Posts tonen met het label politie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label politie. Alle posts tonen

dinsdag 8 maart 2016

Mariphone’s, containers en erwtensoep



Op een zonnige dag in februari voer ik een dag mee met de waterpolitie in Tiel. Ik vind zelf dat ik als burger werkend bij de politie af en toe met de collega’s in uniform mee moet draaien zodat ik weet wat het werk van een politieagent inhoudt. Ik mocht mij om 13 uur melden voor de briefing. Die verloopt via een video conference systeem. Zodat er direct meerdere teams op de hoogte zijn van lopende zaken en mensen, auto’s en boten waarop gelet moet worden.


Om 14 uur stappen we op. Ik was onder de indruk van het schip. Het was groter dan verwacht. Niet alleen de afmetingen aan de buitenkant maar ook binnenin de stuurhut. Uiteraard zijn er stoelen voor de stuurman en voor iemand ernaast, maar ook nog twee reguliere werkplekken met computers waar we bijvoorbeeld op intranet kunnen. Ook zijn er systemen waar we schepen kunnen opzoeken op naam, kunnen zien of en wanneer deze schepen voor het laatst gecontroleerd zijn op hun lading. Van alle schepen die langskomen, het is druk op het water, wordt er willekeurig een schip uitgekozen wat op dat moment vóór ons vaart. “Zullen we de ‘Monica’ eens even bezoeken”, oppert een van de collega’s. De ‘Monica’ wordt opgezocht in het systeem en blijkt ongeveer een jaar geleden voor het laatst met een politiebezoek vereerd te zijn. Via de mariphone wordt er contact gezocht met de schipper van de ‘Monica’ en deze antwoordt blijmoedig in het Duits dat de twee collega’s welkom zijn. Klaas, de schipper, stuurt ons schip vakkundig naast de enorme Rijnaak en Jan en Danny stappen al varend over op de Aak. Op de ‘Monica’ controleren zij de papieren van de schipper zelf en van zijn lading. Omdat alle containers op elkaar staan is de inhoud niet te controleren. Bij twijfel zullen de agenten dit doorgeven aan de collega’s van de havenpolitie waar het schip uiteindelijk gelost wordt, bijvoorbeeld Rotterdam. Daar wordt dan de betreffende container geopend en gecontroleerd. Na ongeveer 2 uur komen Jan en Danny weer aanlopen en stappen ze wederom soepel over op de politieboot.
Ondertussen is het zonnetje ondergegaan en is het etenstijd. Op het onderdek is een keukentje en wordt het zelf meegenomen voedsel opgewarmd in de magnetron. Erwtensoep, stamppotje, de jongere collega heeft het zich makkelijk gemaakt en bij een supermarkt een kant-en-klaarmaaltijd gekocht. ’t Is pauze en we liggen even stil langs de kant.
Even later varen we weer verder en wordt er op de radar gevaren omdat het donker is. Ik vind het maar lastig in het begin, maar het went. Als je doorkrijgt welke ‘vlekken’ boten zijn en waar de wal zich bevindt, zie je wat je moet zien. Die radar is echt nodig want het blijkt dat donker, echt donker is op het water. Een varend schip heeft weliswaar licht aan voor- en achterkant maar dat zie je pas laat als je je op een boot bevindt die best een vaartje heeft.
Terug bij de steiger nam ik afscheid van drie collega’s waar ik een super leerzame maar ook gezellige dag mee heb gehad. Dank jullie wel Jan, Danny en Klaas.
Blogger Nicolette werkt als adviseur Recruitment bij de Politieacademie.

