donderdag 20 juni 2013

Een spannende huiszoeking in alle vroegte

“Op dit moment zit ik in tertiel 3 van de opleiding tot Allround politiemedewerker en loop mijn stages in de eenheid Rotterdam. Onlangs kwam bij één van onze praktijkcoaches een verzoek binnen tot bijstand bij een huiszoeking.

Oké, vroeg uit bed heeft voor- en nadelen. En voor een huiszoeking maakt het niet uit hoe laat je uit je bed moet. Om kwart over drie ’s nachts is het tijd om uit bed te gaan en naar het bureau af te reizen.

Op het bureau aangekomen, kleden we ons om. Vandaag geen voetsurveillances of administratieve rompslomp. Nee, het is tijd voor het echte werk. Vijf studenten met onze praktijkcoach op pad naar Tilburg. Aangekomen op het bureau in Tilburg is het tijd voor de briefing. Na een doolhof van gangen in een vreemd bureau staan we weer buiten; op pad naar de criminelen. Drie panden waren toe aan een bezoekje en de aanwezige collega’s werden verdeeld. Per team twee studenten. Studenten om te rennen, beuken en vliegen en later bleek ook typen.

Op weg naar het pand wordt het rustig in de bus. Het echte werk gaat beginnen, geen Flikken Maastricht of Baantjer. Echte huizen, een echte verdachte en echte aanhoudingen. De spanning neemt toe als we dichter bij het pand aankomen. Het navigatiesysteem geeft nog 200 meter aan en alle zintuigen staan op scherp. We verminderen vaart en komen rustig tot stilstand op 50 meter van het huis. De tweede auto stopt ook en collega’s in burger stappen uit. De straat ziet er verlaten uit. Hier en daar gaat het gordijn een stukje open. Daar hoeven we geen aandacht aan te geven. Het is van belang om de toegangswegen van en naar de woning te bewaken. Een vrouwelijke collega klimt als Jane over een schutting met pinnen om de deur van binnenuit te openen. De achterkant van het huis is bemand. Ik kijk op mijn horloge. Bijna 07:00 uur. Nog even wachten. De seconden tikken traag weg. Zelfs op mijn horloge die 1/5e van een seconde aangeeft lijkt het eeuwen te duren. Iedereen staat op scherp. De hulpofficier kijkt achterom of iedereen klaar is en geeft het teken. De laatste meters worden afgelegd. Hier is het pand. Harde vuistslagen op de deur verstoren de rust in de verlaten straat. Een vrouwelijke bewoonster doet verschrikt open. ‘Politie!’ In een paar tellen staan we boven. Een deur zwaait open, hysterische mensen komen hun kamer uit. Daar heeft niemand boodschap aan. De verdachte wordt in zijn slaap verrast, aangehouden en afgevoerd. Pfff, dat is achter de rug. Op adem komen. Terwijl de andere collega’s het huis doorzoeken, rijden we met de verdachte terug naar het bureau. Daar zien we onze medestudenten weer. Het is tijd om verhalen uit te wisselen. Bij de andere panden was het iets minder makkelijk gegaan. Toch nog een beetje Flikken Maastricht, naja Tilburg dan. Deuren openrammen met een stormram, een verdachte die liever door het huis op en neer rent dan mee gaat. Iedereen is ongedeerd gebleven en kan vanavond weer z’n eigen schoenen thuis brengen. Na het transport keren we terug naar het pand. ‘Doorzoeken dat huis’, zo luidt het commando. De handschoenen gaan aan en de zintuigen staan op scherp. Bij elke zwarte koffer heb ik het gevoel dat er 500 kg wiet of minimaal een AK-47 in moet zitten, en trek deze dan ook voorzichtig open met de blauwe plastic zweethandschoentjes. Maar helaas, op de afdeling die ik mocht doorzoeken waren geen bijzondere zaken.

Na enige tijd halen we de verdachte weer op. Tijd om terug naar Rotterdam te gaan. De actie is geweest, op naar de administratieve rompslomp. Zoeken in de politiesystemen is een speurtocht voor gevorderden. Staat dit op de goede plek? Moeten we dat ook nog typen? Na vele printjes staat het dan toch op papier. Hoppa de krabbel eronder en inleveren. De laatste Mars wordt genuttigd uit de lunchpakketten en we groeperen ons weer in onze eigen studentenruimte. Wat een dag. De verhalen worden enthousiast uitgewisseld onder het genot van een bakje koffie. Na een half uur bijkletsen taaien we af. Het einde van een mooie dag. Morgen gaan we weer verder! Ik kan niet wachten.”

Thomas (20) volgt de opleiding tot hoofdagent en werkt in de eenheid Rotterdam.

vrijdag 14 juni 2013

Het mobieltje


"Zoals we ondertussen allemaal al wel weten is het vasthouden van een telefoon in de auto, tijdens het rijden verboden. De boete die hierop staat is niet gering, maar liefst 220 euro. En dat terwijl een handsfree setje ongeveer 30 tot 35 euro kost. Ook wij weten dat 220 euro veel geld is, maar soms is het echt nodig om iemand, in verband met de verkeersveiligheid een bekeuring te geven.

Afgelopen week surveilleerde ik samen met een student in de auto. Voor een rood verkeerslicht stond een auto stil van een schildersbedrijf. De bestuurder, waarschijnlijk een schilder die gezien het tijdstip lekker op tijd klaar was met zijn werkzaamheden, was in een druk gesprek verwikkeld. Hij had een mobiele telefoon in zijn hand en uiteraard deze hand, met telefoon tegen zijn oor. Dat het een zwaar gesprek was maakten wij op uit het feit dat hij ons herkenbaar politievoertuig niet opmerkte. In ieder geval reed hij al telefonerend weg, toen het verkeerslicht zijn rode licht veranderde in groen. Toen hij besloot om een bocht om te gaan en een andere straat in te rijden, konden wij nog steeds zien dat de man aan het telefoneren was. Nog steeds, in het grote als politievoertuig herkenbaar voertuig, achter de man aanrijdend zagen wij dat hij, al telefonerend ook een derde straat in reed. Waarschijnlijk keek de man bij het nemen van deze bocht wel in zijn spiegel en herkende hij de politieauto. Ik zag dat de man direct na de bocht een nogal vreemde buiging in de auto maakte naar de bijrijdersstoel. Wij, de politiemensen die al wat langer bij de politie werken, verwachten dergelijke bewegingen.

Na het stopteken bracht de bestuurder zijn voertuig netjes aan de rechterkant van de rijbaan tot stilstand. Toen mijn collega-student de man aansprak reageerde deze door te zeggen dat hij helemaal geen telefoon bij zich had. De student keek mij wat beduusd aan en stond even met de spreekwoordelijke mond vol tanden. Nadat wij hadden aangegeven dat wij even in de auto wilden kijken, werd de man, zonder enige duidelijke reden, behoorlijk boos. Nadat de man, met een rood aangelopen hoofd nog steeds volhield dat hij helemaal geen telefoon bij zich had, zeiden wij dat wij echt in de auto wilden kijken. De man deed een laatste poging en vroeg of wij dachten dat hij soms een leugen vertelde en dat hij echt geen telefoon bij zich had; hij had een mapje tegen zijn oor gehouden. Toen hierna een korte stilte viel, klonk uit het handschoenenkastje het gerinkel van een telefoon waar iemand probeerde contact mee te maken. De man kon zijn telefoon beantwoorden en heeft hierna ruiterlijk zijn leugen toegegeven, en excuseerde zich met een rood hoofd “iedereen probeert het toch”. Inderdaad zijn er veel mensen die proberen onder een boete uit te komen, maar soms kun je beter je ongelijk direct toegeven en de bekeuring accepteren, dat scheelt iedereen veel tijd. Het kostte deze man 220 euro."

Jan is een ervaren politieman die zijn kennis en ervaring gebruikt om als trajectbegeleider studenten te begeleiden in hun praktijkstages. 

donderdag 6 juni 2013

Schietles met het nieuwe vuurwapen

“Ik zit op dit moment in tertiel 2 van de opleiding Allround politiemedewerker. Dit is een opleiding in het nieuwe onderwijs van de politie. Dit tertiel, een periode van 4 maanden (voorheen waren het kwartielen red.) krijgen wij les in verkeer, repressief optreden en worden wij vuurwapendragend. Dat betekent een heleboel schietlessen. Toen ik op een gegeven moment werd aangesproken door een andere voor mij onbekende student over het rare holster wat bevestigd was aan mijn koppel besefte ik het pas. Wij zijn de eerste lichting die worden opgeleid met het nieuwe dienstwapen, de Walther P99Q. Tijdens de eerste paar lessen maak je kennis met je eigen wapen. Je leert eerst over de onderdelen die zich bevinden in het wapen en om het wapen uit elkaar te halen en in elkaar te zetten. Daarnaast leer je over het bedienen van het wapen en de verschillende schiethoudingen die je kunt aannemen. Dit wordt op school ook wel ‘droogschieten’ genoemd omdat je nog niet daadwerkelijk aan het gericht schieten bent. Hierna kwam het onderdeel waar toch wel de hele klas naar uit keek, het daadwerkelijk schieten. Ik was best wel zenuwachtig omdat ik geen idee had wat mij zou overkomen. Met mijn schietgroep vormden wij samen een linie waarbij we een voor een onder begeleiding onze eerste kogel zouden afvuren. Met de gedachte dat ik niet als eerst zou gaan zodat ik eerst aan het geluid kon wennen van een schot van iemand anders, werd ik natuurlijk door de docenten eruit gepikt om het eerste schot te lossen. Ik kreeg de commando’s om het wapen gereed te maken voor gebruik en om de schiethouding aan te nemen. Op het commando ‘vuur’ haalde ik de trekker -zonder er bij na te denken- over. Na een harde knal en een heftige terugkaatsing van het wapen was mijn eerste schot gelost. Ik kreeg het commando mijn vuurwapen te bergen en draaide mij om richting mijn medestudenten. Vol spanning wachtten zij mijn reactie af waarbij ik toen eigenlijk pas besefte wat er was gebeurd. Na meerdere keren te hebben geschoten deze les ben ik er achter gekomen dat je heel snel went aan het wapen. Na deze ervaring onder goede begeleiding van de docenten besef ik pas wat voor middel je de aankomende 40 jaar, als alles mee zit aan je heup hebt hangen. Na een heleboel verhalen uit de praktijk van medestudenten ben ik blij toe, want er kunnen een heleboel situaties voorkomen waarbij het de bedoeling is dat ik ook naar huis ga na een dienst!”

Mariska (20) zit in het eerste jaar van de opleiding tot hoofdagent. Ze werkt in de eenheid Noord-Holland.