locatie. De studenten die niet-vuurwapendragend waren moesten op een afstand blijven tot de ervaren collega’s binnen waren. Er was afgesproken om 1 koppel bij de achterdeur te hebben i.v.m. mogelijk wegrennen van de verdachte en 4 personen die bij de voordeur stonden. Er werd na aanbellen open gedaan en de verdachte samen met een vriend en een vrouw waren licht geschokt en boden geen verzet. Het was een flinke bende in huis, het stonk en er waren 3 honden aanwezig. De verdachte werd niet meteen geboeid maar moest wel samen met de 2 andere personen in de woonkamer blijven onder toezicht van 1 collega terwijl de rest het huis doorzochten. Er is geen wapen aangetroffen maar wel is de verdachte meegenomen naar het bureau wegens openstaande boetes en heling van goederen.

 

Deze ervaring was erg leerzaam omdat ik ook veel tips kreeg over het doorzoeken van bepaalde plekken die niet meteen opvielen. Er bleek namelijk een kruipruimte onder een houten vloer te liggen. Eenmaal terug op het bureau liep ik samen met een ervaren collega en de verdachte de arrestantengang in om de persoon in te boeken. Ik zag hoe de procedure verliep die elke verdachte doorloopt voordat hij de cel in gaat. Veel hiervan herkende ik vanuit mijn stage bij de Koepelgevangenis.”

Tom (23) volgt de opleiding tot Politiemedewerker. Hij is werkzaam bij Eenheid Oost-Nederland.

maandag 23 september 2013

Bezwaarprocedure

“Ik ben inmiddels iets langer dan twee jaar bezig met mijn opleiding. Nog een jaar te gaan en ik mag mezelf agent noemen. Natuurlijk gaat dat niet zomaar. Tijdens de opleiding moeten we verschillende proeven afleggen. Elke keer weer is dat een stressmomentje, op het moment dat er ‘examen’ of ‘proeve’ voor komt te staan, krijgt iedereen het toch een beetje benauwd.

Afgelopen mei hadden mijn klasgenoot en ik de proeve WWM (wet wapens en munitie). We gingen hier met een goed gevoel naar toe. We hadden best wel wat extra werk verricht, zoals bij de forensische technische opsporing geweest om ons bezig te houden met wapens en het categoriseren van wapens. Dit is ten slotte een onderdeel van het examen. We hadden een aantal diensten geweigerd omdat we perse samen nog eens naar het examen wilden kijken. En diensten weigeren doen we niet snel want meestal kun je dan een leukere dienst krijgen dan je had ;).

Kortom; we gingen hier met een goed gevoel naar toe. Nadat we ons examen hadden afgelegd moesten we even naar buiten. De examinator ging alles op een rijtje zetten en beoordelen of we geslaagd waren of niet. De minuten dat je op de gang zit zijn niet de leukste minuten, tenminste ik vind ze verschrikkelijk. Uiteindelijk mochten we weer naar binnen, we gaan zitten, en vervolgens zegt de examinator: ‘ik heb slecht nieuws…’.

Toen wisten we natuurlijk al hoe ver het was. Allebei gezakt. Vet balen. Ook waren we het beide niet eens met het commentaar dat we kregen, maar ja daar valt niets meer aan te doen.

Later op de dag hoorden we dat nog meer van onze klasgenoten gezakt waren, dat vonden we toch wel raar. Uiteindelijk besloten om met z’n allen bij elkaar te zitten. Hoe kwam het nou?

Uiteindelijk zijn we met z’n zessen in bezwaar te gaan. Je gaat dan individueel beschrijven hoe je proeve is gegaan en waar je het niet mee eens bent en waarom niet. Vooral de waarom niet is natuurlijk erg belangrijk. Dit wordt dan opgestuurd naar de examencommissie, die gaat daar iets van vinden. Dan krijg je de keus om je bezwaar mondeling toe te lichten. Hiervoor hebben we alle zes gekozen.