maandag 4 mei 2015

Een weekje van uitdagingen

De digitale wereld bij de politie is aardig in beweging en zo ook bij het Team Digitale Opsporing (TDO) van de eenheid Amsterdam waar ikzelf werkzaam ben. Als inzetcoördinator doe ik de intake van zaken en verdeel ik het werk onder de specialisten. Binnen Amsterdam hebben wij specialisten met hun eigen kennisgebied zoals, embedded, automotive, mobile devices en beeldverwerking en verbetering. Wanneer er een verzoek tot ondersteuning binnenkomt ga ik meestal in gesprek met de aanvrager; wat wil je gedaan hebben en wat wil je ermee bereiken? Het mooie van deze gesprekken is dat je met tactische collega’s gaat onderzoeken wat wij voor elkaar kunnen betekenen en hoe wij het beste resultaat kunnen bereiken. Vele aanvragen zijn redelijk standaard maar in sommige zaken worden ‘specials’ gevraagd en wordt het een uitdaging voor ons team om de vraag naar tevredenheid te kunnen beantwoorden. Het mooie daarvan is dat ze hun kennis en creativiteit moeten aanspreken om het toch voor elkaar te krijgen. Brainstormen met andere specialisten, solderen, dump maken, scripts schrijven, testen en scripts herschrijven om veiliggestelde data inzichtelijk te krijgen. Altijd weer een kleine overwinning wanneer de aanvrager de data kan bekijken en onderzoeken. Een ingewikkelde puzzel oplossen om tot het gewenste resultaat te komen door een combinatie van techniek en de interactie met de collega’s zijn voor mij de ingrediënten die mijn werk zo mooi maken.

Uitdagingen die deze week op de agenda stonden waren de tweede dag van het assessment en de deelname aan de Cercops Survival Run die door de Eenheid Amsterdam werd georganiseerd.
Daar ik ook in de sollicitatieronde zit voor een nieuwe functie binnen het Team Digitale Opsporing
van onze eenheid, mocht ik afgelopen woensdag naar de tweede ronde van het assessment. De eerste dag vond ik zwaar maar deze dag zou een leuke worden. Veel collega’s vinden het eng of spannend maar ik zag het psychologisch interview, de praktijkproef en het maken van een octogram als een zeer leuke uitdaging. Deze hele dag kon je gewoon lekker jezelf zijn hetgeen het voor mij zeer gemakkelijk maakte; je kan het immers toch nooit verkeerd doen want je bent wie je bent. Ik ging in ieder geval met een goed gevoel weg bij het assessment het is alleen te hopen dat de psychologen dit gevoel ook over mij hadden.

Bij het schrijven over de zwaarste uitdaging van deze week, op fysiek gebied dan, wil ik gelijk even de beeldvorming van de digitale nerds uit de weg ruimen. Nee, niet alle specialisten zitten 24 uur per dag achter hun computer in een rommelige kamer omringd met pizzadozen. Er is ook een groot aantal sportief genoeg  om deel te nemen aan de Cercops Survivalrun. Een parcours van 8 kilometer met 44 hindernissen. Niet echt een activiteit die je bij zo’n digitale man zou bedenken maar gelukkig wordt er ook veel aandacht besteed aan sport binnen de politie en kunnen ook de mensen met een (voornamelijk) zittend beroep iets aan hun conditie doen. Samen met onze dataspecialiste, die normaliter los gaat op ruwe data, zijn wij beiden nu losgegaan op de hindernissen. Ik heb meer touw geklommen dan in m'n hele lagereschooltijd, in meer sloten gesprongen dan de gebruikelijke 7 en meer catcrawls en apenhangmomenten gehad dan ik bakken koffie per week drink. De zachte kussentjes van m'n computerhandjes waren na de run getransformeerd tot een vulkanisch landschap maar deze uitdaging had ik voor geen goud willen missen. Alleen maar uitdagingen deze week. Wat heb ik toch een mooi beroep!

Barend is digitaal specialist - coördinator Team Digitale Opsporing van de Eenheid Amsterdam.

maandag 11 augustus 2014

Zomerdrukte Schiermonnikoog



Hoe ziet het leven van een politieagent op een kleine waddeneiland eruit in de zomer? Oebele, wijkagent op Schiermonnikoog vertelt;

‘Er zijn van die plaatsen in Nederland, waar het in de zomer erg druk wordt. Ook op het waddeneiland Schiermonnikoog. Eilanders hebben van nature weinig op met het gezag. Dus als agent heb je hier tact en relativeringsvermogen nodig. Je moet hier alleen kunnen werken en niet bang zijn. Want als je assistentie nodig hebt, duurt het wel even voor die er is.


Schiermonnikoog ziet er in de zomer anders uit dan in de winter. We hebben op warme zonnige dagen al gauw twintigduizend mensen op het eiland. Dagjesmensen en verblijfstoeristen. In de winter hebben we eigenlijk alleen te maken met de negenhonderdvijftig mensen die hier wonen. Dan werken we met drie vaste collega’s die hier ook wonen. In de zomer krijgen we assistentie van collega’s van de wal. Op hoogtijdagen vier tot vijf menen. De meeste collega’s ken ik wel, het is altijd leuk ze terug te zien en ze voelen goed aan hoe we hier werken.


