dinsdag 26 mei 2015

Geen rechercheur zonder digitale kennis

Ruud is implementatiemanager Team Digitale Opsporing: “Er is een enorme maatschappelijke druk van digitalisering. Als politie moet je daarin mee.”

Digitale criminaliteit en opsporing groeit
“Ik was tien jaar teamchef van het Team Digitale Opsporing in Den Haag. Sinds 1 januari is mijn rol veranderd. Nu ben ik tijdelijk als  implementatiemanager ‘digitale opsporing en cybercrime’ werkzaam met de opdracht om de implementatie van digitale werkprocessen, landelijk en binnen de eigen eenheid, te realiseren. Hierbij moet je denken aan opsporing van verdachten via digitale kanalen maar ook het uitpluizen van mobieltjes, computers en netwerken in bijvoorbeeld kinderpornozaken. Digitale criminaliteit groeit, maar de mogelijkheden tot digitale opsporing groeien ook. In Nederland lopen we behoorlijk voorop op dit gebied. Het Team High Tech Crime is bijvoorbeeld uitgeroepen tot één van de beste ter wereld.

Jonge deskundigen nodig
Vanuit de overheid heeft deze vorm van opsporing prioriteit. Daardoor is er meer energie, geld en tijd voor digitaal specialisten. Digitale opsporing begon ooit met drie teams van vier man. Nu heeft elke eenheid een eigen team en  zijn we nu begonnen met de landelijke werving van de eerste 100 hbo zij-instromers. Slimme, jonge mensen met de nieuwste kennis op dit vakgebied die de teams komen versterken. Dat hier ruimte voor is, vind ik geweldig. Bij het inrichten van de teams zou het heel mooi zijn als we die kunnen samenstellen met die slimme mensen én ervaren politiecollega’s. Bij de opsporing naar digitale criminaliteit krijg je hiermee een hele krachtige combinatie om een zaak op te kunnen lossen.

Nieuwste snufjes
Bij digitale opsporing moeten we  continu innoveren en ontwikkelen; ook in opleidingen en middelen om de nieuwe teamleden goed op te leiden. Nieuwe ICT-ers moeten bijvoorbeeld ‘digitaal forensisch’  gemaakt worden. Zij hebben krachtige computers en forensische middelen nodig om het werk te doen. De criminelen lopen met de laatste snufjes en communicatiemiddelen rond. Daar kunnen we als specialisten niet op achter blijven.

Geen rechercheur zonder digitale kennis
Naar mijn mening kun je geen goed rechercheur meer zijn zonder kennis van de digitale wereld. Het is overal mee verweven. Tot anderhalf jaar geleden was digitale opsporing heel centraal georganiseerd. Teamleden zaten bij elkaar en daar moest de collega de te onderzoeken spullen heen brengen. Het is nog steeds een beetje los zand, nog niet goed genoeg geborgd binnen de organisatie. Zo worden er op allerlei aspecten digitaal trainingen gegeven, zoals bijvoorbeeld informatie zoeken op social media. Hierbij wordt niet eerst gekeken naar de achtergrond of expertise van de collega’s.

Het nieuwe werken
Nu komt bij de inrichting van de Nationale Politie op bijna alle districten een digitaal platform met specialisten. We komen daardoor dichter bij het politieproces. Tot nu toe zijn we ondersteunend, maar in steeds meer onderzoeken krijgen we een leidende of coördinerende rol. Dat is het belangrijkst: dat we invloed kunnen gaan uitoefenen op de kwaliteit van het opsporingsproces. Voor ons is dat, met name binnen de opsporing, de definitie van het nieuwe werken. Digitaal biedt zoveel meer kansen die we kunnen benutten. Zo moeten bijvoorbeeld de samenwerkingsverbanden met andere specialisten, zoals informatieanalisten en specialistisch rechercheteams, zorgen voor efficiënter politiewerk.”

