maandag 18 mei 2015

Verhanging

“Het is een rustige doordeweekse dag en ik rijd met medestudent Rens een algemene surveillance, met onze coach achterin de auto. In deze fase van de opleiding rijden we schaduwnoodhulp. Dat betekent dat we meerijden op meldingen van ervaren collega’s en af en toe zelf een melding van lage prioriteit afhandelen. We vragen ons hardop af of het nog iets wordt vandaag, maar als ik iets heb geleerd bij de politie: alles komt onverwacht.

Er komt een prio 1 melding binnen via de meldkamer: mogelijke verhanging op de X-straat in Hilversum. De meldkamer roept een andere eenheid op. Rens en ik besluiten ook op de melding af te gaan.

De persoon zou in de achtertuin hangen. Op de portofoon hoor ik dat de anderen inmiddels ter plaatse zijn. Wij komen aan bij een woonerf en dan zie ik iets wat ik nooit meer zal vergeten.  Tegen het huis, aan het balkon van de eerste verdieping, hangt een man. Armen langs zijn lichaam, zijn hoofd ingepakt met doorzichtig plastic. Ik loop samen met de collega’s de achtertuin in. Daar staat een ambulancebroeder die vertelt dat de man al enige tijd geleden overleden is. Door een paar lakens te spannen, probeert hij de man aan het zicht van de buurt te onttrekken. Nu er geen levensreddende handelingen nodig zijn, neem ik de tijd om eens om me heen te kijken. Deze man had alles goed voorbereid. Naast de openstaande achterdeur staan zijn slippers. Een ladder met aan weerszijden kussens, zodat het geen kabaal zou maken als de ladder om zou vallen. Op een van de kussens lag heel netjes zijn bril gestald. Zijn blote voeten bungelden op enkele centimeters boven de grond, zijn hoofd omwikkeld met doorzichtig plastic, om zijn nek strak gebonden met tape. Vanaf het balkon van de eerste verdieping hing een spanband strak om zijn keel. Het doet me (nog) niet veel.

Rens en ik lopen met een collega de woning in, je weet immers nooit of er aanwijzingen zijn voor een misdrijf. Ik voel me heel ongemakkelijk in de woning. Alsof ik ergens ben waar ik niet hoor te zijn. In de slaapkamer tref ik een afscheidsbrief aan.  Deze man was zo vastberaden en had alles goed voorbereid. Voor zichzelf, maar ook voor de mensen die hem zouden vinden. Bizar.

In de auto terug naar het bureau komt de eerste spanning eruit. Bij de politie gebeurt dat vaak in de vorm van galgenhumor; het is niet respectloos, maar een manier om met iets om te gaan. Op het bureau worden we opgevangen door het Bedrijfs Opvangteam (BOT): politiemedewerkers die zich gespecialiseerd hebben in de eerste opvang van collega’s na heftige incidenten. Na het gesprek merk ik dat het me meer doet dan ik dacht. Tijdens de melding heb ik mijn emoties opzij gezet. Ik merk dat het heel belangrijk is om alles goed uit te spreken met elkaar. Door dit gesprek heb ik er daarna nauwelijks meer aan gedacht.

Maar toch zal deze zelfmoord voor altijd op mijn netvlies blijven staan. Alle eerste keren maken een onvergetelijke indruk, ook in het politiewerk. Het eerste zware ongeval, de eerste treinspringer, het eerste slecht nieuws gesprek en nu de eerste verhanging. Als onervaren politieman vind ik het prettig om deze dingen mee te maken in een veilige omgeving. Collega’s weten dat je nog student bent en daardoor iets heftiger kunt reageren. Daar houden ze rekening mee en het is enorm belangrijk om erover te praten. Gelukkig kan dat; aan het eind van de dag zijn we allemaal mensen met gevoelens en emoties.”

Rick is net klaar met de opleiding tot agent bij Eenheid Midden-Nederland.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten