maandag 26 oktober 2015

Bijzondere vermissing


Tijdens het werk op straat maken we soms bijzondere dingen mee. Sommige verhalen worden anekdotes, sommige blijven levendig op je netvlies staan. Zo ook vandaag...

"Meldkamer, hier eenheid Beredenen! Wij hebben zojuist met ons paard een ongeval gehad met een loslopende hond in het Kralingse Bos. Graag de dierenambulance ter plaatse!"

De collega's te paard gaven aan geen assistentie nodig te hebben en dus blijven wij in ons bewakingsgebied. Dit omdat het Kralingse Bos de Eenheid Oost betreft. Enkele minuten later horen wij over de mobilofoon diezelfde eenheid van de Bereden Brigade het volgende roepen:
"Meldkamer, onze paarden zijn zojuist weggehold en lopen ergens in het bos rond. Wij hebben ze niet meer in het zicht dus mogelijk kan er een melding komen van loslopende paarden!"

Met gefronste wenkbrauwen kijken wij elkaar aan: "Hoor ik dat nou goed?", zegt m'n collega. We besluiten ons toch aan te melden bij de meldkamer en met meerdere politie-eenheden gaan we zoeken. Met enige urgentie manoeuvreren wij ons met zwaailichten door het drukke verkeer. Dit omdat een paard zonder ruiter een behoorlijke gevaarzetting kan zijn voor onder andere het wegverkeer.

Opeens horen wij via de meldkamer dat men twee paarden heeft zien lopen op de Bosdreef richting de Terbregseweg. In allerijl zijn wij hier naartoe gereden. Ter hoogte van de Meerum Terwogtlaan in Nieuw Terbregge treffen we de 'weglopers' grazend aan in de groenstrook. Vermoedelijk waren beide paarden op eigen initiatief terug gewandeld in de richting van hun stal bij de politiebrigade Levende Have. Deze is gevestigd in de wijk Nieuw Terbregge.

Uiteindelijk bleek dat de collega-ruiters van hun paard gestapt waren om de gewonde hond eerste hulp te verlenen. Door toedoen van een 'iets te fanatieke omstander' zijn de paarden geschrokken en gevlucht. Hierbij liep het paard één van de collega-ruiters omver maar deze raakte gelukkig niet gewond.

De paarden zijn door ons overgedragen aan de collega-ruiters waarna zij hun surveillance voort konden zetten. De toestand van de hond is voor als nog onbekend.

Bron: post Facebookpagina Politie Rotterdam Hillegersberg - Schiebroek

dinsdag 6 oktober 2015

Sophia City Tour

Een zonnige dag. Een mooie dag voor de Sophia City Tour. De Sophia City Tour is een dagje uit voor patiëntjes uit het Sophia Kinderziekenhuis. Op deze dag zijn zij op pad geweest met de hulpverleningsdiensten waaronder ook de politie. Ook Werving en Selectie was aanwezig. Zij hebben onder andere gezorgd voor goodiebags voor alle kinderen vol met leuke gadgets van de politie.

We verzamelden met alle collega’s op het bureau aan de Boezembocht in Rotterdam. Na het gereed maken van de voertuigen drinken we nog een kop koffie en daarna gaan we, onder begeleiding van de motoragenten, richting het Sophia Kinderziekenhuis om de kinderen en hun familie op te halen. Eenmaal in het ziekenhuis aangekomen is het al een groot feest. Ballonnen, entertainment, politie, brandweer en douane spelend met de kinderen. Het kan niet op! Rond 12:00 uur vertrekken we met alle hulpdiensten en kinderen onder begeleiding van motoragenten door de stad met toeters en bellen naar de brandweerkazerne aan de Koperstraat. Dit vonden de kinderen prachtig! ‘Waaaaauw, iedereen gaat voor ons opzij en we mogen nu elke keer door rood rijden en we krijgen nooit een boete papa’. 

Eenmaal aangekomen bij de kazerne worden de kinderen ontvangen met gezellige muziek en er lag zelfs een rode loper klaar! Binnen was er van alles te doen. Ze mochten in alle voertuigen kijken, de lange wapenstok uit de ME-bussen nader inspecteren, op de politiemotoren klimmen, spelen met de oefenhandboeien van de politie, spelletjes doen, pannenkoeken eten naar hartenlust, limonade drinken en kijken naar demonstraties van de politie. ‘Mam, gaat die politiehond die boef echt bijten?’. Veel leuke dingen maar af en toe toch ook wel spannend…

Aan al dit fijns kwam helaas ook weer een eind. Wederom gingen we met toeters en bellen door Rotterdam heen om de kinderen terug te brengen naar het Sophia Kinderziekenhuis. En als kers op de taart een tasje vol met leuke spulletjes… Volgend jaar staan wij weer klaar voor deze kinderen en hun familie!