Nadat we dat gedaan hadden, heeft de examencommissie uitspraak gedaan. Helaas voor ons ongegrond, wat betekent dat we nog steeds gezakt zijn en er niets meer aan te doen is. Uiteindelijk hadden we er allemaal wel vrede mee.

En persoonlijk vind ik het wel interessant om ook een bezwaarprocedure een keer te hebben meegemaakt. Maar om het verhaal leuk af te sluiten: begin september  hebben mijn collega en ik ons examen opnieuw mogen doen en zijn hiervoor geslaagd!”

Joyce (23) volgt de opleiding tot agent op de Politieacademie in Eindhoven. Ze is in dienst bij de eenheid Oost-Brabant.

maandag 2 september 2013

Baliedienst

Ik heb de afgelopen weken in totaal 40 uur baliediensten gedraaid. Ik had niet verwacht dat je achter de ‘schermen’ zulke verschillende mensen en verhalen te horen krijgt.

Zo zat ik bijvoorbeeld achter de balie van een bureau in mijn regio, toen er een jonge vrouw binnenkwam. Zij wilde melding doen dat ze bedreigd werd door een vriend van haar ex. Zij had al een flink aantal jaren een geheime relatie met een jongen, terwijl hij een compleet gezin thuis had zitten. Nu is de vrouw van de ex achter de geheime relatie gekomen en is het een en ander uit de hand gelopen. Zoals gezegd heeft een vriend van haar ex haar met de dood bedreigd. Samen met een collega heb ik de melding opgenomen. Mevrouw wilde geen aangifte doen, maar wilde wel dat wij van het verhaal wisten. De situatie staat nu uitgebreid in het systeem, en daarbij heb ik ervoor gezorgd dat indien er een melding komt vanuit haar adres, dat er extra alarmbellen gaan rinkelen bij de meldkamer.

Een dienst later kwam er een meneer aan het bureau, die vertelde dat hij ook bedreigd werd. Hij had de nacht ervoor mensen aan zijn deur gehoord, en op een gegeven moment hoorde hij zelfs dat er een vuurwapen werd doorgeladen. Op dat moment wilde hij de politie bellen, en draaide hij het nummer 111. Ook hij wilde geen aangifte doen. Ik heb wederom het hele verhaal in het systeem gezet en een e-mail gestuurd naar de wijkagent. Ook heb ik meneer uitgelegd waarom hij geen politie aan de lijn kreeg, en dat hij de volgende keer 1-1-2 moet bellen.

Een uur later kwam er een wat oudere vrouw aan het bureau. Zij vertelde dat ze weg wilde rijden van een verkeerslicht omdat deze op groen sprong, toen ze plotseling een keiharde knal hoorde en een schok voelde. Ze wist niet wat er precies gebeurd was en ze reed weg. Later bleek ze te zijn aangereden door een auto die achterop was geknald. Zij vertelde mij dat dit met zo’n knal was gegaan, dat het kenteken van de auto ingegraveerd stond in haar achterbumper! Ik heb haar auto en het kenteken bekeken en kon er moeilijk een kenteken uit herleiden. Het kenteken dat ik had ontcijferd, heb ik door het systeem gehaald: er kwam een Volkswagen uit, en, dit voertuig stond in Noord-Holland. Ik heb de tenaamgestelde van het voertuig gebeld, maar deze ontkende in alle toonaarden. Zij ging meteen foto’s maken van haar auto, om te bewijzen dat ze geen schade had (en dus niet betrokken was bij de aanrijding). Ze heeft mij deze foto’s gemaild, en ze bleek er inderdaad niks mee te maken hebben.

Toen ik de oudere vrouw wilde bellen om dit te vertellen, was ze me voor. Ze was zelf naar de garage gegaan en de garagemedewerker had ook naar het ingegraveerde kenteken gekeken. Er kwam een ander kenteken uit. Toen ik deze door het systeem haalde, bleek deze op naam te staan van een voertuig dat stond in een andere politieregio. Het voelde net alsof ik werkte bij de recherche Ik heb de meldkamer gebeld van dit korps, met de vraag of de collegae van ons buurkorps wilden gaan kijken. Twee collega’s zijn gaan kijken op het adres en hebben de auto zien staan. Deze had ook geen schade. Ik heb de oudere mevrouw gebeld dat ik, 007, mijn best gedaan heb voor haar, maar dat ze het bij de verzekering moet gaan proberen.

Op de laatste ‘baliedienst-dag’ kwam er een mevrouw aan het bureau die aangifte wilde doen van bedreiging met de dood. Zij had een briefje in de brievenbus gekregen met de tekst: ‘‘ik maak je dood’’. Vermoedelijk had de overbuurman dit gedaan. Ik hoorde het hele verhaal: de overbuurman zorgde al jaren voor overlast, bedreigde het 9-jarige kind van de vrouw, en schold familie van haar uit zonder enige aanleiding. Tijdens de aangifte kreeg ik oprecht medelijden met de vrouw.

Paar uur later. Er loopt een man het bureau binnen. Hij wilde aangifte doen van bedreiging en vernieling. Het betrof de overbuurman, die de vrouw zou hebben bedreigd. Hij had een steen door de ruit gekregen met een briefje eraan met de tekst: ‘‘ik maak je helemaal kapot en je hele familie ook’’. Hij dacht dat de vrouw, die een paar uur daarvoor aangifte tegen hem had gedaan, de dader hiervan was. Weg was mijn medelijden.

Al met al enorm veel verschillende verhalen en verschillende mensen. Ik vond het lastig dat je soms iemand echt wilt helpen, en niet slechts een verhaaltje in de computer zetten. Toch zijn de mogelijkheden die ik kan doen voor iemand beperkt. Ik hoop dat de aangereden vrouw haar geld vergoed krijgt door de verzekering. Ik zal haar over een tijd bellen hoe het afgelopen is.
 
Tom volgt de opleiding tot Allround politiemedewerker (hoofdagent) en werkt bij eenheid Noord-Holland.

maandag 12 augustus 2013

Lange adem

Sander (32) heeft een moeizame selectieprocedure doorlopen. Inmiddels is het selectietraject verbeterd en is het in 3 maanden te halen. Sander vertelt hoe het bij hem is vergaan:

“Al lang ben ik op zoek naar mijn droombaan… maar dat de selectie zo lang ging duren…het was 2012:
Juni: Ik ga naar de voorlichting van de politie (inmiddels is de verplichte voorlichting vervangen door Bewust Blauw red.). Daar probeerde men een realistisch beeld te schetsen van het politiewerk, zonder een mooi verhaal op te hangen. Zo werd er verteld: ‘het studiesalaris is laag’, ‘je omgeving vindt het vast niet leuk’, ‘je moet je op alle feestjes verantwoorden’, ‘ je werkt onregelmatig’. Ik hoorde niets vreemds, maar de helft van de mensen droop snel af. Na een ‘speed date’ met een brigadier kreeg ik mijn eerste goedkeuring.
Juli: ik word opgeroepen voor deel A. Wat voelde ik mij thuis daar in Apeldoorn. Ik zag mezelf al in uniform door de academie paraderen. Aan die droom kwam al snel een eind toen ik mijn fysieke test niet haalde.

September: lang heb ik hard getraind en toen haalde ik mijn fysieke toets wel. Wat was ik opgelucht! Voorzichtig zag ik mezelf alweer in het blauw, maar eerst deel B nog. Dit was gelukkig geen probleem en voelde als een gelopen koers. Weer een vinkje erbij. Wacht, eerst nog het korpsgesprek.

Oktober: Twee ervaringsdeskundigen horen me uit op een kil kamertje. De heren keken zo strak dat ik niet wist waar ik aan toe was, maar ze waren toch wel blij met mij! ‘Je hoort nog van ons’ en ik dacht: ‘mooi laat mij maar in januari beginnen’.
Januari: De politiek werkte niet mee en daardoor weet Werving & Selectie niet hoeveel mensen ze mochten aannemen, dus ‘laat mij maar in mei beginnen’. Vervolgens de brief waarin stond dat er voor Limburg nog maar 9 plaatsen vrij waren in oktober 2013. Of ik ‘zin’ heb om te wachten. NATUURLIJK! ‘Laat mij maar in oktober beginnen’ !

Februari: grote persberichten die zeggen dat de academie niemand opleidt, vacaturestop, etc. Ik stond in mijn dromen wederom niet meer in het blauw, maar in mijn onderbroek.
Maart: Gelukkig klopte dit niet!

Mei: ‘Het korps heeft de intentie u aan te nemen’ Mooi.; laat mij maar in oktober beginnen!
Juni: Eindelijk mijn medische keuring en betrouwbaarheidsonderzoek afgerond.

Juli: de handtekening staat! Ik ga beginnen!!
De nabije toekomst: Ik ben 32 jaar en mag eindelijk gaan beginnen aan mijn droom. Werken bij de politie! Of je nu 18 bent of 50+, met een lange adem en veel wilskracht maak jij je droom werkelijkheid!”

Wil je weten wat alle stappen van de selectieprocedure zijn en wat ze inhouden? Kijk dan op www.kombijdepolitie.nl/selectie.

vrijdag 26 juli 2013

Slecht nieuws…

“Zaterdag hadden we weer een dienst, onze coach en wij (de drie vrijwilligers in opleiding). Bij aanvang van de dienst werd gemeld dat er al sinds donderdag een oudere man (84) vermist was, hij zou verward zijn en dementerend. Daarnaast is hij slecht ter been en kan hij niet zonder medicijnen. Tijdens de dienst werd natuurlijk uitgekeken naar de man en bijbehorende fiets, die ook verschillende opvallende kenmerken had. Er waren wat tips, een daarvan was dat hij in de nabijgelegen bossen bij een restaurant gezien zou zijn, de andere op een plek in het bos dichtbij dat restaurant. In de ochtend werd onze coach, die belast was met de zaak, gebeld door de familie die zelfstandig een zoektocht op wilde gaan zetten.

Als men gaat zoeken is het belangrijk dat dit goed gebeurt, onze coach stelde daarom voor dat wij mee zouden gaan helpen met de zoektocht. We begonnen om 13:30 uur en hebben tot 16:45 uur door de bossen gelopen met de 25 familieleden van de vermiste man. Helaas zonder resultaat. 
 
Na een kort overleg waarbij de familie hartelijk bedankt werd voor de hulp keerden we terug naar het politiebureau, onze dienst zat er al enige tijd op. De porto’s werden afgemeld, de tassen en spullen waren al uit de auto toen de GMK (Gemeenschappelijke Meldkamer) de melding doorgaf dat er een overleden man is aangetroffen, in de bossen nabij het restaurant wat de basis was geweest van onze zoektocht. Snel de porto terug aangemeld en in een stoet politievoertuigen, de motoragent, wij met twee auto’s, de officier van dienst, later ook nog FTO (forensisch technisch onderzoek) gingen we ter plaatse.
 
Ter plaatse bleek dat het inderdaad de vermiste man was, hij was helaas overleden. Een misdrijf is door de collega’s uitgesloten, op dit moment is de doodsoorzaak nog niet vastgesteld.”
 
Freddy is accountmanager en volgt in zijn vrije tijd de opleiding tot politievrijwilliger. Hij werkt bij Eenheid Zeeland - West-Brabant. 
 

woensdag 24 juli 2013

We zijn er vooral ook om te helpen...



Mourad (30) werkt bij Eenheid Amsterdam.