Wil je jezelf eens testen of je een digitaal rechercheur kan worden of wil je meer weten over ons vak?
Kijk dan op www.crimediggers.nl of kom op 4 juni naar een voorlichting ‘digitale recherche’ op de Politieacademie in Apeldoorn.

maandag 18 mei 2015

Verhanging

“Het is een rustige doordeweekse dag en ik rijd met medestudent Rens een algemene surveillance, met onze coach achterin de auto. In deze fase van de opleiding rijden we schaduwnoodhulp. Dat betekent dat we meerijden op meldingen van ervaren collega’s en af en toe zelf een melding van lage prioriteit afhandelen. We vragen ons hardop af of het nog iets wordt vandaag, maar als ik iets heb geleerd bij de politie: alles komt onverwacht.

Er komt een prio 1 melding binnen via de meldkamer: mogelijke verhanging op de X-straat in Hilversum. De meldkamer roept een andere eenheid op. Rens en ik besluiten ook op de melding af te gaan.

De persoon zou in de achtertuin hangen. Op de portofoon hoor ik dat de anderen inmiddels ter plaatse zijn. Wij komen aan bij een woonerf en dan zie ik iets wat ik nooit meer zal vergeten.  Tegen het huis, aan het balkon van de eerste verdieping, hangt een man. Armen langs zijn lichaam, zijn hoofd ingepakt met doorzichtig plastic. Ik loop samen met de collega’s de achtertuin in. Daar staat een ambulancebroeder die vertelt dat de man al enige tijd geleden overleden is. Door een paar lakens te spannen, probeert hij de man aan het zicht van de buurt te onttrekken. Nu er geen levensreddende handelingen nodig zijn, neem ik de tijd om eens om me heen te kijken. Deze man had alles goed voorbereid. Naast de openstaande achterdeur staan zijn slippers. Een ladder met aan weerszijden kussens, zodat het geen kabaal zou maken als de ladder om zou vallen. Op een van de kussens lag heel netjes zijn bril gestald. Zijn blote voeten bungelden op enkele centimeters boven de grond, zijn hoofd omwikkeld met doorzichtig plastic, om zijn nek strak gebonden met tape. Vanaf het balkon van de eerste verdieping hing een spanband strak om zijn keel. Het doet me (nog) niet veel.

Rens en ik lopen met een collega de woning in, je weet immers nooit of er aanwijzingen zijn voor een misdrijf. Ik voel me heel ongemakkelijk in de woning. Alsof ik ergens ben waar ik niet hoor te zijn. In de slaapkamer tref ik een afscheidsbrief aan.  Deze man was zo vastberaden en had alles goed voorbereid. Voor zichzelf, maar ook voor de mensen die hem zouden vinden. Bizar.

In de auto terug naar het bureau komt de eerste spanning eruit. Bij de politie gebeurt dat vaak in de vorm van galgenhumor; het is niet respectloos, maar een manier om met iets om te gaan. Op het bureau worden we opgevangen door het Bedrijfs Opvangteam (BOT): politiemedewerkers die zich gespecialiseerd hebben in de eerste opvang van collega’s na heftige incidenten. Na het gesprek merk ik dat het me meer doet dan ik dacht. Tijdens de melding heb ik mijn emoties opzij gezet. Ik merk dat het heel belangrijk is om alles goed uit te spreken met elkaar. Door dit gesprek heb ik er daarna nauwelijks meer aan gedacht.

Maar toch zal deze zelfmoord voor altijd op mijn netvlies blijven staan. Alle eerste keren maken een onvergetelijke indruk, ook in het politiewerk. Het eerste zware ongeval, de eerste treinspringer, het eerste slecht nieuws gesprek en nu de eerste verhanging. Als onervaren politieman vind ik het prettig om deze dingen mee te maken in een veilige omgeving. Collega’s weten dat je nog student bent en daardoor iets heftiger kunt reageren. Daar houden ze rekening mee en het is enorm belangrijk om erover te praten. Gelukkig kan dat; aan het eind van de dag zijn we allemaal mensen met gevoelens en emoties.”