We staan altijd bij de boot als die aankomt. Het is goed dat je weet wie er op het eiland zijn. Groepen studenten, luidruchtige mensen, we spreken ze alvast even aan. Zodat ze je even zien en het gemakkelijker praat als we elkaar later tegenkomen. Als je hier iemand arresteert, ben je vanaf dat moment ook arrestantenverzorger. Dus probeer je dat tot een minimum te beperken, zeker ‘s nachts. We nemen vaak iemands paspoort en rijbewijs in en laten hem of haar ’s ochtends naar het bureau komen. Zo los je dingen op. Het heeft ook geen zin om op alle slakken zout te leggen. Je hebt je professionele ruimte hier echt nodig. Iemand met wie je even wat te stellen hebt, is een week later misschien wel keihard nodig om een vermist persoon te zoeken in gebieden waar wij met ons politievoertuig niet kunnen komen. Je kunt hier als agent daarom maar beter een mensenmens zijn. Mij ligt dat wel. Maar je moet ook doorpakken als het nodig is hoor, anders zien ze je als een slappe vent. Dat werkt ook niet.

Het gaat hier echt anders dan aan de wal. Daar ben je na acht uur vaak klaar met je dienst, hier heb je daarna nog piket en dan kan er heel goed iets gebeuren. Als je twintigduizend man op het eiland hebt, kan er eerder iets gebeuren. En dan begint om half negen ’s ochtends toch je gewone dienst. Ik heb daar geen moeite mee, ook niet dat iedereen je hier kent, dat hoort erbij. Dat is misschien juist wel een voordeel aan de zomer, dat niet iedereen je kent. Ik vind het een wereldbaan!
Oebele (55) werkt als wijkagent op het eiland Schiermonnikoog.

maandag 28 juli 2014

Het echte werk

Sinds afgelopen mei ben ik begonnen aan tertiel drie van mijn opleiding. Een tertiel telt 4 maanden en mijn werkplek verschilt dan ook per tertiel. Na dit tertiel ben ik inmiddels aan het einde van het eerste leerjaar (van de drie).

Nog geen jaar geleden waren we nog aan het oefenen met een ‘simpel’ baliegesprekje, basis-EHBO en oefenen met onze transportboeien. Maar nu zijn we eindelijk in tertiel drie.  De periode dat we 4 maanden ervaringen mogen opdoen op onze eenheid. Je hebt het gevoel dat het nu gaat beginnen. Je stelt je voor dat je iedereen aan de balie in een handomdraai kan helpen, de aangiftes zullen rijkelijk vloeien en de boeven zullen meewerken naar aanleiding van een goed gesprek.

Maar nu de praktijk; de vragen van burgers aan de balie blijken toch moeilijker dan gedacht. Aangiftes blijken vaak geen aangiftes te zijn en verdachten krijgen het voor elkaar je te laten twijfelen. Vaak zijn er geen pasklare antwoorden en oplossingen zoals je leert op de Politieacademie. Als je daar over nadenkt kan het ook niet anders. Elke situatie en persoon is anders.

We leren op de academie de basis, maar in de praktijk blijkt dat je vaak op de situatie moet inspelen. ‘Meeveren’ en ‘terugbuigen’ zijn voor mij magische woorden. Het is te vergelijken met het halen van je rijbewijs. Iedereen met het roze papiertje (tegenwoordig kaartje) weet dat wanneer je deze in de ‘pocket’ hebt, je pas leert autorijden. Dit doe je door vaak in je auto te stappen en veel kilometers te rijden.

Wat mij betreft geldt dat ook voor ons vak. Je wordt vaardiger dankzij ervaringen. De academie legt de belangrijke basis… de praktijk voegt daar creativiteit, improvisatie en zelfredzaamheid aan toe. 

Vandaag kwamen we bij een onwelwording van een chauffeur. Hij was tijdens het rijden ziek geworden en wist zijn vrachtwagen nog ternauwernood langs de kant te zetten. Eenmaal ter plaatse doe je automatisch wat je hebt geleerd. Ik spring uit de auto en begin direct met hulpverlening. Na een paar minuten neemt de ambulance het over en moet ik weer even overschakelen van hulpverlening naar verkeersregelaar en daarna naar een politiemedewerker die getuigenverklaringen opneemt. En dit was slechts één melding.