“Na 12 jaar ben ik nog steeds blij dat ik gesolliciteerd heb, ik haal namelijk erg veel voldoening uit mijn werk. Ik ben begonnen als agent in de Bijlmer, na twee jaar hard werken ben ik opgeklommen naar hoofdagent. Inmiddels ben ik inspecteur en houd ik me vooral bezig met horeca en drugs.Het werk dat ik doe is vaak leuk, maar soms zijn er ook moeilijke en pijnlijke momenten.

Een paar jaar geleden toen ik aan het werk was in de noodhulp kregen we een melding van een brand in een flatgebouw. Met spoed reden we er naartoe. We waren als eerste ter plaatse en hebben zoveel mogelijk mensen uit het gebouw geëvacueerd. Het was te heet om bij de brandende woning te komen, zelfs de pakken van de brandweer konden niet tegen de hitte en smolten. De brandweer heeft de brand uiteindelijk kunnen blussen. Een man en vrouw uit de flat zijn gered, hun kindje helaas niet. Dat zijn moeilijke dingen en die je niet gauw vergeet. Op den duur het slijt wel, maar dat duurt wel even. Achteraf hebben we nog wel gesprekken gehad met collega’s en slachtofferhulp. Er over praten helpt.

Iets wat me veel voldoening heeft gegeven is dat ik een 22-jarige jongen het rechte pad op heb kunnen helpen. We waren op zoek naar deze jongen in verband met een drugszaak. Maar elke keer als we hem wilden oppakken, vluchtte hij. Een keer is hij zelfs van een tweehoog balkon af gesprongen. Met veel moeite en geduld konden we hem uiteindelijk toch aanhouden. Nadat hij was opgepakt hebben we gepraat. Ik vroeg hem of het de moeite waard was om steeds te vluchten, er had hem wat kunnen overkomen toen hij van dat balkon sprong. We hebben gezorgd dat hij hulp kreeg waardoor hij op het rechte pad is gebleven. Hij komt nog steeds wel eens langs. Dan praten we en geef ik hem adviezen als het nodig is. Hij kreeg een tweede kans en nu gaat het goed met hem. We zijn er ook niet om alleen boetes te schrijven, we zijn er vooral ook om te helpen.”

donderdag 18 juli 2013

Het krioelt hier van de mieren……


“Ik zal beginnen mezelf even voor te stellen. Ik ben Andy, 50 jaar, werkzaam in de Eenheid Zeeland – West Brabant te Breda. Ik volg de (oude) opleiding tot vrijwillig ambtenaar van politie (VAP). Op dit moment zit ik alweer 2,5 jaar in opleiding en moet dus nog 0,5 jaar tot ik klaar ben met de opleiding. Ik zit nog in één van de laatste klassen die de volledige opleiding volgen en wij zitten met 7 man in de klas. Enige tijd geleden is mij gevraagd om te gaan bloggen. Ik hoefde hier niet lang over na te denken en heb dit dan ook direct toegezegd te gaan doen. Het lijkt mij leuk om mijn ervaringen te delen zodat eventuele toekomstige vrijwilligers dit kunnen lezen en wellicht nog enthousiaster worden om ook de opleiding tot vrijwilliger te gaan volgen.

De komende tijd kan iedereen hier lezen hoe het mij vergaat zowel tijdens de opleiding als in de prakrijk.

Ik moet nog 3 examens doen; Optreden bij Misdrijven, Assisteren bij Ongevallen en Milieu. Ik hoop begin 2014 mijn diploma in ontvangst te mogen gaan nemen.

Afgelopen 6 weken heb ik Optreden bij Misdrijven op de Politieacademie te Eindhoven afgerond en het examen staat al gepland op 13 september. Tijdens deze lessen heb ik wederom veel geleerd over hoe te handelen als je tijdens een dienst uitkomt bij een plaats delict (PD). Hoe benader en beheer je een plaats delict. Wat kan je aantreffen bij de plaats delict? Welke collega´s en instanties moet je inschakelen? Zaken die van wezenlijk belang zijn als je als eerste bij een plaats delict aankomt. Na een aantal theoretisch lessen gingen we een plaats delict simuleren. Altijd goed om iets te oefenen want dan kan je van elkaar leren. Ik mocht ook een keer slachtoffer spelen. In de bosjes op het parkeerterrein van de academie. Daar lag ik dan, in uniform recht naast een fietspad. “Hé, agent lig je lekker? Heb je niks anders te doen?” kreeg ik te horen van voorbijgangers. Mijn medestudenten waren inmiddels druk bezig het plaats delict af te zetten en sporen veilig te stellen. En ik dacht: ‘Schiet nu maar op want het krioelt hier van de mieren……!’