Rick is net klaar met de opleiding tot agent bij Eenheid Midden-Nederland.

maandag 4 mei 2015

Een weekje van uitdagingen

De digitale wereld bij de politie is aardig in beweging en zo ook bij het Team Digitale Opsporing (TDO) van de eenheid Amsterdam waar ikzelf werkzaam ben. Als inzetcoördinator doe ik de intake van zaken en verdeel ik het werk onder de specialisten. Binnen Amsterdam hebben wij specialisten met hun eigen kennisgebied zoals, embedded, automotive, mobile devices en beeldverwerking en verbetering. Wanneer er een verzoek tot ondersteuning binnenkomt ga ik meestal in gesprek met de aanvrager; wat wil je gedaan hebben en wat wil je ermee bereiken? Het mooie van deze gesprekken is dat je met tactische collega’s gaat onderzoeken wat wij voor elkaar kunnen betekenen en hoe wij het beste resultaat kunnen bereiken. Vele aanvragen zijn redelijk standaard maar in sommige zaken worden ‘specials’ gevraagd en wordt het een uitdaging voor ons team om de vraag naar tevredenheid te kunnen beantwoorden. Het mooie daarvan is dat ze hun kennis en creativiteit moeten aanspreken om het toch voor elkaar te krijgen. Brainstormen met andere specialisten, solderen, dump maken, scripts schrijven, testen en scripts herschrijven om veiliggestelde data inzichtelijk te krijgen. Altijd weer een kleine overwinning wanneer de aanvrager de data kan bekijken en onderzoeken. Een ingewikkelde puzzel oplossen om tot het gewenste resultaat te komen door een combinatie van techniek en de interactie met de collega’s zijn voor mij de ingrediënten die mijn werk zo mooi maken.

Uitdagingen die deze week op de agenda stonden waren de tweede dag van het assessment en de deelname aan de Cercops Survival Run die door de Eenheid Amsterdam werd georganiseerd.
Daar ik ook in de sollicitatieronde zit voor een nieuwe functie binnen het Team Digitale Opsporing
van onze eenheid, mocht ik afgelopen woensdag naar de tweede ronde van het assessment. De eerste dag vond ik zwaar maar deze dag zou een leuke worden. Veel collega’s vinden het eng of spannend maar ik zag het psychologisch interview, de praktijkproef en het maken van een octogram als een zeer leuke uitdaging. Deze hele dag kon je gewoon lekker jezelf zijn hetgeen het voor mij zeer gemakkelijk maakte; je kan het immers toch nooit verkeerd doen want je bent wie je bent. Ik ging in ieder geval met een goed gevoel weg bij het assessment het is alleen te hopen dat de psychologen dit gevoel ook over mij hadden.

Bij het schrijven over de zwaarste uitdaging van deze week, op fysiek gebied dan, wil ik gelijk even de beeldvorming van de digitale nerds uit de weg ruimen. Nee, niet alle specialisten zitten 24 uur per dag achter hun computer in een rommelige kamer omringd met pizzadozen. Er is ook een groot aantal sportief genoeg  om deel te nemen aan de Cercops Survivalrun. Een parcours van 8 kilometer met 44 hindernissen. Niet echt een activiteit die je bij zo’n digitale man zou bedenken maar gelukkig wordt er ook veel aandacht besteed aan sport binnen de politie en kunnen ook de mensen met een (voornamelijk) zittend beroep iets aan hun conditie doen. Samen met onze dataspecialiste, die normaliter los gaat op ruwe data, zijn wij beiden nu losgegaan op de hindernissen. Ik heb meer touw geklommen dan in m'n hele lagereschooltijd, in meer sloten gesprongen dan de gebruikelijke 7 en meer catcrawls en apenhangmomenten gehad dan ik bakken koffie per week drink. De zachte kussentjes van m'n computerhandjes waren na de run getransformeerd tot een vulkanisch landschap maar deze uitdaging had ik voor geen goud willen missen. Alleen maar uitdagingen deze week. Wat heb ik toch een mooi beroep!

Barend is digitaal specialist - coördinator Team Digitale Opsporing van de Eenheid Amsterdam.