donderdag 23 januari 2014

Bij de politie heb je dagen dat niets zeker is...

Dennis Brugman (37) werkt sinds november 2004 als politievrijwilliger bij de Eenheid Oost-Nederland. Buiten de politie werkt hij als docent Engels. Dennis vertelt:

“Ik had ook bij de voetbalclub achter de bar zinnig werk kunnen verrichten, maar ik wilde mijn vrije tijd opvullen met datgene waar ik als klein jongetje al van droomde: de politie.

Ik heb de volledige opleiding gevolgd, dus ik zou beroeps kunnen worden. Financieel is dat voor mij niet interessant. Ik zie mijn politiewerkzaamheden als een serieuze bezigheid in m’n vrije tijd waarmee ik een waardevolle bijdrage lever aan de maatschappij.

Als docent Engels weet ik na vijftien jaar wel wat ik op een dag kan verwachten, maar bij de politie heb je dagen dat niets zeker is. Het werkt op straat in mijn voordeel dat ik als leraar in begrijpelijke taal zaken goed kan uitleggen. Andersom heb ik vanuit de opleiding tips en trucs meegenomen om de-escalerend te werken. Waardevol, omdat ik na een conflict de leerling de volgende dag weer in de klas heb.

Soms vragen leerlingen aan me of een bepaalde bekeuring terecht is of niet. Ik ben ze nog niet op straat tegengekomen, maar zeg soms wel gekscherend: “Als ik jou zo hard op een brommer zie rijden, krijg je van mij ook een bekeuring.”

Meer weten over de mogelijkheden als politievrijwilliger? Ga naar: https://www.kombijdepolitie.nl/vrijwilliger-politie

donderdag 9 januari 2014

Sinds ik als politievrijwilliger werk, heb ik een nieuwe ik ontdekt...

 

“Sinds ik op mijn vrije dagen aan de slag ben als politievrijwilliger, is er iets in mij veranderd. Ik heb een nieuwe ik in mezelf ontdekt. In het ziekenhuis word ik gezien als een gedreven anesthesie-assistente; een zorgzame moeder die al 25 jaar braaf haar werk doet. Tijdens de dagen dat ik voor de politie werk, ben ik de stoere vrouw die onbekende situaties niet uit de weg gaat.

Ik vind het heel bijzonder om te ervaren dat ik als politievrijwilliger zo snel ben opgenomen in het politiewereldje. Ondanks dat ik er minder vaak ben, betrekken de collega’s me bij de werkzaamheden alsof ik een volwaardige medewerker ben. Wat me opvalt, is dat ze graag informatie delen over het vak. Tegelijkertijd staan ze open om op medisch vlak iets van mij te leren. Laatst kreeg ik bijvoorbeeld bij een reanimatie de vraag of ik nog tips had.

Dankzij mijn werk op de operatieafdeling sta ik bij verkeersongevallen sterker in mijn schoenen. Maar bij escalerende situaties kies ik voor mijn eigen veiligheid en blijf ik op afstand. Ik weet met mijn 43 jaar heel goed waar mijn grenzen liggen.”

Magda Reitmann is sinds juni 2013 politievrijwilliger bij de Eenheid Zeeland-West-Brabant, team Tilburg.

Meer weten over de mogelijkheden als politievrijwilliger? Ga naar: https://www.kombijdepolitie.nl/vrijwilliger-politie

maandag 6 januari 2014

Een nat pak en geen verbinding meer...


“Op zoek naar twee voortvluchtige inbrekers ga ik met politiehond Breston een Drents natuurgebied in. De twee waren even daarvoor betrapt door buurtbewoners en sloegen op de vlucht.

Het duurt niet lang of mijn maatje vindt een spoor en loopt strak aan de lijn voor mij uit. Het eerste bosperceel is snel genomen, we steken een weiland over en komen in een bos dat voornamelijk uit veen en moeras bestaat. Het duurt niet lang of het water staat in mijn kisten. Breston gaat verderop bij een voorwerp liggen dat, dichtbij gekomen, handschoenen blijken te zijn. Als die er al enige tijd zouden liggen, zou mijn diensthond er even aan ruiken en verder gaan. Maar hij blijft liggen; er zit dus nog menselijke geur aan.

Na nog een moerasgedeelte, komen we uit op een fietspad, dwars door een natuurgebied. Dan slaat Breston opeens rechtsaf het natuurgebied in. Het duurt niet lang of ik zit behoorlijk vast in het moeras. Met moeite kan ik het spoor volgen langs de kronkelbeek. Een andere hondengeleider, die op het zandpad rijdt, houdt continu zichtcontact met mij.

Plotseling wil Breston direct naar de overkant van de beek. Dus koppel af, boven mijn hoofd houden en hopen dat de beek niet al te diep is. De oversteek van zo’n vier meter valt me mee: het water komt tot net boven mijn middel. Aan de overkant doe ik mijn koppel weer om en laat Breston verder speuren. Ondertussen vragen collega’s via de portofoon waar ik ben en juist op dát moment weigert mijn portofoon. Hij heeft toch water geraakt. Ontvangen kan ik nog wel, maar zenden niet. Het zichtcontact tussen mij en de collega’s is ook verbroken. Ook mijn mobiele telefoon heeft al snel geen bereik meer. Tja, daar loop je dan met zijn tweeën midden in een natuurgebied. Tot overmaat van ramp zak ik langzaam weg in het moeras. Ik sta tot aan mijn knieën zó vast in de grond dat ik totaal niet meer kan bewegen. Ik roep Breston en pak hem stevig vast. Gelukkig heeft hij wél genoeg kracht en trekt mij langzaam uit het moeras.

Als ik verder wil gaan, draait Breston zich om en loopt terug naar de beek. Hij steekt zijn neus in de lucht en wil een stukje verder weer de beek oversteken. Dus de koppel maar weer boven mijn hoofd in de veronderstelling dat ik weer tot mijn middel het water inga. Dat valt tegen; ik ben nog niet halverwege als ik in een diep gat stap en alleen mijn hoofd nog droog blijft. Totaal doorweekt kom ik het ijskoude water uit. Gelukkig zorgt Breston ervoor dat ik me weer warm loop.

In de stemmen van de collega’s op de portofoon hoor ik enige verontrusting, maar zenden lukt nog steeds niet. Toch raar: je mankeert niets, oké je bent drijfnat, bent verdachten op het spoor en kunt dit niet doorgeven aan je ongeruste collega’s. Ondertussen gaat Breston gewoon door met zijn werk. Het gehele spoor loopt zo’n beetje langs de kronkelende beek, af en toe dwars door dichte bosjes. Ik zie dat aan de vers afgebroken takken en voetsporen. Elke keer weer een bevestiging voor mij dat Breston op het goede spoor zit.

Eindelijk zie ik een dubbele boomwal, wat erop duidt dat ik niet ver van een verharde weg of zandpad ben. Voor ik het weet, hoor ik een collega-hondengeleider: ‘We hebben fysiek contact met Hugo’. Twee hondenvoertuigen komen snel mijn kant op. Na kort bijgesproken te hebben met de hondengeleiders neemt een van hen ons spoor over. Breston kan nu even uitrusten. Helaas pakt de diensthond van mijn collega het spoor niet meer op en wordt de zoektocht gestaakt. Nadat ik de eerder gevonden handschoenen heb veiliggesteld, trek ik maar eens een droog pak aan.

De recherche uit Assen laat me later weten dat de door Breston aangetroffen handschoenen een DNA-hit opleverden. Eén van de verdachten is al aangehouden en heeft de inbraak bekend. Kijk, daar doe je het voor, al had ik ze liever in het natuurgebied aangehouden, samen met mijn trouwe maatje.”
Hugo werkt als brigadier bij de Eenheid Noord-Nederland. Sinds 2001 is hij surveillancehondengeleider.