donderdag 22 mei 2014

Mama, ben je nou ‘echt’ bij de politie?

“M’n eerste testdag voor de Vrijwillige Politie. Voor het indrukwekkende gebouw van de Politieacademie Apeldoorn kijk ik voorzichtig om heen. Ik wil geen collega’s tegen komen, ik heb ze niets verteld. (Esther werkt als managementassistente op de Politieacademie, red.) Eerst maar eens die sporttest halen. ‘Een conditie van een jonge meid’, roept de sportinstructeur. Verbaasd kijk ik hem aan. Het is me gelukt! En dat op m’n 41e. Voor de lunch mag ik naar de kantine toe. Het is bijna sluipen wat ik doe. Ik ontkom niet aan de receptioniste die mij natuurlijk kent. Enthousiast reageert ze op mijn verhaal: ‘wat stoer!’  Het tweede deel die middag is een taaltest en rekenkundig inzicht. Ik heb er schik in. M’n hersens kraken, dat is lang geleden!  Aan het eind van de dag hoor ik dat ik door ben. 

De tweede testdag bestaat onder meer uit rollenspellen. Ik voel in het begin wat schroom, of spanning. Ik kan het niet goed onderscheiden. Toneelspelen is tenslotte niet m’n vak. Want zo voelt het toch een beetje, zo’n rollenspel. Als ik merk dat de acteur doet wat ik wil, valt er iets van me af. Ik voel me sterker worden.

Na twee weken ontvang ik het psychologisch rapport. Het is best confronterend om te lezen hoe ik in elkaar steek. Maar het klopt. Het is zelfs een eye-opener. Ik besluit het ook mee te nemen in m’n werk als managementassistente.

Nu ik verder in de procedure ben, ontkom ik er niet aan om mijn collega’s op de hoogte te brengen van mijn ambities. Ik krijg alleen maar leuke reacties. Tegelijkertijd roep ik dat ik er nog lang niet ben. De volgende stap is op gesprek bij de eenheid. Ik licht toe dat ik na 12 jaar werken bij de Politieacademie goed op de hoogte ben van de politie als organisatie, maar niet van het werk op straat. De Vrijwillige Politie is daarom voor mij een geweldige aanvulling op mijn werk. Het is een leuk gesprek. Na afloop hoor ik dat ik door ben.

Toen m’n kinderen klein waren, zei ik voor het gemak dat ik bij de politie werkte. Dat hield ik natuurlijk niet droog. Later heb ik uitgelegd dat ook politiemensen naar school moeten en dat ik werk voor de politie bij de politieschool. Nu ik daadwerkelijk door ben, voelt het goed om te zeggen: ja, ik ‘werk’ nu echt bij de politie. Uiteraard eerst de opleiding. Bij de Politieacademie.”

Esther (41) werkt als managementassistente op de Politieacademie. Na 12 jaar wilde ze wel eens meer weten over de praktijk van het politiewerk. Daarom solliciteerde ze als vrijwilliger surveillance & handhaving.

Interesse in de functie van politievrijwilliger? Kijk dan op: https://www.kombijdepolitie.nl/vrijwilliger-politie/Pages/home-politievrijwilliger.aspx

dinsdag 13 mei 2014

CSI in de digitale polder

Criminelen maken gretig gebruik van ICT. De recherchekundigen van de Landelijke Eenheid jagen op de zwaarste misdadigers van de digitale wereld.

Net als bij een gewone bedrijfsvoering, maken ook criminelen gretig gebruik van ICT-middelen. Dat biedt kansen voor de politie. Als een moderne Sherlock Holmes gaat een rechercheur tijdens het onderzoek op zoek naar digitale sporen die een verdachte hopelijk heeft achtergelaten.

Om criminaliteit aan te pakken is, naast onder andere tactische en forensische expertise, tegenwoordig steeds vaker digitale deskundigheid nodig. Plaatselijke en regionale onderzoeksteams schakelen hiervoor rechercheurs in met ICT als specialisatie. Ze hebben een driejarige opleiding tot Recherchekundige Digitaal (‘reku’) gevolgd aan de Politieacademie in Apeldoorn, waar alleen kandidaten met een hbo-diploma op ICT-gebied worden toegelaten.

Een Recherchekundige Digitaal is niet zomaar een ICT’er – alle reku’s krijgen behalve trainingen in digitale recherche ook opleidingen in het reguliere politiewerk, inclusief politie-uniform en uitrusting. Reku’s zitten niet alleen op kantoor achter pc’s, maar hebben geweld- en aanhoudingsbevoegdheid. Behalve een scherp analytisch en conceptueel vermogen, zelfinzicht en integriteit, wordt van hen ook een ijzersterke conditie verwacht – niet alleen om opgewassen te zijn tegen fysiek veldwerk, maar ook omdat het werk emotioneel zwaar kan zijn.