Blogger Raymond werkt als recruiter/hoofdagent bij Eenheid Rotterdam.

dinsdag 15 september 2015

“Assistentie collega”

‘Assistentie collega’ wordt gebruikt wanneer een collega in nood is. Zo ook die ene nacht…

Mijn maatje en ik draaien een nachtdienst en via de portofoon horen we dat omwonenden meerdere malen hebben geklaagd over geluidsoverlast bij een tentfeest. Collega’s zijn al op weg en wij rijden er achter aan. We horen ze de feesttent ingaan en parkeren dichtbij.

Opeens roept een collega “assistentie collega” via de portofoon. Onze collega’s zijn in nood! We zijn in een mum van tijd bij de tent, maar de toegang wordt versperd door dronken feestgangers. Als we de tent uiteindelijk binnenkomen, zie ik vier collega’s die zijn ingesloten. Ik verricht een aantal handelingen die ik bij de integrale beroepsvaardigheidstraining (IBT) geleerd heb. Ik schreeuw en ik vorder, maar zie geen effect. We hanteren de wapenstok en zo lukt het ons bij de collega’s te komen. We gaan met z’n zessen langzaam maar zeker richting de uitgang.

Eenmaal buiten worden we ingesloten door twee grote groepen. In de tijd die volgt, proberen we vooral ons eigen hachje te redden. En dat is tegen meer dan honderd feestgangers geen pretje. We delen met regelmaat rake tikken uit als feestgangers te fysiek worden. We bukken als er projectielen door de lucht vliegen. Later zie ik op de beelden terug dat er een steen rakelings langs mijn hoofd suist.

Nog geen half uur later arriveren onze hulptroepen, maar het voelt als uren. De extra eenheden komen zelfs uit naburige regio’s. Nu keren onze kansen. Wat mij opvalt is dat de mensen nog steeds niet willen luisteren. Ook niet als zij zien dat er hondengeleiders met honden ter plaatse zijn gekomen. Velen blijven de discussie aangaan. De hectiek is moeilijk te beschrijven; schreeuwende feestgangers, blaffende honden, vooral angstaanjagende geluiden. Helaas lopen dertien feestgangers hondenbeten op en willen dan pas luisteren naar de politie!

Wat een indrukwekkende nacht. We houden de voornaamste raddraaiers aan en ook de dag erna wordt nog een verdachte aangehouden. Het is al bijna licht als we op het bureau zijn om na te praten. Er zijn gelukkig geen gewonden aan onze kant. Een grote hoeveelheid typewerk volgt. De zondagochtend is ruimschoots voorbij als ik in bed kruip. Dankbaar dat ik weer veilig ben thuisgekomen.

Volgend op deze nacht hebben rechtszaken plaatsgevonden en zijn klachten ingediend. De verdachte die op beeld staat terwijl hij een steen naar de politie gooit is veroordeeld. De hoogte van die straf, daar denk ik maar niet te lang over na. Ook de andere verdachten hebben zich voor de rechter moeten verantwoorden.

Leo werkt bij Eenheid Midden-Nederland en volgt de opleiding tot politiekundige bachelor aan de Politieacademie.

woensdag 26 augustus 2015

Urgente vermissing

Het is zaterdagmiddag en heerlijk weer als we de melding: “Vermissing van een 12 jarig meisje bij een recreatieplas” binnen krijgen.

Mijn collega en ik gaan met spoed ter plaatse en horen van de reddingsbrigade dat het gaat om een meisje van 12 jaar, donkerblond lang haar, ongeveer 1,40 meter lang gekleed in roze topje, blauwe korte broek en slippers.

De vader is in paniek en vertelt dat het meisje suikerziekte heeft en insuline had gespoten. De vader had tegen zijn dochter gezegd dat ze even bij de auto op hem moest wachten, hij zou vast wat spullen naar een plek aan het water brengen. Toen hij terug kwam bij de auto was ze weg. Als een suikerpatiënt na het spuiten van insuline niet eet, is er een grote kans op een hypo.