De politie is een vak apart maar een vak wat ik nu ook aan het leren ben!!
Tot de volgende blog.”

donderdag 11 juli 2013

Noodhulpdiensten

Na twee maanden school zit ik alweer eventjes in mijn korpsperiode (kwartiel 8 van de oude opleiding). Ik ben nu bijna twee jaar bezig, dus nog een jaar te gaan. Vanaf dit kwartiel komen voor ons de noodhulpdiensten erbij. Diensten waar eigenlijk al mijn medestudenten naar uit kijken, want dat is toch het echte politiewerk ik de ogen van de burger.

Ik heb nu verschillende diensten gedraaid, vroege diensten, middagdiensten, weekenddiensten en geen dag is hetzelfde. Ik vind dat dit mijn werk zo leuk maakt, niet elke dag hetzelfde hoeven doen en te weten wat me te wachten staat.

Elke dienst is weer anders, zo ben ik de afgelopen maanden met onder meer verkeersongevallen in aanraking gekomen, zowel materieel als letselaanrijdingen. Maar ook woninginbraken zijn dingen waar ik veel mee in aanraking ben geweest. Maar ook komen er meldingen waar ik minder vaak bij betrokken ben geweest. Zo had ik laatst een melding waarbij een meisje mogelijk verkracht was. Dus is het voor mij als student weer even nadenken, owja dat is zeden, dus moet ik de zedenafdeling in kennisstellen, maar ook de forensische opsporing (technische recherche) moet in kennis gesteld worden. Gelukkig heb je veel ervaren collega’s om je heen, die je helpen en ook zeker met je meedenken.

Voor mij zijn de noodhulpdiensten de meest leerzame diensten. Je komt zoveel tegen, veel dingen onverwachts, en daar moet je op dat moment naar handelen. Niets eerst in het boekje opzoeken of van te voren uitzoeken hoe iets werkt, maar direct ter plaatse handelen.”

Joyce volgt de opleiding tot agent op de Politieacademie in Eindhoven. Ze is in dienst bij de eenheid Oost-Brabant.

woensdag 10 juli 2013

Twee wijkagenten in Amsterdam vertellen over de ramadan

“In de Amsterdamse buurt Slotervaart wonen veel moslims. Wij zetten meer op verbroedering in dan op overlast.” Ab is plaatsvervangend wijkteamchef van politiebureau AA-plein in Slotervaart. “Er zijn wel meer jongeren ’s avonds op straat. Daarom hebben we een extra dienst ingelast van vijf uur ’s avonds tot twee uur ‘s nachts.”

Volgens de islam is de ramadan een maand van tolerantie, liefdadigheid, verbroedering en bezinning, waarin mensen extra verdraagzaam, toeschietelijk en vrijgevig zijn. Dat merkt Ab ook aan de sfeer op straat. “Daarom zoeken wij in deze periode juist de verbroedering. Jongeren zijn tijdens de ramadan opener en meer benaderbaar. Ook de harde jochies die zich normaal in hun capuchon verstoppen. Dit leidt vaak tot leuke gesprekken. En aan de contacten hebben we de rest van het jaar ook nog veel.”

De ramadan vindt Ab dan ook een van de leukste maanden uit het jaar. “Ik ben plaatsvervangend chef, maar ga zelf een aantal diensten draaien. En vrijdag bezoeken we de moskee. Als je wilt, hoef je geen dag thuis te eten, je bent overal welkom. Wel pas vanaf 22:00 uur. Maar voor verbroedering en een lekkere maaltijd moet je iets over hebben.”