Schimmige wereld
Een van de plaatsen waar de reku’s na hun opleiding kunnen worden ingezet is het Team High Tech Crime (THTC), dat zich richt op geavanceerde cybercriminaliteit met een grote maatschappelijke impact of onderzoeken waar meerdere verdachten bij betrokken zijn. THTC staat internationaal in hoog aanzien en werkt samen met opsporingsinstanties in andere landen. Ze ontvangen en dienen ook zelf rechtshulpverzoeken in. Dat kan ook niet anders. In de digitale wereld ben je immers zo de grens over.

Michiel Kok is er tactisch coƶrdinator. Na tien jaar in de automatisering te hebben gewerkt en succesvol een HEAO-opleiding te hebben afgerond, hakte hij de knoop door en maakte de overstap naar de politie. Iets wat hij altijd al wilde doen.

“Ik kwam bij THTC terecht om een rol te vervullen bij een onderzoek rondom Robert M. (de beruchte Amsterdamse zedenzaak uit 2010 – red.),” vertelt hij ons. “Robert M. had veel connecties met andere verdachten, legde daar ook dingen over vast, maar het is een schimmige wereld, met valse namen, afgeschermde ip-adressen en websites vol kinderporno op het TOR-netwerk. Wij hebben intensief onderzoek gedaan om zijn medeplichtigen op te sporen. Er waren uiteraard wel eerder zedenzaken geweest, maar nog nooit op deze schaal. Daarin heeft THTC de politieteams ondersteund die het onderzoek waren gestart.”

Kansrijke sporen
Een forensisch expert is tegenwoordig een vast onderdeel van een onderzoeksteam, maar een digitale expert zit er nog niet altijd bij. Toch wordt de recherchekundige digitaal wel steeds vaker ingezet bij onderzoeken. Michiel Kok: “Net als bij een normale bedrijfsvoering, gebruiken ook criminelen computertechnologie. Om hun communicatie af te schermen, of concurrenten in de gaten te houden bijvoorbeeld. Het begint met een laptop, dan een netwerk en dat willen ze natuurlijk afschermen tegen hackers.

“ICT is voor criminelen belangrijk en dat biedt belangrijke kansen voor de politie. Wat wij op digitaal gebied kunnen doen is zeer uiteenlopend. Zoals systemen die zijn gehackt of door een verdachte zijn gebruikt in beslag nemen, een image van een server maken, of het veiligstellen van logfiles.”

Samen met de beheerders van een provider of datacenter doet een recherchekundige er alles aan om informatie te achterhalen die een onderzoek verder kan helpen. Michiel: “Een hacker kan op een bepaald systeem bestanden hebben achtergelaten, of er zijn sporen te vinden in logfiles. Een verdachte kan bewijsmateriaal hebben vernietigd, maar ook dan zijn er nog kansen. Een gedegen kennis van ICT en een goed contact met de beheerders is daarom van essentieel belang om dan alsnog kansrijke sporen te vinden.”

Hopen op fouten
Tijdens een opsporingsonderzoek is het zaak om net zo lang na te denken en te zoeken, tot foutjes worden gevonden die de verdachte heeft gemaakt. Michiel Kok: “Daar valt of staat alles mee. Met het vinden of uitlokken van fouten. We zijn al sporen volgend wel eens digitaal de halve wereld over gereisd, tot Korea aan toe, waarna de hacker in Barendrecht bleek te wonen en daar kon worden aangehouden.”

Een recherchekundige moet een helikopterview hebben en herkennen welke digitale mogelijkheden zich in een onderzoek voordoen. Weten waar mogelijk sporen zijn achtergebleven. Zoals in camera’s, telefoons, de apps die op het toestel staan, of geografische data in foto’s.

“Digitale data is vaak vluchtig,” vertelt Michiel. “Een verdachte heeft misschien ergens met zijn telefoon rondgelopen. Dan moet de data uit die zendmasten snel bevroren worden. Want ook al heeft een verdachte niet gebeld, de zendmast is dan wel aangestraald. Een recherchekundige moet goed zicht hebben op hoe de infrastructuur er in de snel veranderende digitale wereld uitziet. Hij moet ook weten welke waarde hij aan sporen moet hechten. In tegenstelling tot DNA is data niet uniek, dus iemand kan ten onrechte verdacht worden gemaakt door data te reproduceren.”

