maandag 18 juli 2011

Hoe verder in de toekomst?

Nog 5 maanden en dan ben ik klaar met mijn opleiding tot hoofdagent en word ik ergens op een team geplaatst. Welke district of team dat wordt, hoor ik pas ongeveer 2 weken voordat mijn diploma-uitreiking plaatsvindt. Ik mag wel 3 voorkeuren opgeven van district. In de afgelopen 3,5 jaar heb je natuurlijk wel een idee gekregen waar je het liefst wilt zitten en waar je denkt je het naar je zin gaat hebben.
Ik wil in de toekomst dolgraag naar de bereden politie maar ja....dat is vrij moeilijk. Daarom doe ik er ook alles aan om daarbij te kunnen komen, ik doe elk jaar mee met de politiekampioenschappen paardrijden (ben al 1x kampioen geworden) in Haaksbergen. Ik wil zo snel mogelijk de ME-opleiding in als ik klaar ben met de opleiding, zoveel mogelijk horecadiensten en voetbaldiensten draaien. Want tja dat willen ze nu zien, dat zijn de eisen die ze nu hebben.
Maar als je nu minister Opstelten hoort dat het de Nationale politie gaat worden en alles gaat veranderen wordt de toekomst opeens onzekerder dan dat ie al is. Mijn korps (Midden -en West Brabant) gaat straks samen met Zeeland.
Komt daar een bereden politie of moet ik toch solliciteren bij het KLPD? Hebben ze nog steeds dezelfde eisen of willen ze nu ineens heel wat anders?
Of misschien wordt het allemaal wel veel makkelijker dan hoe het nu is.... Kortom ik vind het een lastige tijd om als student keuzes te moeten maken en we laten alles maar over ons heen komen want je weet toch nog niet hoe het gaat lopen. De teams worden waarschijnlijk ook helemaal anders ingedeeld, dus ja en dan vragen ze mij een keus te maken waar je heen wilt. Poeh hé.

Nou gelukkig heb ik nu eerst wat anders waar ik me zorgen om moet maken en dat is mijn proeve MILIEU! Wat daar zie ik zo enorm tegenop... Dus ik ga weer verder aan de studie....en die keuzes....we zien wel! Komt vast goed!

Manon is student bij korps Midden- en West-Brabant en is bijna klaar met de opleiding voor niveau 4 (hoofdagent).

dinsdag 12 juli 2011

Achtervolging te voet

“Een rustige maandag. Ik had vroege dienst van 07.00 tot 16.30 uur. Rond 13.30 uur ging ik met mijn maatje naar buiten. Om ongeveer 15.45 uur liepen we op het station en daar sprak een medewerkster van een winkel ons aan. Een man die verderop stond, had mogelijk iets gestolen in haar winkel. Wij ernaar toe gegaan en zijn verhaal aangehoord. Ondertussen trokken we hem na bij de meldkamer, het bleek een goede bekende van de politie. Mijn maatje is de camerabeelden in de winkel gaan bekijken en ik ben bij hem gebleven. De man trilde behoorlijk en ik heb hem aan de praat gehouden. Ik hoor hem in het gesprek nog zo zeggen: “ik blijf wel staan, wegrennen heeft geen zin!”. Toen mijn maatje terug was hebben we nog even overlegd. De camerabeelden gaven namelijk geen uitsluitsel. Na een paar seconden draaide hij zich om en rende keihard weg. Daarbij stootte hij een jongedame aan die nét een patatje had gekocht. Terwijl ik de patatjes door de lucht zag vliegen renden wij er achteraan. Mijn maatje gaf alles door aan de meldkamer terwijl ik mij volledig focuste op de man. Na 20 meter heb ik mijn pet weggegooid, die kon ik tijdens het rennen niet gebruiken! Na een flink stuk gerend te hebben, stopte hij. Omdat ik niets wilde doen zonder mijn maatje zei ik hem dat hij zijn armen moest spreiden. Ik kreeg niet de indruk dat hij wilde luisteren en voordat mijn maatje er was, schoot hij weer weg. Grrr… Wij er weer achteraan en na een paar honderd meter stopte hij weer. Ik weer het hele verhaal gedaan en ik kreeg de indruk dat hij nu luisterde. Ik had mijn boeien al in de hand (helemaal fout natuurlijk, handen zolang mogelijk vrijhouden voor andere dingen). Ook nu rende hij weer weg. Nu hield hij het minder lang vol. Hij gaf zich gewonnen, ging op zijn knieën zitten met zijn handen op zijn hoofd. Wij hebben hem geboeid en omdat we zelf ook moesten uithijgen, lieten we hem in een vrij compacte houding zitten. Na een paar minuten kwamen onze coaches eraan gerend. Hij is toen gefouilleerd om te kijken of hij gestolen spullen uit de winkel bij zich had. Dit bleek niet het geval, wel had hij drugs bij zich. Dat hebben we in beslag genomen en de man overgebracht naar de cel. Om 16.30 uur waren we weer op het bureau, maar toen moest er nog veel getypt worden en de man moest verhoord worden. Wij hebben het verhoor zelf gedaan en de man leek bijna een ander persoon. Nu was hij vriendelijk en had hij spijt. Wat een paar uur cel kan doen...
Hij is dezelfde avond heengezonden. Toen hij de deur uitliep heb ik hem nog gezegd dat hij eens aan zijn conditie moest werken!