“Voor mij is het een maand van bezinning”, zegt Youssef, wijkagent bij politiebureau AA-plein. “Ik bezoek de moskee vaker, ben meer met de mensen om mij heen bezig en ik denk meer na over wat leven voor mij betekent. Het vasten zie ik als volharding. Ik draai het liefste dagdiensten, want zo voel ik de honger het beste. Als ik uitslaap na een nachtdienst, mag ik immers een paar uur later weer gewoon eten. Hoe sterker mijn hongergevoel, hoe meer ik bezig ben met wat de ramadan is en voor mij inhoudt. Last van concentratieproblemen heb ik niet. Vroeger toen ik nog voetbalde, zeiden mijn teamgenoten dat ik vaker moest vasten, ik voetbalde veel beter!”

woensdag 3 juli 2013

Aanhouding in burger

“Op ons eigen verzoek kleedden mijn collega-student en ik ons om naar burgerkleding, om voor het eerst in burger een surveillance uit te voeren in een winkelcentrum dichtbij het bureau. Dit winkelcentrum wordt al langere tijd geteisterd door winkeldiefstallen en zakkenrollers.

Dat ik in burger rondliep betekende niet dat we niet alles bij ons hadden, na even wat passen en meten paste mijn pepperspray, handboeien en portofoon onder mijn jas en met ipod-achtige oortjes kon ik toch meeluisteren met de portofoon.

Na veel te hebben rondgedwaald, afzonderlijk van elkaar en met ondersteuning van een koppel collega’s in uniform hebben wij een hele berg mensen een ‘staartje’ gegeven. Ik zag van alles voorbij komen, en mensen die je in uniform uitgebreid nakijken bleven nu bij hun eigen werk of boodschappenronde.

Na ruim twee uur te hebben rondgelopen kwamen mijn collega en ik bij een van de uitgangen van het winkelcentrum. Het was ondertussen 5 uur en de dienst zat er op. Helaas voor de persoon die er aan kwam fietsen, waren wij nog wel altijd alert. Ik zag dat deze fiets niet voorzien was van een origineel slot, wat mij voldoende aanleiding gaf om (toen de persoon de winkel in liep) de fiets eens te onderzoeken en het framenummer na te vragen bij de meldkamer. De meldkamer wist mij heel snel te melden dat de fiets al ruim een half jaar als gestolen geregistreerd stond.

Ondanks de vermoeidheid kwam de adrenaline snel op. Een politieauto met medestudenten laten komen vanaf het bureau en nog circa 20 minuten gewacht op de persoon. Toen deze persoon zijn hangslot weer van zijn fiets haalde heeft mijn collega hem aangehouden en konden we aan het einde van onze dienst alsnog met een aanhouding voor het delict heling naar het politiebureau.
Na de voorgeleiding van de verdachte, het tikwerk in de politiesystemen en het terugreizen naar ons eigen bureau konden wij terugkijken op een geslaagde actie!”

Robin (21) volgt de opleiding tot politievrijwilliger. Hij is werkzaam bij Eenheid Noord Holland.

donderdag 20 juni 2013

Een spannende huiszoeking in alle vroegte

“Op dit moment zit ik in tertiel 3 van de opleiding tot Allround politiemedewerker en loop mijn stages in de eenheid Rotterdam. Onlangs kwam bij één van onze praktijkcoaches een verzoek binnen tot bijstand bij een huiszoeking.

Oké, vroeg uit bed heeft voor- en nadelen. En voor een huiszoeking maakt het niet uit hoe laat je uit je bed moet. Om kwart over drie ’s nachts is het tijd om uit bed te gaan en naar het bureau af te reizen.

