maandag 30 maart 2015

Gehaktdag

“Jarenlang was ik deze casus vergeten tot voor kort. Oorzaak, mogelijk een deja-vu. Ik heb dat vaker.

Lange tijd geleden alweer krijg ik met mijn maat een melding vanuit Maastricht, destijds de politiemeldkamer in mijn rijkspolitietijd. Er zit een gewonde man tussen de gewassen ergens in mijn bewakingsgebied. De ambulance is ook al onderweg om hulp te verlenen. Ik weet niet waar ik aan toe ben. Maar zoals altijd ga ik met gezond boerenverstand op weg naar de opgegeven locatie om te helpen waar ik kan. Mijn maat en ik zijn als eerste ter plekke. Na kort onderzoek treffen we tussen het wiegende graan, een jongeman aan. Het is ten slotte een mooie zomerse dag met een aangename temperatuur. Mensen zijn zwemmen, fietsen of recreëren op ander kwalitatieve wijze.

We zien de jongeman rustig zitten alsof hij een is met de natuur rondom hem. Hij heeft niet om aandacht gevraagd want hij zit een stukje van de openbare weg af. Hij heeft zijn eigen ding gedaan en wil geenszins opvallen. Totdat natuurlijk de melder langszij gekomen is en politie en ambulance gealarmeerd heeft. Het lijkt erop dat hij bewust op deze plek zit in afwachting wat er verder gaat komen en als er niets of niemand zijn richting uitkomt, dan is dit voor hem ook oké.

Dichterbij gekomen zien we dat de jongeman in een gemakkelijke zitpositie zit. Hij heeft een t-shirt aan en draagt een lange broek. Dan komen we tot een horrorontdekking. Zijn handen zijn ongeschonden maar er druppelt een doorzichtig bloedplasma uit zijn onderarmen. Ik weet eigenlijk niet precies wat ik in mijn blikveld krijg voorgeschoteld.

Het is bijna niet te omschrijven. Zijn beide onderarmen zijn zwaar gehavend met glas. Dit glas heeft diepe sporen getrokken in zijn vlees dat grauw, blauw, bleek en totaal doorgesneden oogt. Zijn onderarmen zijn net als draadjesvlees. Later blijkt dat de jongeman behandeld is voor zijn wonden en hebben dokters verwoede pogingen gedaan om zijn onderarmen te sparen voor een ernstiger handicap en hebben met veel draad de wonden gehecht.

Zijn vlees bloedt niet meer. Teveel aderen zijn kapot getrokken met scherp glas. Het doorzichtige vocht dat van zijn armen en handen op de grond druppelt vormt twee kleine donkere poeltjes in de lichtbruine aarde tussen het wiegende graan.

De ambulancebroeders nemen hem mee naar het ziekenhuis om zijn onderarmen te redden. Waarschijnlijk zal hij deze moeten gaan missen voor de rest van zijn leven i.v.m. de naderende amputatie, terwijl hij nog niet veel jaren op zijn teller heeft staan.

Tot dan toe heb ik nog nooit gehoord van mutilatie. Deze gruwelijke beelden blijven nog lang bij me. Ik ben deze jongeman nooit meer tegengekomen. Ik denk wel eens: wat doen mensen zichzelf toch aan en waar is het verkeerd gegaan, zonder of met bijsturing.”

Han is wijkagent bij Eenheid Limburg. Regelmatig deelt hij zijn ervaringen via blogs op diverse kanalen.

dinsdag 17 maart 2015

Toeval

“Op vrijdagavonden hebben wij, de vrijwilligers, vaak acties waarbij we samen met de beroepscollega's op verzoek van onze wijkagenten een actueel probleem in de wijk aanpakken.
De dienst was tot op dat moment redelijk rustig geweest en bijna voorbij, toen ik een collega over de mobilofoon hoorde vertellen dat hij achter een auto reed, die eigendom was van een “bekende".
De eigenaar van de auto was de dag ervoor ook al staande gehouden inzake drugs, lazen we in het systeem.

Er zaten twee personen in de auto en vanwege de veiligheid hebben we afgesproken ieder voertuig met 2 eenheden te controleren, dus m’n collega en ik lieten weten dat we eraan kwamen.

We kwamen precies aan op het moment dat de collega’s het voertuig staande hielden en ik vroeg de bijrijder uit te stappen en zich te legitimeren.We trokken hem na in de systemen en zagen dat hij al een aantal jaren gezocht werd vanwege een gewelddadige overval op een woning in een nabijgelegen dorp en hij had nog wat openstaande boetes met als dwangmiddel gijzeling.