Morgen ga ik mijn aanhouding- en zelfverdedigingvaardigheden trainen, volgende week een verdachte verhoren en verkeerscontroles uitvoeren.

Ik begrijp nu waarom mijn opleiding ‘allround politiemedewerker’ wordt genoemd. 
Wat een mooi vak hebben wij. Dit is het echte werk!

Sander (32) heeft na een aantal jaar in het bedrijfsleven gewerkt te hebben, de overstap gemaakt naar het politievak.

woensdag 26 maart 2014

Jong geleerd..


“Mijn (stief)vader is bij de politie, zullen mijn zoontje en stiefzoontje hebben gezegd tegen de leerkrachten van hun basisschool. Onze ‘bijzondere’ kinderen zitten op dezelfde speciale basisschool, waar het thema hulpverlening werd behandeld. Natuurlijk vond de juf het wel leuk om een live politieman in de klas te hebben, dus er werd een briefje in de agenda gestopt met verzoek of ik een keertje een uurtje of wat wilde komen vertellen over de politie.

Uiteraard doe ik dat graag, een van de leukste eigenschappen van kinderen op zo’n school is dat ze erg dankbaar en enthousiast zijn als er zoiets gebeurt in de klas. De juf belde me, ik vertelde haar dat ik geen fulltime politieman ben, maar een vrijwilliger en dat ik het alleen zou doen als het voor allebei de klassen tegelijk zou zijn. De afspraak was snel gemaakt en op de afgesproken dag ging ik, uiteraard in volledig uniform en met allerlei attributen op weg naar de school.

Natuurlijk kom ik precies aan tijdens de pauze en word weer herinnerd aan de diensten  uniformgewenning. Ik lijk wel een filmster als alle kinderen zich rondom mij verzamelen en meewandelen naar de deur van de school. De juf van de klas waar mijn zoontje in het vorig schooljaar zat, zag me over de gang lopen en trekt me naar binnen. Ik ben gelukkig op tijd en kan wel een kwartiertje vertellen maar moet daarna snel naar mijn jongens.

Als allebei de klassen zijn verzameld in een lokaal vraagt de juf aan mijn zoontje: “Wie staat er voor de klas?” Hij heeft een glimlach van oor tot oor en zegt trots: “Mijn papa!” Ik moet even slikken, wat is ie lief en trots op mij denk ik nog en ik beantwoord de vragen van de juf en de kinderen.

Het uur vliegt om, de gekste vragen worden gesteld en de stage-juf wordt gaandeweg in de boeien geslagen, met een gierende klas kinderen tot gevolg. Met de juf geboeid tegen het bord vraag ik mijn stiefzoontje of hij toevallig nog aan het sleuteltje van de boeien heeft gedacht. Verbaast kijkt hij me aan en zegt van niet… Ik doe net of we dat wel hadden afgesproken en vraag hem hoe we nou verder moeten. De kinderen in de klas gieren het uit, geweldig! Uiteraard heb ik de sleutel zelf en de juf mag gaan en ik beantwoord nog wat vragen. Een van de kinderen vraagt waar mijn pistool is, ik zeg uit gewoonte dat ik niet vuurwapen-dragend ben, waarop hij antwoordt: “Da’s maar goed ook, anders zou de school zo in brand vliegen…”

Ik rij voldaan terug naar het bureau om mijn spullen terug te brengen en het uniform in de kledingkast te hangen en ga weer aan het werk voor mijn baas, morgenavond heb ik weer dienst bij de politie.”

Freddy is accountmanager en volgt in zijn vrije tijd de opleiding tot politievrijwilliger. Hij werkt bij Eenheid Zeeland-West-Brabant.

donderdag 23 januari 2014

Bij de politie heb je dagen dat niets zeker is...

Dennis Brugman (37) werkt sinds november 2004 als politievrijwilliger bij de Eenheid Oost-Nederland. Buiten de politie werkt hij als docent Engels. Dennis vertelt:

“Ik had ook bij de voetbalclub achter de bar zinnig werk kunnen verrichten, maar ik wilde mijn vrije tijd opvullen met datgene waar ik als klein jongetje al van droomde: de politie.

Ik heb de volledige opleiding gevolgd, dus ik zou beroeps kunnen worden. Financieel is dat voor mij niet interessant. Ik zie mijn politiewerkzaamheden als een serieuze bezigheid in m’n vrije tijd waarmee ik een waardevolle bijdrage lever aan de maatschappij.