Tactische operatie
Zodra de verdachte is opgespoord en er tot aanhouding kan worden overgegaan, breekt een spannend moment aan. “Je weet niet wat je aantreft als je bij de verdachte naar binnen gaat,” vertelt Michiel Kok. “Hoe gedraagt hij zich, hoe reageert de omgeving, zijn er meer mensen in huis. Natuurlijk zoeken wij van te voren zo veel mogelijk uit en iedereen in het team is erop getraind. We hebben een blindelings vertrouwen in elkaar en het kameraadschap is hoog. Samen naar binnen, de verdachte aanhouden, de apparatuur in beslag nemen en hopen dat die open wordt aangetroffen, dus niet encrypted.”

“De aanhouding is een tactische operatie. Een recherchekundige digitaal gaat mee, heeft dan ook een volwaardige politieopleiding gevolgd en praktijkervaring opgedaan. Toch is het vooral een kantoorbaan, al wordt er ook gereisd om sporen veilig te stellen. Er is altijd een team oproepbaar en we draaien piket. Als we vanavond een verdachte mogen aanhouden, staan we allemaal klaar. Die flexibiliteit is er, net als de gedrevenheid om het goede te willen doen.”

Nooit hetzelfde
Het onderzoeksveld van een recherchekundige verandert continu. “Je weet nooit alles van internet of software,” vertelt Michiel Kok tot besluit. “Technieken en methoden veranderen snel. Je moet daarom leren anticiperen. Je weet grofweg hoe de wereld in elkaar steekt, maar komt tijdens opsporingsonderzoeken steeds weer andere manieren tegen hoe er gehackt is, nieuwe malware-varianten of phishing-technieken. Daar kun je op anticiperen dankzij de kennis en ervaring die je al hebt opgedaan. Wat dat betreft variĆ«ren de onderzoeksmogelijkheden per maand. Berichten op Whatsapp waren bijvoorbeeld goed inzichtelijk te krijgen, maar die data is nu encrypted. De digitale wereld is steeds weer anders en dat is heel erg gaaf. We blijven maar bezig, het gaat keihard.”

Ook interesse in het werken als recherchekundige digitaal? Kijk hier.


woensdag 7 mei 2014

Mentale weerbaarheid

“De term ‘mentale weerbaarheid’ is een veelbesproken onderwerp binnen de politie.  Deze term is tevens de titel van een cursus. Vier dagdelen in totaal, voordat je mentaal weerbaar bent. Wanneer je collega’s confronteert met deze term krijg je veelal de reactie ‘We zijn toch mentaal weerbaar? We hebben toch aan alle selectie-eisen moeten voldoen?’. Iedereen die geen collega is doet het af met: ‘Je hebt toch zelf gekozen voor dit vak?’ Beide partijen kan je beantwoorden met een volmondig ‘ja’. Echter maakt dat niet dat je moeilijke situaties herkent en erkent, wat in het verleden heeft gezorgd voor collega’s die niet meer goed konden functioneren.

Of je nu een oude rot bent of een kersverse aspirant. Iedereen zal de cursus ondergaan. Doel van de cursus is om te leren omgaan met moeilijke situaties en de daarbij horende mentale druk  te herkennen bij jezelf. Op deze manier weet je hoe je het beste kan handelen. Denk daarbij aan je ademhaling, je over angst heen zetten, visualiseren van wat je gaat doen. Het zorgt ervoor dat je beter presteert en om kan gaan met de situatie waarin je zit. Ik moet eerlijk zijn; niet alle onderwerpen zijn even interessant. Echter is er een oefening die het beste in mij naar boven heeft gehaald.

Vandaag gingen we met onze klas achterover ‘stage-diven’. Zoals je rockers ziet doen op een concert, maar dan met je rug naar het publiek en je vanaf 1.80 meter stijl achterover laten vallen. En dan maar hopen dat je collega’s je opvangen. Met deze tekst als opdracht van onze docent vroeg hij of er iemand bezwaar had. Eeuhhh ja…ik! Waarom? Omdat dit geheel tegen mijn reptielenbrein ingaat! Als klas besloten we om het allemaal te doen en laat ik dan ook maar als eerste gaan. Daar sta je dan met je rug naar je klasgenoten, maar dan 1.80 mtr hoger dan dat zij staan. De laatste instructies van de docent….’Armen kruisen….jezelf zo stijf maken als een plank en op drie ga je’ Ik dacht nog even aan de tips die ik had opgedaan in de cursus. Ik visualiseer de goede afloop en euforie….nog even letten op mijn ademhaling…1….2…..3 en voor ik het wist lag ik in de armen van mijn collega’s. Alive and kicking!

De cursus heeft mij geleerd hoe ik met elke situatie kan omgaan. Ik heb de regie, ik heb de tools en ik heb collega’s met wie je erover kunt praten als je denkt dat het je even niet lukt! Want ook klaarstaan voor je collega’s versterkt je weerbaarheid!”

Sander (33) heeft na een aantal jaar in het bedrijfsleven gewerkt te hebben, de overstap gemaakt naar het politievak.