Vanwege de aard van de vermissing vragen we of een andere eenheid ook ter plaatse wil komen en of de OVD (Officier Van Dienst) wil komen om de zoektocht te begeleiden. De OVD neemt de coördinatie op zich en blijft bij de post van de reddingsbrigade. Gezien de kans op een hypo nemen de mensen die gaan zoeken een blikje frisdrank mee, zodat we haar wat te drinken kunnen geven als we haar vinden.

De tweede eenheid zoekt bij de parkeerplaatsen, wij zoeken langs de waterkant. We lopen de vader van het meisje tegen het lijf, die zoekt met een strandwacht. Hij vertelt me dat dit de plek is waar ze altijd liggen. Natuurlijk houden we in ons achterhoofd dat er misschien geen sprake is van weglopen en dat het meisje is meegenomen tegen haar wil.

Tijdens de zoektocht houden we de OVD steeds op de hoogte. Mijn collega en ik zoeken ook in naastgelegen weilanden, bosschages en sloten. Van de andere eenheid hoor ik over de portofoon dat ze een man hebben aangetroffen op de parkeerplaats die het zoeken belemmert. Hij is erg vervelend en blijft de collega’s en de reddingsbrigade in de weg lopen. Als hij wordt gevorderd te vertrekken verzet hij zich heftig en wordt aangehouden.

Ondertussen zie ik in mijn ooghoek een meisje liggen en vraag haar hoe ze heet. Ze reageert wel, maar is suf en afwezig, iets wat bij een hypo hoort. Ik vraag haar nogmaals hoe ze heet en ze vertelt me haar naam. Het is het meisje wat we zoeken! Ik vertel de OVD dat het meisje is gevonden en mijn maatje geeft haar wat cola voor de suiker. Ze reageert wat verward op onze vragen.  Gelukkig is de EHBO aanwezig op de recreatieplas en ze wordt meegenomen naar de basis van de reddingsbrigade en herenigd met haar vader.

Het gaat langzaam beter met het meisje en over de portofoon hoor ik “Einde oefening”. De wijkagent die deze integrale oefening heeft opgezet roept iedereen bij elkaar en begint met de debriefing. In 19 minuten is het meisje gevonden en hebben de betrokken partijen geleerd wat het belang is van samenwerken. De acteur die eerder werd aangehouden wordt ontdaan van de transportboeien en we bedanken iedereen voor hun inzet.

Freddy is accountmanager en daarnaast werkt hij bij Eenheid Zeeland-West-Brabant als politievrijwilliger.

dinsdag 11 augustus 2015

Een bijzondere surveillance

Het is vrijdagavond. De start van het Drakenbootfestival in Apeldoorn, met optredens van verschillende bands, waaronder Level 42. Bij de briefing zijn ook jonge collega’s aanwezig die niet van de generatie Level 42 zijn. Andere, waaronder ikzelf, proberen het nog met opsommen van enkele hits zoals ‘Lessons in Love’ en ‘Running in the family’. Helaas zonder resultaat…

Ik loop deze avond met wijkagent Ronald. Lopen is misschien niet het goede woord, het lijkt meer op hobbelen. Net als ik vind dat ik het goede tempo te pakken heb, staan we weer stil, want dan komt hij een bekende tegen. En een wijkagent zou natuurlijk geen goede wijkagent zijn als er geen praatje wordt gemaakt.

Zo ook met de burgemeester van Apeldoorn die ik nog nooit heb ontmoet. Het blijkt een bijzonder sympathieke man te zijn. Enthousiast vertelt hij dat het nog best spannend was of Apeldoorn de start van de Giro d’Italia zou binnen halen. Ik vertel hem dat ik het geweldig vind dat het hem is gelukt en dat ik trots op Apeldoorn was toen ik het nieuws hoorde. ‘Echt?’ vraagt hij. Ik knik. ‘Maar dat houdt ook wat in voor jullie’. Ik antwoord de burgemeester dat ik het voor geen goud zou willen missen.

Ronald en ik lopen die avond naar een oude school waar de begane grond is ingericht als kleedkamer voor de artiesten. De school staat op een braak liggend terrein, met aan de rand een betonnen parkeergarage. ‘Nou, Level 42 ziet wel het mooiste stuk van Apeldoorn’, zegt Ronald ietwat cynisch. Ik ben het volkomen met hem eens. Van een beveiliger mogen we doorlopen naar de kleedkamer. De zanger van de band blijkt geen last van te hebben van 'lelijk' Apeldoorn. ‘Hi folks’, roept hij enthousiast als hij ons ziet. Ik probeer een nonchalante houding aan te nemen door net te doen of het heel normaal is dat ik in de kleedkamer van Level 42 sta, maar ik sta gewoon bij een wereldband in de kleedkamer!

