dinsdag 25 november 2014

Vliegen op de ramen

“Ik draai onverwachts een dienst mee op de noodhulp. We hebben hier en daar wat minder schokkende meldingen gehad, de portofoon valt een beetje stil. De stilte wordt ruw verstoord doordat ik opeens ons roepnummer door de speaker hoor gaan…

“Wilt u gaan naar de X-straat in Vlaardingen, aldaar is de buurman enige tijd niet gezien, er zitten vliegen op de ruiten en men ruikt een rottende lucht. De bewoner die hier ingeschreven staat is rond de 70 jaar oud.” Na enige jaren werkervaring weet ik dat dit de minder prettige meldingen zijn.

We rijden de straat in en een ongeruste buurvrouw wacht ons op. Ze geeft aan dat ze haar buurman twee weken niet gezien heeft en dat ze zich zorgen maakt. We stappen uit het voertuig en direct komt ons een penetrante lucht tegemoet. Eentje die je -eenmaal geroken- niet meer vergeet. Aangekomen bij de woning, zo’n 20 meter verder, zien we inderdaad vliegen op de ruiten. We kijken rondom de woning maar kunnen niet naar binnen kijken. Ook in de achtertuin wemelt het van de vliegen. Ik besluit door de brievenbus te roepen dan wel te ruiken. De geur zegt mij genoeg, iets in deze woning is niet in orde.

Ik vraag een slotenmaker ter plaatse; van noodzaak is geen sprake meer, dus we gaan geen onnodige schade maken door bijvoorbeeld de deur in te trappen. Ook de inmiddels ter plaatse gekomen hulpofficier van justitie praten we bij en gezamenlijk maken we ons klaar om de woning te betreden. De slotenmaker meldt mij kokhalzend dat hij de deur open heeft gekregen.

Het eerste dat opvalt is een stapel post op de deurmat. Ik loop de woonkamer in en zie daar op bed een persoon liggen. Deze persoon is overduidelijk al langere tijd overleden. De lucht is niet te harden, in verband met eventueel sporenonderzoek verlaten we snel de woning weer in afwachting van de Forensische Opsporing. Zij zullen onderzoek doen naar de identiteit van de persoon, of er sprake is van een misdrijf en hoe lang de persoon al overleden is. Ik deel de buurvrouw gelijk mede wat de situatie is. Ik ben blij weer even buiten te staan.

De schouwarts komt ter plaatse. De collega’s van de Forensische Opsporing trekken de welbekende witte pakken aan. Even later hoor ik van deze collega’s dat de man de bewoner is van het huis, en al een maand geleden overleden is.

Het is inmiddels een uur of 8 als ik de supermarkt in loop voor een magnetronmaaltijd. Een klant achter mij in de rij bijt mij toe of ik niks beter te doen heb dan boodschappen doen in de baas z’n tijd. Ik negeer hem en probeer me te verheugen op de niet zo lekker uitziende macaroni.

Op het bureau worden we eerst opgevangen door een collega van het bedrijfsopvangteam. Zij kijken hoe wij er emotioneel in staan en bieden eerste opvang. De meeste mensen maken dit nooit mee en wij helaas vaak genoeg.

Daarna eindelijk tijd om even te eten. Ondanks de gebeurtenis van zojuist knort mijn maag aardig. Na 3 minuten piept eindelijk de magnetron; macaroni, met een vreemd luchtje…”

Barry werkt als surveillant bij de politie Rotterdam. Hij volgt ook de opleiding om door te stromen naar de functie agent.

dinsdag 18 november 2014

Oorverdovend lawaai

 
“Behalve voor ‘boeven vangen’ zijn we er ook om grote evenementen in goede banen te leiden. Zo ook de jaarlijkse truckersdag. Op deze dag rijden er 200 vrachtwagens en bussen in colonne een route, met op de bijrijdersstoelen 600 mensen met een verstandelijke beperking. Het doel is om al die mensen een leuke dag te bezorgen die ze niet snel zullen vergeten. Elk jaar is er een overschot aan aanmeldingen van chauffeurs. Van brandweer en legervoertuigen tot aan het plaatselijke vervoersbedrijf; iedereen is er bij.

Motorrijders en politieauto’s begeleiden de twee colonnes en op grote verkeerskruispunten staat een koppel van collega’s. Die dag moest ik met mijn maatje twee grote kruispunten afzetten en zorgen dat niemand de stoet verstoorde. Na de briefing hadden we alvast wat voorverkenning gedaan. Hoe ziet het kruispunt eruit? Welke kant gaat de stoet op? Waar komt het meeste verkeer vandaan? Je kan het wel op een routekaart zien, maar even ter plaatse gaan zorgt pas echt voor een goed beeld en voorbereiding.

Mensen stonden al vroeg te wachten met hun paraplu’s. Anderen vroegen aan ons wat er ging gebeuren, gezien het aantal toeschouwers en aanwezigheid van politie. Toen ze wisten wat er ging gebeuren bleven ze allemaal even wachten om te kijken. Ook wij trokken bekijks. Verschillende kinderen kwamen naar ons toe en wilden graag de blauwe zwaailampen even zien.

Zodra de tweede colonne was vertrokken bij het eerste kruispunt, moesten wij ons snel haasten naar het tweede kruispunt omdat de eerste colonne alweer bijna voorbij kwam. Er staan honderden mensen langs de wegen om te zwaaien. Luid getoeter klinkt van elke vrachtwagen, een half uur lang op een paar meter afstand. Maar goed dat ik oordoppen had, anders had ik een gehoorbeschadiging opgelopen.

Bij het afsluiten van een kruispunt hebben de meeste mensen er wel begrip voor. Ze zien de blije blik van de mensen in de vrachtwagens. Andere mensen zijn er iets minder blij mee en proberen op een of andere manier om te keren vanwege afspraken waar ze op tijd moeten zijn. Dit is niet anders, als er eentje doorgelaten zou worden dan wilt de rest ook volgen. Mensen stappen wel even uit om te kijken naar het hele schouwspel en zwaaien ook mee naar de vrachtwagens.

Na afloop was er nog een groot feest met verschillende artiesten en wat te eten. Bij aankomst werden de eerste high fives al meteen gegeven en foto’s met de politieauto waren snel gemaakt. Hier doe je het ook voor bij de politie; meehelpen met een evenement om mensen een dag te geven die ze niet snel zullen vergeten. Op naar volgend jaar!”

Koen (20) volgt de opleiding tot politievrijwilliger surveillance en handhaving op de Politieacademie in Apeldoorn.





dinsdag 4 november 2014

Gestolen auto? Doe er maar 2!

“Vandaag ben ik samen met student Jeroen op pad. In een herkenbare politieauto duiken we de stad in. We controleren veel auto’s en voor ons bekende personen uit de stad. We luisteren de portofoon goed uit en kijken scherp in de rondte. Na een uurtje worden we naar het bureau geroepen, we moeten de recherche ondersteunen bij het aanhouden van een persoon. Op het bureau bespreken we samen met de collega’s kort om wie het gaat, kijken naar zijn antecedenten en proberen zoveel mogelijk informatie over de persoon te krijgen. Gezamenlijk gaan we naar het betreffende pand.

Ik flipper de portiekdeur open, zodat vluchten nog moeilijker wordt. Geruisloos lopen we naar de deur. We luisteren aan de deur en bellen aan. Er wordt niet opengedaan en we hebben geen indicatie dat de man thuis is. Hij komt een volgende keer wel.

Buiten voor de deur staat een scooter die onze aandacht trekt. Laten we het ‘onderbuikgevoel’ noemen. We trekken het kenteken na op mijn diensttelefoon. De scooter blijkt al langere tijd gestolen te zijn. We bestellen een takelwagen om de scooter in beslag te nemen ten behoeve van de rechtmatige eigenaar.

Terwijl we staan te wachten rijdt een auto voorbij. Ik zie het kenteken en meen het kenteken ergens van te herkennen. Heel fijn, een fotografisch geheugen. Ook dit kenteken trekken we na. Je gelooft het niet, de auto blijkt ook gestolen! We rijden snel om het woningblok heen en ik zie de auto mij langzaam tegemoet rijden. Dan in eens gaat het snel. Het welbekende lampje “STOP POLITIE” gaat branden en ik rijd de auto klem. Voordat de bestuurder van de auto het doorheeft zit hij met de handen geboeid achterin onze auto. De auto blijkt gestolen bij een woninginbraak een week ervoor, vlak in de buurt van waar we de auto nu aantreffen. Ook voor dit voertuig bestellen we een takelwagen.

Op het bureau aangekomen fouilleren we de verdachte en maken een foto van hem. Terwijl Jeroen hem in het systeem invoert praat ik nog wat met de verdachte. Deze vertelt mij dat hij de autosleutel van een vriend gehad had, dat hij het voertuig te leen had gekregen. Hij noemt ook nog een parkeerplaats waar hij de auto vandaan had.

We vervolgen onze dienst. Ik heb Jeroen niks verteld van het korte gesprek met de verdachte en rijd naar de parkeerplaats die de verdachte genoemd had. Bij de genoemde woninginbraak waren twee auto’s weggenomen. Op de parkeerplaats stond het tweede voertuig die gestolen was. Ik had namelijk op het bureau het kenteken van het betreffende voertuig opgezocht. Ik parkeer onze auto naast het voertuig en vraag Jeroen het kenteken na te trekken. Binnen vijf seconden knipperde het scherm van mijn diensttelefoon; voertuig gestolen! Het gezicht dat Jeroen trok sprak boekdelen, alsof hij water zag branden. Ook deze nemen we in beslag voor sporenonderzoek en bestellen inmiddels een derde takelwagen. Wat een gevoel van blijdschap, we hebben twee gestolen auto’s teruggevonden!”

Barry werkt als surveillant bij de politie Rotterdam. Hij volgt ook de opleiding om door te stromen naar de functie agent.