De jongedame die in het begin werd aangetikt had een scheur in een botje van haar duim. Zij moest 10 dagen met gips lopen.

Wij gingen uiteindelijk om 21.45 uur naar huis. Het was een lange dag maar zeker de moeite waard! En die sporttest bewijst in dit soort gevallen haar waarde. We hebben 600 meter gelopen, maar we hadden hem!”

Rob zit in het eerste jaar van de politieopleiding op de Politieacademie in Apeldoorn. Hij werkt bij het Korps Landelijke Politiediensten.

maandag 4 juli 2011

Een heftig dienstje...

“Bij de politie kun je soms voor heftige dingen komen te staan, iets waar ik een aantal weken geleden weer met mijn neus op werd gedrukt. Na een hele rustige, eigenlijk saaie, vrijdagochtend werden wij tijdens onze lunch opgeschrikt door een melding. Een prio 1 melding, wat staat voor de hoogste prioriteit, spoed dus! De centralist gaf de melding uit aan één van onze noodhulpvoertuigen. “Bedrijfsongeval, beknelling” galmde door onze portofoons. Lunch was er niet meer bij.. zo snel mogelijk naar het voertuig en met spoed naar de locatie. Het was een hele optocht van hulpdiensten want ook de brandweer en ambulance waren gealarmeerd en gingen met spoed ter plaatse. De meldkamer gaat op dat moment meer informatie vragen aan de melder, zo kregen wij rijdende weg informatie. Wij wisten nu dat de persoon niet meer aanspreekbaar was, ten eerste belangrijk voor de ambulance maar ook voor ons voor het geval wij als eerste op het bedrijf aan zouden komen. Tijdens de spoedrit werd er niets gezegd, we zaten in spanning, we wisten niet wat we aan gingen treffen en we wilden zo snel mogelijk ter plaatse zijn om de persoon te helpen. Net voordat wij ter plaatse waren, werden wij door de meldkamer gewaarschuwd op wat wij aan zouden treffen, de ruimte was zo klein dat er een kleine kans was dat de persoon het had overleefd. Een rotgevoel ging door ons heen en de spanning werd alleen maar groter. Eenmaal bij het bedrijf aangekomen waren de brandweer en ambulance al ter plaatse, de persoon bleek inderdaad overleden… Helaas konden wij voor deze persoon niets meer doen, maar ons werk hield niet op. Er waren diverse mensen die het hadden zien gebeuren. Wij hebben deze mensen opgevangen en slachtofferhulp voor hen op het bedrijf laten komen. Ook voor ons werd er hulp aangeboden om over de gebeurtenis te praten, maar daarna… gaat het werk voor ons weer gewoon verder en kom je zo weer in een hele andere situatie.”

Cynthia is 20 jaar oud en werkt in Gorinchem in de regio Zuid-Holland Zuid. Afgelopen april heeft ze de opleiding tot surveillant afgerond.