De volgende dag ben ik weer op het bureau voor een bespreking over een surveillance tijdens het WK Beachvolleybal.
‘Bedankt nog voor je inzet van gisteren’ roept Ronald als hij mij ziet. Graag gedaan, ik zou het voor geen goud willen missen!

Esther (42) werkt als managementassistente op de Politieacademie. Na 12 jaar wilde ze ook wel eens ervaren hoe het werk op straat is. Daarom volgt ze de opleiding tot politievrijwilliger.

dinsdag 30 juni 2015

Een ‘gewone’ werkdag

Als beginnend agent vind ik de noodhulp het mooiste aspect van het politiewerk. Je bent altijd alert en beschikbaar voor meldingen van de meldkamer. Het meest uitdagende is dat je nooit weet waar je een minuut later mee bezig bent; de onvoorspelbaarheid van de noodhulp houdt je alert en is spannend. Hoe ziet een ‘gewone’ werkdag er uit?

14.40 uur
Een man moet verplicht opgenomen worden in een psychiatrische instelling. Personeel van de instelling gaat hem thuis ophalen. Wij bieden ondersteuning voor het geval de man door het lint gaat. De man is echter niet thuis.
15.19 uur
In een bedrijf wordt een verontrustende en verdachte geur geroken. Het pand wordt ontruimd en de brandweer wordt gealarmeerd. Wij gaan met prio 1 ter plaatse. Alle medewerkers staan al buiten bij onze aankomst. Uiteindelijk blijkt dat de lucht werd veroorzaakt door kortsluiting. Niks ernstigs gelukkig, wij gaan weer verder.
15.40 uur
Collega’s hebben bij de ontmanteling van een hennepkwekerij DNA aangetroffen. Aan ons wordt gevraagd een DNA-kit, waarmee DNA veiliggesteld kan worden voor forensisch onderzoek, langs te brengen.
16.32 uur
Een 11-jarig meisje heeft 112 gebeld, ze is alleen thuis is en ziet een vreemde man op het balkon staan. Wij weten dat er in die buurt veel wordt ingebroken. Het meisje moet doodsbang zijn, dus met zwaailichten spoeden we ons naar de woning. Al snel blijkt dat het meisje een glazenwasser heeft aangezien voor inbreker.
17.40 uur
We zien een auto rijden, met achter het stuur van een bekende van de politie. We geven hem een stopteken, maar hij rijdt door. Hij speelt een spelletje met ons. Wij hebben de tijd en hij rijdt zich ongetwijfeld vast in het verkeer, dus we gaan geen rare capriolen uithalen. Als hij zijn auto parkeert worden we weggeroepen voor een melding. Helaas geen tijd voor een controle.
17.44 uur
We worden weggeroepen voor een prio 1. Een fietser is hard gevallen. Met zwaailicht en sirene rijden we door de drukke avondspits. Als we ter plaatse komen, wordt de fietser behandeld door het ambulancepersoneel. Ze moet naar het ziekenhuis. Het slachtoffer en haar man zijn hier op fietsvakantie, hun hotel is in de buurt. Wij laden de fietsen van beiden in ons dienstvoertuig en zetten die af bij het hotel. Dienstbaarder kan bijna niet.
18.30 uur
Even een hapje eten. Het is altijd de vraag of dit ongestoord kan. Gelukkig kunnen we onze maaltijd in één keer opeten.
19.52 uur
Een fietser heeft veel aandacht voor woningen en lijkt op verkenning te zijn voor een inbraak. De melder heeft 112 gebeld en houdt de man in het zicht. Zo kan hij de positie van de man doorgeven, waardoor wij tactisch kunnen aanrijden. Helaas we raken hem toch kwijt. Een zoektocht in de buurt levert niets meer op…
20.13 uur
Twee jongens op een scooter zien ons rijden en slaan opeens op de vlucht. Waarschijnlijk niet zomaar, we gaan er achter aan en zien ze in een steeg. We moeten een sprintje trekken om ze in te sluiten, maar helaas de scooter is net te snel.
20.57 uur
Baldadige jeugd heeft een stuk struik in een speeltuin in brand gezet. De brandweer blust het brandje. In de directe omgeving vinden we niemand.
21.11 uur
Familie van een bejaarde man treft hem dood in zijn woning aan. Wij moeten ter plaatse om te onderzoeken of dit wellicht door een misdrijf komt. Niets in de woning doet een misdrijf vermoeden. De schouwarts komt ter plaatse en stelt vast dat de man een natuurlijke dood is gestorven. We dragen alles over aan de familie en kunnen niets anders doen dan hen condoleren en veel sterkte wensen.
23.10 uur
We zitten al in de overuren als we terugkomen op het bureau. Maar er wacht nog een hoop papierwerk van alle meldingen vanavond. Het is bijna middernacht als we ons omkleden en naar huis gaan. 