Als docent Engels weet ik na vijftien jaar wel wat ik op een dag kan verwachten, maar bij de politie heb je dagen dat niets zeker is. Het werkt op straat in mijn voordeel dat ik als leraar in begrijpelijke taal zaken goed kan uitleggen. Andersom heb ik vanuit de opleiding tips en trucs meegenomen om de-escalerend te werken. Waardevol, omdat ik na een conflict de leerling de volgende dag weer in de klas heb.

Soms vragen leerlingen aan me of een bepaalde bekeuring terecht is of niet. Ik ben ze nog niet op straat tegengekomen, maar zeg soms wel gekscherend: “Als ik jou zo hard op een brommer zie rijden, krijg je van mij ook een bekeuring.”

Meer weten over de mogelijkheden als politievrijwilliger? Ga naar: https://www.kombijdepolitie.nl/vrijwilliger-politie

donderdag 26 december 2013

Kerstgedachte



Kerst is toch altijd een bijzondere tijd. Voor christenen betekent kerst de geboorte van Jezus. Voor degenen die dit niet geloven betekent kerst lekker vrij zijn, etentjes en cadeautjes onder de kerstboom. Maar er zijn ook mensen die ‘gewoon’ moeten werken met de kerstdagen. En er zijn mensen die oorlog met elkaar krijgen…

Met kerstavond wordt er altijd een kerstmaaltijd voor de werkende collega’s geregeld. We proberen dan gezamenlijk de maaltijd te nuttigen op het bureau, een nabijgelegen district neemt dan meestal waar. Zo hebben we dit jaar afgesproken dat wij om 02:00 uur een half uur gaan eten en district 9 om 02:30 uur. Waarschijnlijk leeft de kerstgedachte bij twee families niet zo, want voordat we de maaltijd kunnen gebruiken rijden we met spoed naar een schietpartij. Er is iemand neergeschoten en de dader verschuilt zich in een nabijgelegen woning. Omdat er zoveel tijd in de melding en de afhandeling gaat zitten, zijn we uiteindelijk om 06:00 uur terug op het bureau. En daar staat onze maaltijd, de koud geworden saté, de waxinelichtjes en keurig gedekte tafel. Niemand heeft op dit tijdstip nog zin om eten naar binnen te gaan werken. Eigenlijk baalt iedereen als een stekker, je merkt dat de stemming er niet vrolijk van geworden is.

De overvloed aan eten en drinken dreigt weggegooid te gaan worden en ik sta te verzinnen wie ik nou eens blij zou kunnen maken. Het wonderlijke is dat er altijd wel een oplossing voor zoiets komt, want in de wachtcommandantruimte zie ik via camerabeelden dat een bekende zwerver op busstation Zuidplein de vuilnisbakken aan het leeghalen is om te kijken of er nog wat eetbaars te halen valt. Snel pak ik een doos en stop daar diverse lekkernijen in. Ik roep naar de wachtcommandant dat hij cameratoezicht moet bellen om te zorgen dat ze de zwerver in beeld houden. Ook neem ik nog een kerstmuts mee. Ik ren met de doos naar de auto, spring erin en race naar het busstation. Ik hoor van de wachtcommandant dat de man zojuist richting de van Swietenlaan is gelopen, buiten het zicht van de camera’s.

Op dat moment rij ik de van Swietenlaan in en zie de man inderdaad lopen. Ik stop aan het begin van de van de laan en roep dat hij even naar mij toe moet komen, want ik wil vooral in het zicht van de camera’s hem de doos geven. Hij heeft dit natuurlijk niet door, dus de hilariteit op het bureau is groot als hij onder de camera de doos met heerlijke belegde broodjes, een slaatje, een pakje melk, fruit enz. krijgt en er verlekkerd inkijkt. Het is geweldig om te zien hoe dankbaar hij is. Ik loop met hem mee naar een bankje en zeg dat hij daar maar moet gaan zitten eten, uiteraard in het zicht van de camera’s, en na afloop alles op moet ruimen en in de vuilnisbak moet doen. Ik pak de kerstmuts uit mijn zak en zeg dat hij deze wel op moet zetten, omdat het tenslotte wel kerst is. Lachend pakt hij de muts aan en zet hem op.

