maandag 15 december 2014

Inbraak

“Het is steenkoud en er ligt een klein laagje sneeuw. Samen met m’n maatje rijd ik door Schiedam. We horen over onze portofoons dat er ingebroken wordt bij een woning in het westelijke gedeelte van Vlaardingen. Een buurtbewoner ziet 3 mannen in de tuin van een ouder echtpaar staan, terwijl de melder weet dat deze op vakantie zijn. Ondanks de afstand en het feit dat we in een undercoverauto rijden, besluiten we ook die kant op te gaan. Ter plaatse gekomen zien we een man aangehouden worden door onze collega’s. Blijkt dat mijn collega’s bij aankomst de man weg zagen rennen. Inbreker 1 is binnen. Nog geen minuut later zie ik dat er een 2e verdachte tevoorschijn komt uit een laadbak van een bestelbus. De inbreker had even gebruik gemaakt van het feit dat het busje niet afgesloten was. Ik hoor over mijn portofoon dat beiden uit Utrecht komen.

Ik klim over de schutting van de tuin om de derde verdachte te zoeken. Ik zie dat er in de tuin diverse inbrekerswerktuigen liggen en dat een van de kozijnen stevig is bewerkt met een koevoet. Ik klim de woning in. “POLITIE! Maak jezelf kenbaar!” – Op mijn aanroepen geen reactie.Voorzichtig controleer ik samen met mijn maatje de woning. Werkelijk alles is overhoop gehaald; elk laatje wat er maar is, ligt met inhoud op de vloer. Op de eerste etage is alle inhoud van de kasten op het bed gegooid. We treffen niemand meer aan.

Vervolgens komt de minder leuke klus; het wachten op de glaszetter die het raam netjes afdicht. Daar ik weinig papierwerk te doen heb over deze melding bied ik mijzelf aan. Ik ben in de brandgang achter de tuin gaan staan, m’n maatje staat aan de voorzijde van de woning opgesteld. Uiteraard hopen we tegen beter weten in dat de 3e verdachte zich nog laat zien. Na een kwartier wachten hoor ik een kuch. Ik kijk de brandgang in en zie een man met een capuchon op, van mij af lopen. Tijdens het uitademen van de man zie ik in het schijnsel van de lantaarnpaal achter hem een behoorlijke wolk uit zijn mond komen. Ik denk nog; ‘goh, de beste man zal het koud hebben!’ Er gaat een lichtje branden en ik trek een sprint, tezamen met een collega weet ik de man staande te houden. Hij trilt hevig. Ik vraag waar hij vandaan komt; ‘oh, van een vriend vandaan’. Waar die vriend woonde kon hij mij niet vertellen. Ik besluit de man te vragen waar hij woont. “Utrecht!”

Ik houd de, naar later blijkt, vuurwapengevaarlijke man aan voor betrokkenheid bij de inbraak. Op het politiebureau ontkennen alle 3 de mannen betrokkenheid en zeggen elkaar niet te kennen.
Een week later krijg ik een email van een wijkagent van Utrecht. Hij kent alle 3 de mannen, daar zij in dezelfde samenstelling nog wel eens inbreken…”

Barry werkt als surveillant bij de politie Rotterdam. Hij volgt ook de opleiding om door te stromen naar de functie agent.