Wie had vanmiddag kunnen denken of voorspellen dat de dienst zo divers en druk zou verlopen? Niets en niemand. En dat is nou precies de charme van het politiewerk.

Rick is agent bij Eenheid Midden-Nederland.

dinsdag 9 juni 2015

Machteloos

“4107 wilt u gaan naar het Margrietplantsoen, daar hebben de buren een hoop herrie gehoord en gegil van een vrouw. Er staan een man, een vrouw en haar kind ingeschreven”.
We rijden naar het aangegeven adres en willen aanbellen. Zover komt het echter niet, uit een geopend raam op de eerste verdieping steekt een ontbloot bovenlijf. De man vraagt wat we komen doen. We geven aan dat we een melding hebben en dat we hem graag even willen spreken. “Er is niets gebeurd, waarom willen jullie praten?” We kalmeren de man en zeggen dat we niet over straat willen schreeuwen en dat we echt even met hem willen spreken.

Even later staan we voor de voordeur, die inmiddels is opengegaan.  Vrij snel komt een vrouw achter hem staan. Zij zegt niets en knikt met hem mee als hij herhaalt dat het goed gaat. Ze oogt rustig, maar ik weet dat schijn soms bedriegt. We confronteren het stel met de melding die wij kregen. Weer neemt manlief het woord. Zij hebben een relatie, er zijn wat woorden gevallen maar verder is er niets gebeurd.

Als ik meer dan drie keer achter elkaar hoor dat er niks is, krijg ik altijd jeuk en ik denk dat er wel degelijk iets gebeurd is en ik zeg dat ook tegen de man. Ik vraag of we toch even binnen mogen komen. Soms kun je aan de inboedel zien wat zich afgespeeld heeft. Ik vraag of er nog meer mensen in de woning zijn. Er is nog een peuter van drie, hij ligt op bed. Ik vraag of het joch erbij was. De vrouw schrikt van mijn vraag en zegt dat er hooguit wat woorden gevallen zijn. Het was immers mooi weer en onder invloed van een biertje zegt hij nu eenmaal meer dan normaal. Ik knik begrijpend. Ik wil weten wat er is gebeurd. Mijn collega neemt de vrouw  mee naar een ander vertrek.

Ik leg de man uit dat we denken aan huiselijk geweld en dat we ons zo min mogelijk met mensen hun privézaken willen bemoeien. Eigenlijk net genoeg om de zwakkeren te beschermen. Ik heb de indruk dat manlief niet de zwakkere is in dit geval en dat mevrouw en peuter iets hebben meegemaakt dat gestopt moet worden. Ik zie echter geen sporen van fysiek geweld. De man krijgt zijn praatjes terug en vraagt wat we hier nog doen.

Ik ben boos. Voor ik het weet hoor ik mezelf zeggen: “Jij en ik weten wat hier heeft plaatsgevonden. Ik kan het niet bewijzen, maar dat maakt het niet minder ernstig. Je zult je agressie anders moeten gaan afreageren. Ik maak hiervan melding bij Jeugdzorg, die zullen hierheen komen voor een gesprek.” De man knikt en zegt dat hij het begrijpt. Hij krijgt hoop dat we zonder hem vertrekken, denk ik.

Ik zie mijn collega terugkomen met mevrouw. Ze kijkt naar de grond. Mijn collega gebaart dat we klaar zijn. We stappen weer in de auto. ‘En?’ Vraag ik. Dan vertelt mijn collega dat de vrouw bang is voor haar vriend. Hij had haar die middag geslagen. Ze had geen zichtbare verwondingen. Ze vroeg mijn collega het zo te laten, anders zou ze alles alsnog ontkennen.

Ik voel me machteloos als politieagent. Maar ben wel  blij dat ik de man tenminste gewezen heb op de consequenties als hij opnieuw zijn handen laat wapperen. Tenminste, als mevrouw de volgende keer wel zichtbare verwondingen heeft en aangifte durft te doen…

Leo werkt bij Eenheid Midden-Nederland en volgt de opleiding tot politiekundige bachelor aan de Politieacademie.