Als ik terug op het bureau kom hebben we de zwerver op grote beelden bij de wachtcommandant in het zicht. Ondanks dat we zelf niet van een kerstmaaltijd genoten hebben, nemen deze beelden alle chagrijnigheid bij de collega’s weer weg. Als een koning zit de man met zijn rood/witte puntmuts op het bankje aan zijn koningsmaaltijd. Hierna hebben we het opvangtehuis “de Hille” gebeld en gevraagd of ze de overige dozen met eten en drinken wilden hebben, wat ze graag wilden. We hebben hierop de bus volgeladen en alles naar het opvangtehuis gebracht.

Zo kwam alles toch nog op een goede bestemming en niet in de vuilnisbak. De kerstgedachte kwam op deze manier toch tot zijn recht en met een vette glimlach verliet ik het bureau Zuidplein op weg naar mijn bed.

woensdag 18 december 2013

Een ‘rustige’ vroege dienst...

Om 5:45 uur ging mijn wekker. Het eerste wat ik dacht was: “het zal wel weer zo’n rustige dienst worden als gister”. Aan het einde van de dag zou ik daar toch iets anders op terug kijken.

Rond 6:30 uur kwam ik aan op het bureau. Een van de eerste meldingen was een woninginbraak. Omstreeks 10:15 uur hoorden wij via de portofoon dat er elders in het gebied een sterke gaslucht uit een woning kwam. Omdat we net klaar waren met de woninginbraak hebben we aangeboden om mee te rijden op die melding, al was het alleen om het verkeer te regelen. Op dat moment was nog niets duidelijk dus wie weet konden ze wel wat extra handjes gebruiken.  

De brandweer was inmiddels in kennis gesteld en niet veel later kwam deze ook ter plaatse. Er werd besloten dat de brandweer de deur open zou maken en beneden zou gaan luchten. Dat wil zeggen de sterke gaslucht uit huis blazen, zodat het zonder perslucht ook een werkbare ruimte zou worden. Nadat de brandweer de benedenverdieping had gelucht, begonnen ze met de bovenverdieping. Na een tijdje kwamen ze weer beneden met de informatie dat de ramen open waren gezet maar dat ze één kamer niet in konden omdat deze op slot zat en/of gebarricadeerd was.

Na een tijdje kregen we van de brandweer het sein dat het ‘veilig’ was. Daarop besloten dat wij toch naar binnen te gaan, op basis van artikel 3, om hulp te verlenen. De bewoner zou ergens in het pand moeten zitten. Natuurlijk eerst een plan van aanpak maken; hoe gaan we het doen? Twee koppels, mijn maatje en ik koppel 1 en de twee andere collega’s koppel 2. We kregen een ram mee van de brandweer om op de eerste verdieping de deur die op slot zat/gebarricadeerd was te openen. In de kamers die open stonden even snel een blik naar binnen geworpen, daar was niemand. Natuurlijk hebben we ons kenbaar gemaakt als politie, misschien zou de bewoner daarop reageren en dan toch te voorschijn komen. Dan blijft er op de eerste verdieping nog een kamer over. De kamer die op slot zat. Uiteindelijk besloten om de ram te gebruiken om de deur te openen. In films lukt dit natuurlijk in een keer, mijn collega heeft zeker zes keer moeten rammen om de deur op z’n 20cm open te krijgen. Achteraf bleek dat er een hoop spullen achter de deur stonden. Door die 20cm opening konden wij zien dat het in de kamer pikkedonker was. Op een gegeven moment horen we een stem: “De politie moet opflikkeren, anders steek ik de boel in de fik”.

Een paar seconden waren we stil. Nog geen 3 seconden later doet de bewoner wat hij zegt. Er komt ons een enorme vuurbal tegemoet… Op dat moment gaan je hoofd en lichaam over op overleven. Wat ik me kan herinneren is dat er overal vuur om ons heen was. En het volgende moment dat ik op de onderste treden van de trap lag. Een ding weet ik zeker; ik heb niet alle treden geraakt op mijn stunt naar beneden.

Dat is dan iets wat je niet verwacht. Hoe vaak wordt er niet gezegd “de politie moet dit, anders doe ik dat..” 99 van de 100 keer wordt er gebluft. Dit keer was het geen bluf… maar er is ons ook niet de mogelijkheid geboden om te vertrekken. Op het moment dat ik alleen beneden kwam ging er maar één ding door me heen: ‘waar zijn mijn drie collega’s?!’ We waren toch echt met z’n vieren boven! Enkele minuten (of secondes die minuten leken?) later kwam ik buiten en zag ik dat mijn drie collega’s naar omstandigheden allemaal goed buiten waren gekomen.  Dat was misschien wel het fijnste gevoel van heel die dag.  

Uiteindelijk kom je dan op het bureau... op school had je wel eens gehoord tijdens de lessen dat er bij grote incidenten een grote de-briefing komt. Die grote de-briefing kwam ook, alle betrokken collega’s, brandweer, TCO (team collegiale ondersteuning), meldkamer, externe partners, etc. waren aanwezig. Z’n grote de-briefing had ik nog nooit mee gemaakt.  

Zo verandert een ‘rustige’ vroege dienst in een dienst waarop je opeens om 19:30 uur je voordeur binnenstapt. Mij zul je niet snel meer horen zeggen “het zal wel weer een rustige vroege dienst worden”.  

Joyce (23) volgt de opleiding tot agent op de Politieacademie in Eindhoven. Ze is in dienst bij de Eenheid Oost-Brabant.

 

donderdag 28 november 2013

Bakkie troost


“De deur staat wagenwijd open en in de woonkamer ligt het slachtoffer dat gereanimeerd moet worden. Het ziet er eerlijk gezegd niet goed uit. De vrouw van het slachtoffer is in alle staten. Ze weet met de hele situatie geen raad.

Om ons volledig te kunnen concentreren op het reanimeren, vragen we voor haar extra collega’s erbij. We beginnen met handelen, geen pretje met een nuchtere maag. Er was bij het begin van deze ochtenddienst geen tijd voor een boterhammetje. We stapten meteen de auto in op weg naar deze melding en probeerden ons onderweg voor te stellen welke situatie we zouden aantreffen.

Mijn maatje en ik kijken elkaar aan tijdens het reanimeren en weten het: deze man is al enige tijd overleden. We kunnen niets meer voor hem doen. Inmiddels staat het ambulancepersoneel naast ons. Ook zij constateren hetzelfde.

Dan komt er een moment waarop je even niet meer hoeft te handelen. Hoe lang ze er al staat, weet ik niet, maar ik zie haar nu pas voor het eerst. Een meisje in haar pyjama, net zo oud als mijn dochter, staat vanaf de trap naar ons te kijken. Ze wil papa goedemorgen zeggen, want ze is net wakker. Ik hoor haar moeder die het meisje probeert uit te leggen wat er gaande is. De sfeer in huis, de moeder met haar dochter, de foto's in de kamer van een gezin en een slachtoffer net zou oud als ik, het raakt me. Het wordt me plotseling even teveel en ik loop snel naar buiten. Mijn maatje merkt het en loopt met me mee. Tranen rollen over mijn wangen. Ik zie mijn eigen dochter voor me en hoe die afscheid zou nemen van mij. Mijn collega vangt me op, maar ik zie in zijn ogen dat ook bij hem de waterlanders opkomen. Samen staan we daar op straat zomaar te huilen. We worden opgevangen door onze chefs die ook naar de woning zijn gekomen.

Uiteraard bespreken we deze melding met een bakje koffie. 'Bij de politie drinken ze de hele dag koffie,' wordt vaak gezegd. We drinken inderdaad koffie, nu even letterlijk een bakkie troost. Nadat we ook een boterhammetje op hebben, horen we de collega's van de meldkamer weer: 'Wilt u gaan naar...' En daar gaan we weer.”


Dirk-Jan (34) werkt als hoofdagent in Dordrecht. Hij rijdt veel 112-meldingen.

woensdag 10 juli 2013

Twee wijkagenten in Amsterdam vertellen over de ramadan

“In de Amsterdamse buurt Slotervaart wonen veel moslims. Wij zetten meer op verbroedering in dan op overlast.” Ab is plaatsvervangend wijkteamchef van politiebureau AA-plein in Slotervaart. “Er zijn wel meer jongeren ’s avonds op straat. Daarom hebben we een extra dienst ingelast van vijf uur ’s avonds tot twee uur ‘s nachts.”

Volgens de islam is de ramadan een maand van tolerantie, liefdadigheid, verbroedering en bezinning, waarin mensen extra verdraagzaam, toeschietelijk en vrijgevig zijn. Dat merkt Ab ook aan de sfeer op straat. “Daarom zoeken wij in deze periode juist de verbroedering. Jongeren zijn tijdens de ramadan opener en meer benaderbaar. Ook de harde jochies die zich normaal in hun capuchon verstoppen. Dit leidt vaak tot leuke gesprekken. En aan de contacten hebben we de rest van het jaar ook nog veel.”