Op het bureau aangekomen, kleden we ons om. Vandaag geen voetsurveillances of administratieve rompslomp. Nee, het is tijd voor het echte werk. Vijf studenten met onze praktijkcoach op pad naar Tilburg. Aangekomen op het bureau in Tilburg is het tijd voor de briefing. Na een doolhof van gangen in een vreemd bureau staan we weer buiten; op pad naar de criminelen. Drie panden waren toe aan een bezoekje en de aanwezige collega’s werden verdeeld. Per team twee studenten. Studenten om te rennen, beuken en vliegen en later bleek ook typen.

Op weg naar het pand wordt het rustig in de bus. Het echte werk gaat beginnen, geen Flikken Maastricht of Baantjer. Echte huizen, een echte verdachte en echte aanhoudingen. De spanning neemt toe als we dichter bij het pand aankomen. Het navigatiesysteem geeft nog 200 meter aan en alle zintuigen staan op scherp. We verminderen vaart en komen rustig tot stilstand op 50 meter van het huis. De tweede auto stopt ook en collega’s in burger stappen uit. De straat ziet er verlaten uit. Hier en daar gaat het gordijn een stukje open. Daar hoeven we geen aandacht aan te geven. Het is van belang om de toegangswegen van en naar de woning te bewaken. Een vrouwelijke collega klimt als Jane over een schutting met pinnen om de deur van binnenuit te openen. De achterkant van het huis is bemand. Ik kijk op mijn horloge. Bijna 07:00 uur. Nog even wachten. De seconden tikken traag weg. Zelfs op mijn horloge die 1/5e van een seconde aangeeft lijkt het eeuwen te duren. Iedereen staat op scherp. De hulpofficier kijkt achterom of iedereen klaar is en geeft het teken. De laatste meters worden afgelegd. Hier is het pand. Harde vuistslagen op de deur verstoren de rust in de verlaten straat. Een vrouwelijke bewoonster doet verschrikt open. ‘Politie!’ In een paar tellen staan we boven. Een deur zwaait open, hysterische mensen komen hun kamer uit. Daar heeft niemand boodschap aan. De verdachte wordt in zijn slaap verrast, aangehouden en afgevoerd. Pfff, dat is achter de rug. Op adem komen. Terwijl de andere collega’s het huis doorzoeken, rijden we met de verdachte terug naar het bureau. Daar zien we onze medestudenten weer. Het is tijd om verhalen uit te wisselen. Bij de andere panden was het iets minder makkelijk gegaan. Toch nog een beetje Flikken Maastricht, naja Tilburg dan. Deuren openrammen met een stormram, een verdachte die liever door het huis op en neer rent dan mee gaat. Iedereen is ongedeerd gebleven en kan vanavond weer z’n eigen schoenen thuis brengen. Na het transport keren we terug naar het pand. ‘Doorzoeken dat huis’, zo luidt het commando. De handschoenen gaan aan en de zintuigen staan op scherp. Bij elke zwarte koffer heb ik het gevoel dat er 500 kg wiet of minimaal een AK-47 in moet zitten, en trek deze dan ook voorzichtig open met de blauwe plastic zweethandschoentjes. Maar helaas, op de afdeling die ik mocht doorzoeken waren geen bijzondere zaken.

Na enige tijd halen we de verdachte weer op. Tijd om terug naar Rotterdam te gaan. De actie is geweest, op naar de administratieve rompslomp. Zoeken in de politiesystemen is een speurtocht voor gevorderden. Staat dit op de goede plek? Moeten we dat ook nog typen? Na vele printjes staat het dan toch op papier. Hoppa de krabbel eronder en inleveren. De laatste Mars wordt genuttigd uit de lunchpakketten en we groeperen ons weer in onze eigen studentenruimte. Wat een dag. De verhalen worden enthousiast uitgewisseld onder het genot van een bakje koffie. Na een half uur bijkletsen taaien we af. Het einde van een mooie dag. Morgen gaan we weer verder! Ik kan niet wachten.”

Thomas (20) volgt de opleiding tot hoofdagent en werkt in de eenheid Rotterdam.