“Je bent aangehouden”, hoorde ik mezelf zeggen en vanwege de aard van het misdrijf waarvoor hij gezocht werd, hebben we hem geboeid en in de bus gezet. We brachten hem naar het cellencomplex ter voorgeleiding aan de Hulpofficier van Justitie, waarna hij werd ingesloten.

We voeren onze bevindingen in het systeem in en lezen de berichten die bij de zaak horen. Blijkbaar zijn collega’s al vaker naar de woning en verschillende kennissen van de verdachte gegaan, maar ze hebben hem nooit aangetroffen.

Het was dus echt toeval dat hij op dit moment in die auto door ons werd aangetroffen en bij toeval komt deze persoon, wat toch een zware crimineel bleek, een tijdje niet meer op straat.”

Freddy is accountmanager en daarnaast werkt hij bij Eenheid Zeeland-West-Brabant als politievrijwilliger.

dinsdag 3 maart 2015

Een geslaagde reanimatie

“Ik heb al meerdere reanimaties meegemaakt in mijn carrière en de meesten waren helaas met fatale afloop. Ik heb gehoord dat 8 van de 10 slachtoffers een hartstilstand niet overleven, en de 9e in het ziekenhuis overlijdt. Geen hoopvolle cijfers, maar elke keer dat we een dergelijke melding krijgen, rijden we de straatstenen uit de grond om een mensenleven te redden.

Het is een dinsdagmiddag in augustus als ik hoor dat er een man onwel is geworden bij een industrieterrein in de buurt. Hij wordt inmiddels gereanimeerd door omstanders. M’n maatje en ik rijden ongeveer 500 meter van dat industrieterrein af, we melden dit bij de meldkamer en krijgen toestemming tot het voeren van de optische en geluidssignalen (het aandoen van de zwaailichten en sirene). Nog geen minuut later komen we aan op het adres. Ik ren de auto uit en pak de AED uit onze auto.

We zien een groepje mensen staan en rennen erop af. Dichterbij gekomen zie ik dat er een man in stabiele zijligging ligt. Ik ben even perplex, ik had een heel ander beeld verwacht. Naast hem zit een man geknield. Hij vertelt me dat hij de man 2 maal gereanimeerd en beademd heeft en hij weer ademhaling heeft. Op dit moment zie ik dat het gezicht van de man paars kleurt en dat hij weer stopt met ademen. Ik leg de man op zijn rug en begin te reanimeren. Na 2 setjes reanimeren hoor ik een stem vanuit de AED; “Schok geadviseerd”.

Ik laat het slachtoffer los en controleer dat niemand hem vast heeft. M’n maatje drukt op de knop en we zien dat het slachtoffer een klap van de AED krijgt. De armen van het slachtoffer verschuiven met een klap een stuk omhoog… Het slachtoffer komt echter geen meter van de grond, zoals in de film op tv. Direct hierna hervat ik het reanimeren. Op enig moment zie ik de hand van het slachtoffer bewegen… Hij gaat richting mijn hand! In eerste instantie schrik ik, ik had dit niet verwacht. Hierna voel ik een gevoel van blijdschap, een teken van leven! De ambulance neemt de zorg over het slachtoffer over en hij wordt afgevoerd naar het ziekenhuis. De man is niet bij kennis maar maakt wel allerlei geluiden. Een geslaagde reanimatie, wat gaaf!

Op het bureau krijgen we een gesprek met het bedrijfsopvangteam. Dit verhaal blijft bijzonder om te vertellen. Meerdere keren werd ik een held genoemd. En dat, terwijl ik gewoon mijn werk deed. Enige weken later ontving ik een kaartje van de vrouw van het slachtoffer. Haar man maakt het naar omstandigheden goed. Ik neem telefonisch contact met hen op, ik krijg de man zelf aan de lijn. Hij bedankt mij dat ik zijn leven heb gered. Een rare gewaarwording.

Pas geleden was het precies een jaar geleden dat ik deze man gereanimeerd heb. In mijn postvak lag een doos chocolade met een bedankbriefje. Binnenkort volgt een ontmoeting tussen de man en mij.
Wederom, het politiewerk is meer dan boetes schrijven!”

Barry werkt als surveillant bij de politie Rotterdam. Hij volgt ook de opleiding om door te stromen naar de functie agent.