De ramadan vindt Ab dan ook een van de leukste maanden uit het jaar. “Ik ben plaatsvervangend chef, maar ga zelf een aantal diensten draaien. En vrijdag bezoeken we de moskee. Als je wilt, hoef je geen dag thuis te eten, je bent overal welkom. Wel pas vanaf 22:00 uur. Maar voor verbroedering en een lekkere maaltijd moet je iets over hebben.”

“Voor mij is het een maand van bezinning”, zegt Youssef, wijkagent bij politiebureau AA-plein. “Ik bezoek de moskee vaker, ben meer met de mensen om mij heen bezig en ik denk meer na over wat leven voor mij betekent. Het vasten zie ik als volharding. Ik draai het liefste dagdiensten, want zo voel ik de honger het beste. Als ik uitslaap na een nachtdienst, mag ik immers een paar uur later weer gewoon eten. Hoe sterker mijn hongergevoel, hoe meer ik bezig ben met wat de ramadan is en voor mij inhoudt. Last van concentratieproblemen heb ik niet. Vroeger toen ik nog voetbalde, zeiden mijn teamgenoten dat ik vaker moest vasten, ik voetbalde veel beter!”

vrijdag 24 mei 2013

Een baliedienst

“Na de ochtendbriefing liep ik naar de balie waar een aantal collega’s zaten waar ik de dag mee ging doorbrengen. Deze afdeling heet I&O (intake en ondersteuning). Zij zorgen ervoor dat de mensen die aan de balie komen met vragen geholpen worden. Dit kan gaan over gestolen goederen, inbraak of poging tot inbraak die zij ontdekt hebben. Ook vermissing van id-kaart/paspoort/rijbewijs komen vaak vragen over. Deze mensen worden dan naar het gemeentehuis verwezen. Vanochtend had ik zelf een aantal mensen aan de balie geholpen. Omdat ik nog niet veel wist heb ik veel moeten vragen aan collega Peter. Hij heeft mij veel uitgelegd over de gang van zaken bij I&O. Hij zei dat het beter was om veel te vragen dan om 1 keer een fout antwoord te geven.

Net voor de pauze rond 11.30 kwam er een donkere man aan de balie die erg druk en gefrustreerd leek. Ik sprak hem aan en bleef rustig maar hij begon meteen met het beschuldigen van de overheid, de regering en de koningin omdat hij geslagen was door een collega. Dat beweerde hij en of het waar was, was een tweede. Ook verkondigde hij een aantal zaken waar ik mijn vraagtekens bij had of het wel waar was. Hij zei bijvoorbeeld dat hij les gaf en dat zijn schoenen steeds werden gestolen en dat hij van zijn oma nieuwe schoenen kreeg. Uiteindelijk kwam hij niet geloofwaardig over maar had hij het over zijn paspoort dat door hem in de brievenbus was gegooid. De reden hiervan was dat wij moesten inzien dat we onze zielen verkochten etc. Ik heb dat nagevraagd en er bleek inderdaad een paspoort te liggen met een pasfoto die overeen kwam met hem. Deze kreeg hij terug en liep al klagend weer naar de uitgang. Van Peter en andere collega’s kreeg ik te horen dat het een bekende voor hun was.

Na de pauze heb ik bij een aangiftegesprek gezeten. De aangifte betrof bedreiging van een man via sms’jes. De man die bedreigd was kwam samen met zijn vrouw en baby naar het bureau om vervolgens hun verhaal te doen. Zij hadden hier een afspraak voor gemaakt om 13:00 uur. Ik heb tijdens dit gesprek alleen geluisterd naar een niveau 5 student die de aangifte opnam. Hier heb ik veel van kunnen leren. Ik zag bijvoorbeeld dat je veel open vragen moet stellen en de aangever zo lang mogelijk moet laten uitpraten om zoveel mogelijk informatie te krijgen.

Later op de middag had Peter nog een baliegesprek waar ik bij mocht zijn. Het doel hiervan was om de mensen die al aangifte hadden gedaan van een verdachte situatie, gerust te stellen en te laten weten dat alles wat wij kunnen doen al gedaan was. Zo bleek een baliedienst toch spannender te zijn dan ik dacht!”

Tom (23) volgt de opleiding tot Politiemedewerker. Hij is werkzaam bij politieregio Oost-Nederland.