donderdag 28 november 2013

Bakkie troost


“De deur staat wagenwijd open en in de woonkamer ligt het slachtoffer dat gereanimeerd moet worden. Het ziet er eerlijk gezegd niet goed uit. De vrouw van het slachtoffer is in alle staten. Ze weet met de hele situatie geen raad.

Om ons volledig te kunnen concentreren op het reanimeren, vragen we voor haar extra collega’s erbij. We beginnen met handelen, geen pretje met een nuchtere maag. Er was bij het begin van deze ochtenddienst geen tijd voor een boterhammetje. We stapten meteen de auto in op weg naar deze melding en probeerden ons onderweg voor te stellen welke situatie we zouden aantreffen.

Mijn maatje en ik kijken elkaar aan tijdens het reanimeren en weten het: deze man is al enige tijd overleden. We kunnen niets meer voor hem doen. Inmiddels staat het ambulancepersoneel naast ons. Ook zij constateren hetzelfde.

Dan komt er een moment waarop je even niet meer hoeft te handelen. Hoe lang ze er al staat, weet ik niet, maar ik zie haar nu pas voor het eerst. Een meisje in haar pyjama, net zo oud als mijn dochter, staat vanaf de trap naar ons te kijken. Ze wil papa goedemorgen zeggen, want ze is net wakker. Ik hoor haar moeder die het meisje probeert uit te leggen wat er gaande is. De sfeer in huis, de moeder met haar dochter, de foto's in de kamer van een gezin en een slachtoffer net zou oud als ik, het raakt me. Het wordt me plotseling even teveel en ik loop snel naar buiten. Mijn maatje merkt het en loopt met me mee. Tranen rollen over mijn wangen. Ik zie mijn eigen dochter voor me en hoe die afscheid zou nemen van mij. Mijn collega vangt me op, maar ik zie in zijn ogen dat ook bij hem de waterlanders opkomen. Samen staan we daar op straat zomaar te huilen. We worden opgevangen door onze chefs die ook naar de woning zijn gekomen.

Uiteraard bespreken we deze melding met een bakje koffie. 'Bij de politie drinken ze de hele dag koffie,' wordt vaak gezegd. We drinken inderdaad koffie, nu even letterlijk een bakkie troost. Nadat we ook een boterhammetje op hebben, horen we de collega's van de meldkamer weer: 'Wilt u gaan naar...' En daar gaan we weer.”


Dirk-Jan (34) werkt als hoofdagent in Dordrecht. Hij rijdt veel 112-meldingen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten